Ontheffing van het ouderlijk gezag

Inleiding

De opvoeding van kinderen, is net zoals het leven een kwestie van vallen en opstaan. Soms kan zich echter de situatie voordoen dat er een structurele breuk in de relatie tussen ouder en kind dreigt te ontstaan, waarbij de ouders de controle over het kind zijn kwijtgeraakt. Voor dit soort situaties heeft de overheid een aantal maatregelen in het leven geroepen, waarbij het uitgangspunt het welzijn van het kind voor op staat.. De ondertoezichtstelling is in dat kader de lichtste vorm van overheidsingrijpen, ontheffing en ontzetting van het ouderlijk gezag, vormen daarentegen de zwaarste maatregelen.

Ouderlijk gezag

Onder ouderlijk gezag vallen de navolgende aspecten:

  • zorg voor de minderjarige, die de plicht en het recht tot opvoeding en verzorging inhoudt;
  • wettelijke vertegenwoordiging van de minderjarige;
  • bewind over zijn vermogen.

Ontheffing

Bij ontheffing stemmen de ouders in met het feit dat hun het ouderlijk gezag wordt ontnomen. De taken van de ouders worden overgenomen door een voogd. Naast deze vrijwillige ontheffing bestaat ook de gedwongen ontheffing. Deze situatie doet zich voor als de kinderrechter een ouder van het ouderlijk gezag ontheft op grond van het feit dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich niet verzet tegen het opleggen van de maatregel. Uitgangspunt is hierbij dat na een periode van ondertoezichtstelling van ten minste zes maanden, of na een uithuisplaatsing van een periode van tenminste achttien maanden gegronde vrees bestaat dat deze laatstgenoemde maatregel onvoldoende is om het kind voor zedelijke of lichamelijke ondergang te behoeden.

Ontheffingsprocedure

De kinderrechter kan de maatregel opleggen als daartoe een verzoek wordt gedaan. Dit verzoek kan worden ingediend door:

  • de pleegouder(s);
  • de raad voor de kinderbescherming

Daarnaast op vordering van het openbaar ministerie.

Bij het verzoek van de pleegouders geldt nog de aanvullende eis, dat indien zij het kind tenminste één jaar hebben verzorgd en opgevoed en van terugkeer naar de ouder ernstig nadeel voor het kind moet worden gevreesd.

Ontheffing geschiedt op basis van vrijwilligheid, dit betekent dat de ontheffing niet kan worden uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet, behalve in het geval van gedwongen ontheffing.

Indien er sprake is van een dringende en onverwijlde noodzakelijkheid kan de kinderrechter hangende het geding tot gedwongen ontheffing de ouder geheel of gedeeltelijk in de uitoefening van het ouderlijk gezag schorsen.

Aan de maatregel van ontheffing is geen termijn verbonden.

Einde ontheffing

Een ontheffing eindigt indien:

  • de ouders op hun verzoek of op verzoek van de raad van de kinderbescherming door de rechtbank in hun gezag worden hersteld;
  • de minderjarige meerderjarig wordt.

Samenvatting

Als de opvoeding van een kind niet naar behoren verloopt, kan de overheid hierop inspringen, door het ouderlijke gezag in te perken. De lichtste vorm van deze beperking vormt de ondertoezichtstelling, waarbij een gezinsvoogd de taken van de ouders voor het desbetreffende kind grotendeels overneemt. Bij ontheffing raken de ouders hun ouderlijk gezag echter kwijt, deze taak wordt dan overgenomen door de gezinsvoogd. Om hun ouderlijk gezag terug te krijgen, zullen de ouders dan echter van goeden huize moeten komen.

Lees ook

Wat is ondertoezichtstelling

Ontzetting van het ouderlijk gezag

Meerderjarigenbescherming

Moeder en kind door Brabant Bekijken