Wat is werkloosheid

Inleiding

Als er sprake is van werkloosheid, dan betekent dat dat er een situatie is waarin de vragers van de economie geen behoefte hebben aan aanbieders van arbeid. Oorzaken hiervan kunnen zijn dat ze al genoeg aanbieders hebben of omdat ze geen geschikte aanbieders kunnen vinden. Werkloosheid betekent dus dat het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid.

Wanneer ben je officieel werkloos?

Je bent volgens het Centraal Bureau van Statistiek werkeloos als je tussen de 15 en 64 jaar bent en geen werk hebt (of werk hebt voor minder dan 12 uur per week) en wanneer je staat ingeschreven bij een arbeidsbureau voor een baan van tenminste 12 uur per week. Het CBS gebruikt deze definitie om het aantal werklozen in Nederland te meten, maar echte werkloosheidcijfer ligt een stuk lager. Dat komt omdat een deel van de werklozen niet op zoek is naar een (nieuwe) baan, zoals 55+-ers en vrijwillige werklozen. Maar ook hebben een deel van de geregistreerde werklozen gewoon een baan, maar zijn ze op zoek naar een betere baan. Er zijn dus genoeg uitzonderingen die van invloed zijn op het werkelijke werkloosheidscijfer.

Welke soorten werkloosheid kun je onderscheiden?

Er kan onderscheid gemaakt worden in verschillende soorten werkloosheid, namelijk conjuncturele werkloosheid, structurele werkloosheid, seizoenswerkloosheid en frictiewerkloosheid. Hieronder volgt een uitleg over deze verschillende soorten werkloosheid, de oorzaken ervan en mogelijke oplossingen om ze te bestrijden.

Conjuncturele werkloosheid

Conjuncturele werkloosheid wordt veroorzaakt doordat er een terugval in de bestedingen ontstaat. Dit komt doordat mensen gewoonweg minder te besteden hebben. Als de vraag naar bijvoorbeeld een product daalt, moet ook de productie omlaag. Dit heeft tot gevolg dat je minder mensen nodig hebt om al het werk te doen en dit leidt tot een daling van de werkgelegenheid. Een mogelijke oplossing hiervoor is om als overheid de bestedingen weer op te voeren. De vraag naar producten zal dan weer stijgen en zo ook de behoefte aan werknemers. Andere oplossingen zijn belastingverlaging, het stimuleren van investeringen en het bevorderen van de export.

Structurele werkloosheid

Binnen structurele werkloosheid kan onderscheid gemaakt worden in structurele kwalitatieve of structurele kwantitatieve werkloosheid.

  • Structurele kwantitatieve werkloosheid ontstaat doordat er te weinig werkgelegenheid is. Zelfs als de gehele productiecapaciteit in gebruikt is, zijn er nog steeds werklozen. Oorzaken kunnen liggen in de productiefactoren (bijv. vervanging van arbeid door machines) maar ook in te hoge loonkosten, verplaatsing van de productie naar het buitenland of een enorme groei van de beroepsbevolking.

Een mogelijke oplossing is om het poldermodel toe te passen, dus de lonen minder hard te laten stijgen dan de stijging van de arbeidsproductiviteit. Echter, het nadeel hiervan kan zijn dat er conjuncturele werkloosheid optreedt omdat er minder te besteden valt. Ook kunnen er meer arbeidsplaatsen gecreëerd worden door de loonkosten laag te houden zodat arbeid goedkoper is en er meer breedte-investeringen gedaan zullen worden. Doordat arbeiders goedkoper zijn, zal de emigratie van bedrijven naar landen met minder hoge loonkosten ook kunnen worden voorkomen. Andere oplossingen kunnen het stimuleren van deeltijdwerk, het terugbrengen van het aantal uren in een voltijd baan en het eerder laten stoppen van ouderen met vervroegde uittreding.

  • Structurele kwalitatieve werkloosheid ontstaat doordat er geen werknemers te vinden zijn met de juiste kwaliteiten voor de baan. Er is dus sprake van aanbod van en vraag naar arbeid, maar het aanbod sluit niet aan bij de vraag. De eisen waaraan werknemers moeten voldoen, zijn in veel gevallen te hoog voor de aanbieders. Weinig geografische mobiliteit en onvoldoende en eenzijdige scholing kunnen hiervan de oorzaak zijn.

Mogelijke oplossingen zijn om werkzoekenden te stimuleren om herscholing of omscholing te doen zodat ze qua kennis en kunde beter aansluiten bij de vraag. Dit kan soms lang duren, omdat scholing tijd kost en ook veel geld kost, wat niet altijd opgebracht kan worden. Een andere oplossing zou kunnen zijn om mensen te stimuleren om buiten hun woonregio op zoek te gaan naar een baan.

Seizoenswerkloosheid

Seizoenswerkloosheid is het gevolg van banen die alleen in bepaalde maanden beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld in de bouw, de horeca en de langbouw ben je afhankelijk van het weer, de vakantietijden en het oogstseizoen. Doordat er mensen zijn die maar gedurende een deel van het jaar werken, worden ze voor het andere deel van het jaar als werkloos beschouwd. Mogelijke oplossingen zouden kunnen zijn om het personeel voor het andere halve jaar te detacheren aan andere bedrijven of meer werk te creëren in het stille seizoen.

Frictiewerkloosheid

Frictiewerkloosheid is een natuurlijke vorm van werkloosheid die niet te voorkomen is. Als jongeren bijvoorbeeld hun school verlaten of studie afronden dan hebben ze tijd nodig om een nieuwe baan te zoeken en dat kost tijd. Het gaat hier dus om werkloosheid voor een kortere periode. Lange sollicitatieprocedures en een ondoorzichtige arbeidsmarkt kunnen deze periode echter langer maken dan noodzakelijk. Daarom is het verstandig deze werkloosheid op een slimme manier aan te pakken, door bijvoorbeeld stagiaires gelijk een baan aan te bieden, mensen te laten solliciteren terwijl ze nog studeren, goede informatieverschaffing en ook door flexibilisering van de mark.


Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden