Verschillende sauzen

Bessesapsaus (6 personen)

  • 3 dl bessesap (sap van ± 400 g bessen)
  • 1 dl water
  • (citroenschil of pijpkaneel)
  • 10 g aardappelmeel
  • ± 60 g suiker

(Het water laten trekken met citroenschil of pijpkaneel). Het sap toeevoegen en het vocht binden met aangemengd aardappelmeel en affmaken met suiker. (Citroenschil of kaneel er uitnemen). Voor warme bessesapsaus 15 g aardappelmeel gebruiken. Bessesapsaus geven bij maizena- en griesmeelpudding, rijstpudding, gebakken brood, gebakken beschuit of koude wentelteefjes. De warme saus geven bij warme puddingen, warme wentelteefjes of droge rijst.

Frambozensaus (6 personen)

  • 2 dl frambozensap
  • 1 dl bessesap
  • 1 dl water
  • 10 g aardappelmeel
  • ± 40 g suiker

Het vruchtensap en het water aan de kook brengen, binden met aangemengd aardappelmeel en afmaken met suiker. Voor warme frambozensaus 15 g aardappelmeel gebruiken. De saus geven in dezelfde gevallen als bessesapsaus.

Sinaasappelsaus (6 personen)

  • een paar tabletjes suiker
  • sap van 4 sinaasappelen en van 1 citroen, aangevuld met water tot 4 dl
  • 10 g aardappelmeel

Met de suikertabletjes van de gewassen sinaasappelen schil afraspen. Het benodigde water binden met aangemengd aardappelmeel, de suiker en de suikertabletjes er in oplossen en het gezeefde sap toeevoegen wanneer het gebonden water koud is. In plaats van de schil met suiker af te raspen, kan dun afgeschilde sinaasappelschil in het water worden afgetrokken.

Sinaasappelsaus o.a. geven bij maizenapudding, griesmeelpudding, rijstpudding, sneeuwpudding of droge rijst.

Citroensaus (6 personen)

  • een paar tabletjes suiker
  • sap van 2 à 3 citroenen, aangevuld met water tot 4 dl
  • 10 g aardappelmeel
  • ± 80 g suiker

Bereiding en gebruik als sinaasappelsaus (vorig recept).

Gekruide bessensaus (6 personen)

  • 3 dl bessesap (sap van ± 400 g bessen)
  • 1 dl water
  • 2 kruidnagelen
  • stukje pijpkaneel
  • citroenschil
  • 10 gaardappelmeel
  • ± 60 g suiker

Het bessesap en het water laten trekken met kruidnagelen, pijpkaneel en citroenschil. Het gezeefde vocht binden met aangemengd aardapppelmeel en afmaken met suiker. Voor warme bessensaus 15 g aardappelmeel gebruiken. De koude saus geven bij koude puddingen als sneeuwpudding, griesmeelpudding, rijstpudding, broodpudding, koude broodschotel of koude wentelteefjes. Warme bessensaus geven bij warme puddingen, bij droge rijst of bij warme wentelteefjes of broodpannekoek.

Gekruide rode wijnsaus (6 personen)

  • 1 dl water
  • 2 kruidnagelen, pijpkaneel, citroenschil
  • 10 g aardappelmeel
  • 3 dl rode wijn
  • citroensap
  • ± 60 g suiker

Het water met de kruiden laten trekken, zeven, binden met aangemengd aardappelmeel en afmaken met wijn, citroensap en suiker. Voor warme wijnsaus 15 g aardappelmeel gebruiken. Deze saus geven in dezelfde gevallen als gekruide bessensaus.

Warme, gladde citroen saus (met eidooiers)

  • 4 eidooiers of 2 eidooiers en 10 g maizena
  • 75 g basterdsuiker
  • sap van 2 citroenen, aangevuld met water tot 2 dl
  • geraspte citroenschil


De dooiers roeren met de suiker (en de maizena), citroenschil, citroensap en water toevoegen en dit alles roerende verwarmen tot het gebonden is. Als maizena gebruikt wordt, moet de saus doorkoken. Citroensaus geven bij warme puddingen en bij crèmes frites.

Warme, gladde witte wijnsaus (met eidooiers)

  • 4 eidooiers of 2 eidooiers en 10 g maizena
  • ± 60 g suiker
  • 2 dl rijnwijn, algierse wijn of witte bessenwijn en sap van 1/2 citroen
  • geraspte citroenschil


Bereiding en gebruik als warme, gladde citroensaus, zie vorige recepten

hopelijk heb je iets geleerd en ga je het eens uitproberen eet smakelijk