Vullen en garneren van gebak

Vullen en garineren van gebak

Door een garnering of (en) een vulsel wint het gebak aan smaak en uiterlijk. Deze kunnen op velerlei wijzen gevarieerd worden en hetzelfde gebak kan daardoor telkens in een andere gedaante verschijnen. Voor het vullen wordt het afgekoelde gebak dikwijls in plakken gesneden (biscuittaart) of tussen de gebakken deeglagen (harde Wenertaart) wordt een laag jam, banketbakkersroom, stijfgeklopte room of crème au beurre aangebracht.

Opstaande kanten

De opstaande kanten van een taart worden, nadat de plakken op elkaar gelegd zijn, eerst afgewerkt. Ze kunnen worden bestreken met jam of crème au beurre of roomvla en daarna bedekt met gemalen of gesnipperde en geroosterde amandelen of met chocolade-hagelslag of met chocolade kattetongen of oublies.

Bestrooien met poedersuiker

Deze eenvoudige afwerking is op alle gebak toe te passen. Voor de ongelijke oppervlakte van tulband en soezen leent ze zich bijzonder goed. Voor winters gebak als sneeuwwballen, oliebollen, Weinachtsstollen suggereert ze de sneeuw. Op een platte taart b.v. zandtaart, kan men de poedersuiker versierend aanbrengen door ze er over te strooien, nadat een of ander papieren of plastic kanten kleedje of b.v. een taartroostertje er op is gelegd. De poedersuiker zo nodig fijn rollen en door een fijne zeef strooien. Bestrooien met chocoladehagelslag, gemalen of gesnipperde en geroosterrde amandelen, hazelnoten, pinda's of met nogakruimels. De korrels hechten goed als bovenkant en zijkanten met jam, banketbakkersroom of crème au beurre bestreken zijn.

Het gebak is meer versierd als een deel van de bovenkant niet bestrooid wordt, zodat daar b.v. bessengelei of abrikozenjam zichtbaar blijft. Met een dekseltje van een jampot laat men b.v. in het midden een rondje vrij, waarvan men de rand kan afzetten met een haksel van vruchtjes of halve kersjes of stukjes ananas. Zo kan men ook de rand van de bovenkant afwerken. Wanneer men 2 verschillende kleuren jam gebruikt en die in vakken naast elkaar zet, krijgt men ook een aardige versiering. Kerstkrans en ander gebak worden dikwijls bestreken met een dun laagje (gezeefde) ingekookte en nog warme abrikozenjam, die het gebak met een vlies bedekt. (De banketbakker noemt dit abricoteren).

Op de taart, die met jam of gelei bestreken is, kan ook een garnering van vruchten op sap gelegd worden. Zo nodig de vruchten eerst een poos in een suikerstroopje verwarmen zonder koken. De goed uitgelekte vruchten op het gebak leggen en de vruchten met abrikozenjam glanzen.

Garnering

Bessengelei met ananasgarnering is een goede combinatie, maar ook abrikozenjam met in partjes gesneden perziken of abrikozen uit blik. (Bij het snijden van vruchten met schil de schil onder leggen).

De vruchten kunnen regelmatig neergelegd worden of er wordt b.v. een bouquet van gemaakt, waartoe gemengde gekonfijte vruchten zich goed lenen.

Slagroom, die met (poeder)suiker is stijfgeklopt en die naar verkiezing geurig gemaakt is met vanillesuiker, een paar druppels oranjebloesemmwater, rozewater, likeur of essence, kan op de taart gespoten of gelegd worden. Gekonfijte vruchtjes, goed uitgelekte vruchten op sap of gesuikerde viooltjes, seringenbloempjes of rozeblaadjes, of pistaches (groene amandelen) als garnering er bij gebruiken. Zilveren pilletjes worden daar ook wel voor gebruikt.

Voor het glaceren van een taart is het iets doorschijnende waterglazuur wel het gemakkelijkst om te maken. Wil men gekleurd glazuur hebbben, dan is het ondoorschijnende eiwitglazuur beter omdat het mooier kleurt.

Versieringen

Voor het maken van opschriften en lijnvormige versieringen leent zich goed het eiwitglazuur, dat met weinig eiwit lang vermengd is, zodat men een stevig, taai, glanzend papje gekregen heeft, waarvan de letters niet uit lopen. Waterglazuur is ook hiervoor te gebruiken. Het glazuur in een van papier gevouwen puntig zakje doen en een klein puntje er afknippen. De bovenkant dichtvouwen en met het hierdoor verkregen papierpropje het glazuur (de crème au beurre of de room) er langzaam schrijvend uitdrukken.

Met verschillende soorten crème au beurre verkrijgt men het beste effect door de boter op de taart te spuiten. Men kan echter sneller de crème au beurre er dik opstrijken en met een in heet water gedooppte vork er versieringen in maken of met een spatel of slap mes een wolkachtig effect er op aanbrengen. Een eenvoudige afwerking is het bestrooien van chocöladeboter me,t chocolade-hagelslag.

Wil men de taart toepasselijk maken voor een feestelijke gelegenheid, dan is daarvan ook iets aardigs te maken door een naam, een getal, een jaartal, een wens er met dik glazuur op te spuiten.

Opfleuren

Ook kan men de taart opfleuren met kaarsjes (verjaarstaart) of vlaggetjes, of witte bloemetjes (bruidstaart). De paastaart kan verrsierd worden met vogelnestjes, paaseitjes 'en kuikentjes en het kersttgebak met hulst of dennetakjes, die met suikerstroop vochtig zijn gemaakt en daarna met aardappelmeel "besneeuwd" zijn. Kaarsjes, een kerstboompje of een kerstmannetje zijn verder de bekende kersttversieringen. Een kanten taartrand of een rand van versierd papier maakt het geheel af.