Provence vakantie

Provence

De Provence is een verzamelnaam voor het gebied dat begrensd wordt door Rhone in het westen, Italië in het oosten, de Middellandse Zee in het zuiden en de Alpen in het noorden. Vijf departementen besturen het land. Ze zijn Drome, Vaucluse, Bouches ud Rhone, Var en Alpes de Haute Provence. De Provence wordt gekenmerkt door geurige lavendel, zilvergroene olijfbomen, rustieke dorpen, wijnkastelen en het geluid van miljoenen krekels. Jaarlijks verblijven er miljoenen toeristen om te proeven van 'la douce france'. De hele provence beschrijven in één artikel is onmogelijk. Maar enkele tips en ervaringen kun je hier zeker vinden.

Proef de Provence

In elk vakantiegebied ter wereld kun je souvenirs kopen, meestal gaat het om wat handwerk of kleine snuisterijen. In de Provence kan ik maar één ding aanbevelen...proef je souvenirs. Natuurlijk vind je er ook massa's antiek en mooie schilderijen maar de geuren en smaken van de Provence kan je ook mee naar huis nemen. Zo krijg je thuis elke keer weer een mooie vakantieherinnering.

Herbes de Provence:

Op elke lokale markt staan er kraampjes met verse kruiden. Maar deze kruidenmengeling is qua geur en samenstelling ideaal om mee naar huis te nemen. Ze past heerlijk bij pasta, vlees, en bbq.

Chateauneuf-du-pape:

Eén van de meest bekende wijnen ter wereld, natuurlijk zijn er nog honderden andere soorten die ook heel lekker zijn en een stuk goedkoper.

Callissons:

Deze amandelkoekjes met meloen en suikerglazuur vind je vooral in Aix-en Provence.

Anchoide:

Pasta op basis van olijfolie en ansjovis, heerlijk op geroosterd brood als aperitiefhapje.

Lavendelhoning:

Zoeter dan onze honing met een lichte lavendelsmaak.

Pistou:

De franse versie van de pesto, lekker bij pasta, lookbrood, vis,...

De lijst met lekkernijen is eindeloos, proef gewoon en neem mee wat je het lekkerst vindt. En vergeet zeker geen olijven of olijfolie.

Zeker zien

In de Provence kan je gerust enkele jaren op vakantie gaan en elke keer iets nieuws beleven. Ik geef je enkele tips maar deze lijst is zeker niet het enig wat er te zien is in de Provence.

Aix-en Provence:

Eén van de mooiste straten is de Cours Mirabeau, het is er heerlijk flaneren langs prachtige gevels en fonteinen, men maakt wel eens de vergelijking met de ramblas in Barcelona.

Grand canyon de Verdon:

Deze kloof van 21 km lang en 700 m diep beschouwt men als het mooiste natuurwonder van Europa. Je kan er wandelen, fietsen, klimmen,... Op het azuurblauwe meer van St-Croix kan je bootjes huren en de kloof in varen, zeker de moeite waard.

Plateau de Valensole:

Vanaf half juni staat hier de lavendel in volle bloei, de paarse velden strekken zich over honderden hectaren uit. Ook in de regio van Sault vind je zulke lavendelvelden.

Avignon:

Deze ommuurde stad leent zich perfect voor een stadswandeling. Ze is vooral bekend om haar festivals, het pauselijk paleis en de beroemde brug uit het liedje 'sur le pont d'avignon'. Voor de brug te betreden moet je inkom betalen, maar een veel mooier zicht op de brug krijg je van bovenaf in de pauselijke tuinen. Parkeren doe je hier best buiten de stadsmuren.

Dorpen in de Lubéron:

Enkele prachtige dorpen vind je hier op korte afstand van elkaar. In Roussillon zijn er prachige okerrotsen. Gordès is prachtig gelegen boven op een bergtop. L'Isle sur la Sorgue is bekend om zijn antiekmarkt, neem er wel de eerste parkeerplaats die je ziet want het is er ontzettend druk. Fontaine de Vaucluse is de moeite waard als het water van de Sorgue hoog genoeg staat, anders is er niet zo veel te zien aan deze bron. Hier vind je ook veel toeristenvallen, ik zou er niet aanraden om te blijven eten.

Mont Ventoux:

letterlijk vertaald betekent dit 'winderige berg', en dat merken de honderden wielertoeristen die de berg proberen te beklimmen. Met de auto ben je in een klein uurtje boven, kies wel een dag met goed weer, dan krijg je op de top een prachtig uitzicht cadeau. In de buurt van Sault kan je ook nog de 'gorges de la Nesque' bezoeken, een prachtige kloof gevormd door het riviertje la Nesque.

Marseille:

Deze historische stad verdient eigenlijk een eigen artikel. Een tip die ik je wel al kan meegeven zijn de Calanques. Deze betoverende piepkleine baaitjes liggen tussen de rotsen aan smaragdgroen water. De meeste zijn enkel per boor bereikbaar. Ze liggen tussen Marseille en Cassis.

Dit zijn enkele plekken die ik bezocht heb. En dan heb ik nog niet gesproken over de Camargue, Orange, Les beaux de Provence, Nimes,... Misschien eens in een volgend artikel na een volgende reis.

Praktisch

De streek leent zich perfect om met de wagen verkend te worden. Er zijn talloze mogelijkheden om te blijven overnachten. Van campings en chambres d'hotes tot luxe hotels. Reizen doe je met het vliegtuig tot Nice, per TGV of via de autoroute du soleil met de wagen. Ik verkies het laatste omdat je dan ter plaatse over je wagen beschikt. De huurwagens zijn nogal prijzig in Frankrijk.

De ideale reisperiode is van mei tot oktober. Hou in de zomermaanden wel rekeing met enorme drukte. Ook de Mistral wind gooit soms wat roet in het eten. Ik geef je nog enkele tips mee met deze links:

Chez-soi en Luberon

Chez Bru

Tourisme Provence