Kinderverhaaltje over een onhandig hondje

Inleiding

Ik ben in 1999 begonnen met het schrijven van kinderverhalen. Het onhandige hondje is er 1 van uit de oude doos. Veel plezier ermee!

Het onhandige hondje

Er lagen 7 puppies in het nestje bij de familie Vermeulen. Het was allemaal niet makkelijk geweest voor de moederhond. Alle puppies werden snel achter elkaar geboren behalve de laatste. Deze lag andersom in de buik van zijn moeder en kwam eerst met zijn kontje in plaats van eerst met zijn kopje. Het had de moederhond veel moeite gekost maar met wat hulp is het toch gelukt. De eerste nacht was het een beetje onrustig in het nest. De moeder moest wat wennen aan al dat kleine spul. De puppies waren wel erg rustig, op die ene na. Het puppie dat als laatse was geboren, had ook het grootste bekkie. Altijd wilde hij als eerste drinken en duwde alle puppies die in de weg lagen opzij.

Toen ze twee weken oud waren gingen de oogjes open en gingen de puppies erop uit. Het laatste puppie had een naam gekregen. Omdat hij zo brutaal was hadden ze hem rakkertje genoemd. Rakkertje was heel erg nieuwsgierig en kroop dan ook als eerste uit het nest. Nog wat onhandig glibberde hij met zijn kleine pootjes over het zeil in de keuken. Hij liep op de waterbak van zijn moeder af en wilde eraan snuffelen. Hij stopte zijn neusje erin en rook aan het water. Hij kreeg water in zijn neusje en begon te niesen en proesten. De moeder ging meteen op hem af en likte zijn neusje schoon. Van schrik liep hij maar weer terug naar zijn broertjes en zusjes. De weken gingen voorbij en de puppies werden steeds groter en vervelender. Ze probeerden steeds hun moeder in de staart te bijten en in haar oren. De moeder was het gespeel van de puppies echt zat nu. WijzigenVerwijderenmove

De puppies waren bijna 8 weken en er kwamen steeds mensen kijken om een puppie uit te zoeken. Toen ze allemaal 8 weken oud waren kwamen die mensen alle puppies ophalen en gingen ze mee naar hun nieuwe huisje en baasjes. Behalve rakkertje. Niemand had rakkertje meegenomen en hij voelde zich erg zielig en alleen zonder zijn broertjes en zusjes. De familie Vermeulen had besloten om rakkertje te houden. Samen met zijn moeder ging hij aan het riempje uit en hij ontdekte de wereld. Hij leerde veel van zijn moeder. Ze speelden samen en stoeiden. Het viel wel op dat rakkertje een beetje een onhandig hondje was. Hij struikelde over takken die in het park lagen en als hij een slokje slootwater wilde nemen viel hij pardoes in de sloot en moest hij weer in bad als ze thuis kwamen. Rakkertje groeide en groeide en al snel was hij een hele grote hond geworden. Nog steeds onhandig, dat wel. Nog steeds struikelde hij over takken en viel hij in de sloot. Op een dag was hij weer met zijn moeder en hun baasje in het park. Natuurlijk ging het weer fout met de takken. Maar net toen rakkertje uit de sloot wilde gaan drinken viel er een kind in het water.      

Rakkertje sprong in het water en pakte voorzichtig met zijn tanden de kraag van het jasje van het kind vast. Hij zwom naar de kant en mensen die daar stonden te kijken pakten het kind aan van rakkertje. Rakkertje schudde zich uit en alle mensen werden nat door hem. In plaats van dat iedereen boos op hem werd begonnen de mensen te lachen en kwamen allemaal naar rakkertje toe om hem te aaien. Het kind huilde van de schrik en de moeder nam het mee naar huis. De volgende dag lag er een grote kluif voor rakkertje in zijn mand. Hij begreep niet waarom hij die had gekregen maar met smaak at hij de kluif op. Vanaf die dag was rakkertje niet langer het onhandige hondje. Hij struikelde niet meer en viel ook niet meer in de sloot. Hij stapte stoer rond en mensen keken hem nog vaak na, wijzend met hun vinger. Dat is die hond die een kindje heeft gered. Rakkertje was een stoere rakker geworden.