Zorg in Zuid-Afrika

De zorg in Zuid-Afrika

Voorheen bestonden er in Zuid-Afrika geen bejaardenhuizen, want de familie zorgde voor de ouders. Tegenwoordig is er een groot probleem ontstaan, doordat de kinderen van de oude mensen een drukke baan hebben, soms zelfs in een andere stad, waardoor zij niet voor hun ouders kunnen zorgen.

Wat is het verschil in bejegening van ouderen, gehandicapten en mensen met een psychiatrische stoornis?

Veel kinderen overlijden aan HIV/AIDS.Deze kinderen hebben uiteraard veel zorg nodig. Dit kunnen zij niet altijd krijgen. Ook veel factoren zorgen er voor dat de bejaarden er alleen voor staan, terwijl deze mensen zorg en aandacht nodig hebben. Gelukkig zijn er nu veel vrijwilligers uit verschillende landen, waaronder uit Nederland, die deze mensen helpen.

Er is gebleken uit onderzoeken dat de ouderenzorg in Zuid-Afrika niet echt onder de taak van een verpleegkundige valt, er zijn juist vrijwilligers uit andere landen voor nodig. Dit is dus een groot verschil in vergelijking met Nederland.

Psychische stoornissen

Één op de vijf Zuid-Afrikanen lijdt aan een psychische stoornis die ernstig genoeg kan zijn om hun leven aanzienlijk te beïnvloeden. Ongeveer 25% van alle patiënten hebben een psychiatrische stoornis dankzij medische aandoeningen. En bijna 20% van de middelbare scholieren denken er per jaar aan om zichzelf ‘dodelijk te schaden’. Toch zouden duizenden Zuid-Afrikanen liever sterven dan toegeven dat zij lijden aan een soort van mentale ziekte.

Psychische stoornissen hebben een negatieve impact op de sociale - en economische Zuid-Afrikaanse samenleving. De kosten van psychische aandoeningen, vooral wanneer de diagnose te laat wordt gesteld, zijn erg hoog. Naast deze heb je ook de ‘menselijke kosten’: het individueel lijden, burgerlijke ontwrichting en gebroken gezinnen. Een van de grootste obstakels voor de preventie, verbetering van de dienstverlening en de behandeling, is onwetendheid.

Tegenwoordig hebben medische onderzoekers meer nieuwe inzichten in de oorzaken van psychische stoornissen en hebben ze effectieve behandelingen voor deze omstandigheden. Vroege diagnose en behandeling van psychische stoornissen kan leiden tot snel herstel en kan de persoonlijke en economische kosten van de ziekte flink verminderen. Nu is het doel van het nationale ministerie van Volksgezondheid dus om toegankelijkere en rechtvaardigere geestelijke gezondheidszorg te leveren. Dit wordt niet alleen gezien als een politieke noodzaak, maar vooral als een moreel recht. Dit proces werd echter gehinderd door beperking van het budget. Het lijkt dus allemaal de goede kant op te gaan, maar toch is het nog niet te vergelijken met de geestelijke gezondheidszorg hier in Nederland. Zeker voorheen werden de patiënten vaak gediscrimineerd, zelfs door personeel in de gezondheidszorg. De patiënten kregen dus veel minder aandacht. Er werden vroeger wel huizen gebouwd voor ‘geestenzieken’, alleen werden die expres totaal geïsoleerd van de normale gemeenschap.

De integratie van de geestelijke gezondheid in primaire gezondheidszorg blijft toch nog steeds achter. Hulpverleners uit de primaire gezondheidszorg (AGZ) hebben te maken met grote klinische ladingen, en hun opleiding in de geestelijke gezondheidszorg is vaak onvoldoende. Patiënten met een psychiatrische stoornis worden in Zuid-Afrika haast niet geïdentificeerd en behandeld. In de grote steden gebeurt dit wel meer dan op het platteland. Daar zijn de psychiatrische diensten helemaal slecht ontwikkeld. Er wordt nu dus wel steeds meer geprobeerd hier de nadruk op te leggen, maar toch blijven diensten zoals psychiatrie bij ouderen en neuropsychiatrie erg achter, er is slecht toegewijd personeel en een goede faciliteit op enkele centra.

Waar het dus op neer komt is dat ze de GGZ wel graag willen verbeteren, de mentale ziektes worden nu wel geaccepteerd. De wil is er wel, economisch gezien is het nog niet haalbaar. Dit zal ook voor de verpleegkundige die naar Nederland wil komen een groot verschil zijn: De GGZ is hier veel meer ontwikkeld.

De Nederlandse markt voor Zuid-Afrikaanse verpleegkundige

Tot nu toe wordt er in Europa gezocht naar extra personeel, dit vanwege de geringe cultuurverschillen en een vergelijkbaar opleidingsniveau. Die opleiding wordt dan door een ziekenhuis in Nederland (hangt ervan af waar de verpleegkundige te werk zal gaan) aangevuld met een taalcursus en scholing over de werkwijze van het ziekenhuis.

SAVAZ, een dochteronderneming van uitzendbureau Randstad, heeft uiteindelijk voor de dienst personele zaken een arbeidsmarktonderzoek gedaan. Het blijkt dat pas afgestudeerde verpleegkundigen in Zuid-Afrika heel moeilijk een baan kunnen vinden, vanwege allerlei bezuinigingen. Er zijn onvoldoende vacatures waardoor pas afgestudeerde verpleegkundigen in een vicieuze cirkel van geen werkervaring en geen baan terechtkomen. Deze groep zou dus heel goed in het buitenland, bijvoorbeeld in het VU medisch centrum, werkervaring op kunnen doen.

Voor veel mensen is er dus een baan. Zeker in de zorg zijn er altijd extra mensen nodig. Dit is voor iedereen een aantrekkelijk aanbod.


Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden