Het Griekse Begrotingstekort

Tot 2009 deed de euro het, ondanks de kredietcrisis, nog aardig goed. Begin 2009 is de koersstijging van de euro door het Griekse begrotingstekort omgezet in een koersdaling. Uiteraard is het vreemd dat een land dat bij de toetreding tot de euro-landen zo’n gezonde economie leek te hebben. Hoe heeft het begrotingstekort van Griekenland zo ver kunnen oplopen?

Griekenland behoort tot de euro-landen, dat betekent dat zij meedoen aan de munt ‘de euro’. Dit zie je ook op sommige euromunten en biljetten; degenen die in Griekenland gedrukt geslagen zijn. De eerste munten van de euro werden al in 1999 geslagen, de bedoeling was dat het een stabiele munt zou worden. Daarvoor werd het ´stabiliteits- en groeipact’ afgesloten. Elk land die meedeed aan de euro tekende dit pact, inclusief Griekenland. Hierin stond dat het begrotingstekort niet groter mocht zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Door de kredietcrisis, die begon in de Verenigde Staten, zit bijna elk land, inclusief Nederland nu over deze grens heen. Volgens het pact moeten deze landen dit tekort op korte termijn corrigeren, anders volgen er sancties. Duidelijkheid dat de meeste landen over deze 3% heen zitten is er nu. Het Nederlandse begrotingstekort is bijvoorbeeld 6,1%. Nederland behoort nog tot de lage landen als je kijkt naar het begrotingstekort. Spanje nadert de 10%, en Ierland heeft een begrotingstekort van ruim 11%. Maar toch is dat allemaal niets in vergelijking met Griekenland. Dit land heeft een begrotingstekort van 12,7%. Dit is volgens de Griekse cijfers. Volgens externe economen kan dit tekort nog wel eens rond de 15,5% liggen. Dit tekort, in combinatie met de hoge schuldenpositie, maakt Griekenland tot een zorgenkindje van de EU. Het land heeft het dan ook niet makkelijk, met de anarchistische groeperingen in het land die gewelddadige aanslagen plegen.

Hoe het begon

In oktober 2009 waren er in Griekenland verkiezingen. De socialistische partij PASOK won deze verkiezingen met een groot verschil. Georgios Papandreou, de fractieleider van de PASOK, kondigde een nieuw, zeer onervaren Grieks kabinet aan. 24 van de 37 ministers hadden nog geen ervaring in het ministeriële ambt. Kort na het aantreden onthulde de minister van Financiën, Giorgos Papaconstantinou, dat zijn voorganger stelselmatig valse cijfers over het Griekse begrotingstekort had gepresenteerd. Dit was het begin van een reeks onthullingen over corrupte, sjoemelende ministers die de Griekse economie veel zonniger presenteerden dan het eigenlijk was.

Om de eurozone te mogen betreden mag je maximaal een begrotingstekort hebben van 3%. In 2001 bleek het Griekse begrotingstekort volgens de Griekse cijfers onder deze 3% te liggen. Ze mochten toetreden tot de eurolanden. In 2004 bleek echter dat er gesjoemeld werd met cijfers en de staatschuld nooit onder de 3% was gezakt. Het was het statistisch bureau van Europa, Eurostat, even ontgaan. Dit had te maken met de Amerikaanse investeringsmaatschappij Goldman Sachs. Sancties bleven achterwege. Dit was achteraf een grote blunder, want het probleem zou nog veel groter worden.

Er is veel gesjoemeld met cijfers om het begrotingstekort maar niet te onthullen. Een voorbeeld hiervan is het weglaten van de kosten van defensie op de begroting. Verschillende kosten werden met elkaar vergeleken en de getallen waren compleet verschillend. Het probleem van dit gesjoemel is dat Brussel niks kan doen. Het gaat wel ten koste van Brussel, aangezien stabiele landen het slachtoffer zijn geworden van deze Griekenland-crisis. Wanneer Europa Athene simpelweg dwingt iets aan deze crisis te doen, tast dat de nationale soevereiniteit aan. Dat wil geen enkel EU land, en grote EU-inmening was in december 2009 uit den boze. Toen nog wel.

Europese en Griekse maatregelen

Toen het begrotingstekort inmiddels was opgelopen tot bijna 13%, eind 2009, vond de minister van Financiën, Papaconstantinou , dat er nog geen man over boord was. De kritiek van de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie wordt weggewuifd. ‘Luister niet naar de doemscenario’s die er de ronde doen over de Griekse economie’, zei hij nog. Een week later kon ook hij er niet meer omheen, het was vijf voor twaalf voor de Griekse economie. Na deze schok werd meteen een reddingsoperatie op touw gezet. Europa zou Griekenland niet laten vallen, al had het land dit volgens sommigen wel verdiend. In januari 2010 maakte Europa een pakket met heldere afspraken openbaar.

Er gaat ten eerste fors bezuinigd worden. Alle ministeries gaan over tot een bezuiniging van 10%. De post defensie moet 800 miljoen euro bezuinigen. De bouwsector moet ook 800 miljoen bezuinigen. Dat is echter niks vergeleken met de post gezondheidszorg: maar liefst 2,1 miljard euro minder gaat naar deze sector. De corruptie en belastingfraude moet hard worden aangepakt. De Griekse organisatie die de gegevens over de Griekse economie verzamelt en aan de EU levert, moet worden gereorganiseerd. De directeur van deze organisatie, de EYSE, is inmiddels ontslagen. Verder moet Griekenland elk kwartaal rapport uitbrengen over de huidige situatie, Europese topambtenaren houden uiteraard een oogje in het zeil. In 2010 zou door dit pakket maatregelen het begrotingstekort moeten worden teruggebracht naar 8,7%, en in 2012 zou het weer keurig onder de 3% grens moeten liggen.

Op 9 februari kondigde de Griekse regering nog een pakket maatregelen aan. Ten eerste gaan veel bedrijven geprivatiseerd worden. Voorbeelden zijn de staatsspoorwegmaatschappij en de nationale postbedrijven. Ten tweede werd het door extra controles veel moeilijker om belasting te ontduiken. Zo'n 2 miljard euro wordt hierdoor de komende 3 jaar extra geïnd. Ten derde kunnen ambtenaren nu te maken krijgen met kortingen op hun loon. Als ambtenaar kon je in Griekenland vaak op een goed salaris rekenen. Het salaris was prima, de pensioensregeling ook. De 13e maand was er ook altijd, zelfs de 14e maand bestond in Griekenland. Vanaf 9 februari werd dit allemaal anders. De 14e maand bestond niet meer, de 13e maand werd in veel gevallen afgeschaft. Het verschil in pensioenleeftijd tussen mannen en vrouwen werd aangepast. Eerst mochten vrouwen 5 jaar eerder met pensioen dan mannen, die pas met 65 met pensioen konden. De gemiddelde pensioenleeftijd was 61 jaar. Nu wordt dit samengevoegd tot 63 jaar. De regelingen waarbij werknemers vervroegd met pensioen gaan, wat zeer vaak voorkwam in Griekenland, gaan ook op de helling. Een groot aantal ambtenaren werd bovendien ontslagen, omdat er efficiënter gewerkt ging worden. En als klap op de vuurpijl verlaagde de Griekse overheid de ambtenarensalarissen gemiddeld met 12%. De vakbonden reageren verbijsterd. Maar deze maatregelen zijn hard nodig, aangezien de Grieken jarenlang op grote voet leefden. Zo bestaat 25% van de beroepsbevolking in Griekenland uit ambtenaren, tegen een kleine 10% in Nederland. Ondanks dat kondigden de bonden massale stakingen aan. Er heerste grote maatschappelijke onvrede in Griekenland. Na enkele kleine stakingen werd op woensdag 24 februari de eerste grote staking georganiseerd. De staking duurt 24 uur, en alles staakte. De treinen, het openbaar vervoer, vliegtuigen, ziekenhuizen, scholen. Alleen de bussen rijden nog, en zelfs dat is enkel om stakers naar het centrum van Athene te brengen om daar te demonstreren. De overheid bezuinigde met deze maatregelen wel in de komende jaren zo'n 5 miljard euro extra.

Brussel vond al deze maatregelen maar niet genoeg en oefende zware druk uit op Griekenland. Op 3 maart werd een nieuw pakket met maatregelen aangekondigd. Het hoogste Btw-tarief ging met vier procentpunten omhoog, tot 23%. De accijnzen op benzine, alcohol en tabak gingen flink omhoog. De accijns op bijvoorbeeld tabak stijgt zo'n 20%. Ook de alcohol kan er niet onderuit komen: ook bij alcohol stijgen de accijnzen zo'n 20%. De pensioenen werden bevroren, en alle ambtenaren moesten 1/3 van hun vakantietoeslag weer inleveren. Uiteraard, zoals de Griekse vakbonden zijn, reageren ze opnieuw geschokt. De maatregelen zijn volgens hen onjuist en eenzijdig. Het zou sociaal onrechtvaardig zijn. Op dinsdag 16 maart sloten elektriciteitscentrales hun deuren, als waarschuwing tegen de regering. De Griekse regering had uit voorzorg al 450 Megawatt aan stroom gekocht in Bulgarije en Italië.

Begin mei 2010 werd duidelijk dat Europese landen waarschijnlijk voor het eerst in de geschiedenis een ander land financiële hulp gaan geven. Op zondag 2 mei 2010 werd dat werkelijkheid. Het IMF en de eurozone kende 110 miljard aan leningen toe aan Griekenland. Het bedrag werd uitgesmeerd over een periode van 3 jaar. Griekenland zal 3,6% tot 5% rente moeten betalen over deze lening van 110 miljard.

Griekse invloed op de rest van de EU

Normaal is een begrotingstekort niet ernstig, alleen in deze tijden van crisis hebben vrijwel alle landen al een tekort. Door de bezuinigingen van Griekenland wordt de economie niet gestimuleerd, wat juist wel de bedoeling is. Hierdoor daalt de koers van de euro, en door de koersdaling van de Euro kunnen we in de niet-eurolanden minder importeren. Dat zie je nu al aan de olieprijzen. Voor olie betaal je nu meer dan eerst. Hierdoor gaan bijvoorbeeld je benzinekosten omhoog. Zeker met de recente Ierse en Portugese erbij, zal de euro nog even een dalende trend aanhouden. Dit leidt tot meer inflatie.

De ECB heeft nu al een ruim monetair beleid: de rente wordt zo laag mogelijk gehouden. Lenen is dus vrij goedkoop, dus mensen hebben meer te besteden. Dit veroorzaakt al lichte inflatie. Ondanks de zwakte van Griekenland is het gunstig als de rente zo laag mogelijk wordt gehouden. Zeker in crisistijd, want lage rentes = meer bestedingen, en als consumenten veel besteden stimuleert dat de economische groei. Als Griekenland bezuinigd, werkt dat dus tegen. Als de inflatie echter te hard gaat, door onder andere Griekenland, verhoogd de ECB de rente. Lenen op krediet wordt door die hogere rente duurder, mensen lenen minder, en hebben dus minder te besteden. En dat is nou juist niet wat je in crisistijd wilt. Dit remt de economische groei. Aangezien er nog steeds veel schulden zijn bij overheden, bedrijven (banken) en burgers, zou een hogere rente hard aankomen, het zou kunnen leiden tot een nieuwe recessie.

Griekenland is niet het enige probleem. Er zijn nog meer landen met een zeer groot begrotingstekort. Landen als Spanje, Portugal, Ierland en Italië hebben ook hoge begrotingstekorten. Ze worden nu al aangeduid als de PIIGS-landen. Beleggers investeren minder snel in deze landen, de vraag naar de euro daalt. Zo daalt de wisselkoers van de euro.

Het is dus van belang dat de koers van de Euro ten opzichte van andere munten niet meer daalt. Maar toch zal het nodig moeten zijn om de PIIGS-landen binnen boort te houden, ten koste van de sterkte van de munt. De waardevermindering kan wel tot het minimum worden beperkt. Daarvoor moet vooral Griekenland snel bezuinigen op haar uitgaven. Het is echter niet verwonderlijk dat Griekenland het eerste euroland is dat dit lot moet ondergaan: stelselmatig heeft het land gelogen over haar statistieken.

Conclusie

De conclusie is dus dat Griekenland langere tijd alle schulden op de lange termijn probeerde af te schuiven. Dit deden ze door middel van gesjoemel, en met veel hulp van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs. Hierdoor werden delen van de tekorten niet zichtbaar voor de buitenwereld. Zo kon Griekenland wanprestaties blijven leveren, op te hoge voet leven, (goede pensioensleeftijd, hoge salarissen) enkel voor zichzelf. Door het uitblijven van sancties, heeft Griekenland de koersdaling van de euro in gang gezet. Door transacties achter de schermen en door veel gesjoemel kon het Griekse begrotingstekort zo hoog oplopen. De Grieken laten de ander eurolanden nu opdraaien voor hun acties. De bonden in Griekenland werken ook niet echt mee: zij zijn de luxe te erg gewend, en hebben massale stakingen afgekondigd. Dit werkt natuurlijk ook niet echt mee.





Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden