Veel voorkomenede problemen bij zindelijkheidstraining

Inleiding

Soms lijkt het wel alsof zindelijkheidstraining vanzelf gaat. Je hoort van anderen dat zijn kind zo snel zindelijk was. Soms zelfs binnen een week en bijna geen ongelukjes. Ja, de eerste dag en daarna ging het goed. Wat zou het fijn zijn als het bij iedereen zo makkelijk zou gaan. Maar helaas geldt dat niet voor iedereen. Het is zelfs eerder een uitzondering dan een gewoonte. Natuurlijk zijn er kinderen die zo snel zindelijk zijn, maar de meeste doen er toch iets langer over.

Zindelijkheidstraining 

Naar de basisschool en nog niet zindelijk

Zindelijkheidstraining is een proces wat gaat met vallen en opstaan. Het is niet uitzonderlijk als je kind er een half jaar over doet en het is ook niet vreemd als er in dat half jaar regelmatig een ongelukje gebeurt. De meeste kinderen worden eerst "plas zindelijk", daarna worden ze "poep zindelijk". Tegenwoordig is het zelfs geen uitzondering meer als je kind al bijna vier is en nog niet zindelijk is.

En daar is dan al het eerste probleem. Natuurlijk is dit geen probleem als je kind nog niet naar school gaat. Maar zodra hij vier is en wel naar school gaat, merk je dat de meeste andere kinderen geen luiers meer dragen. Ook is het voor de juf niet handig om kinderen te gaan verschonen. Ze moet tenslotte haar klas in de gaten houden en dat kan niet als ze continue weg moet om een luier te verschonen. Bij sommige scholen wordt je kind zelfs geweigerd als deze niet zindelijk is. Andere scholen zijn daar weer toleranter in. 

Motivatie

Niet alle kinderen geven uit hun zelf aan dat ze geen luier meer willen. Zeker bij een kind van drie en een half kun je zelf het initiatief nemen. Begin met het motiveren van je kind. Geef je kind het gevoel dat hij al groot en zeker geen baby meer is. Lees verhalen, kijk filmpjes en zing liedjes over kinderen die naar het potje gaan. Gebruik een beloningskaart en geef veel complimentjes als het lukt. Maak je niet te druk bij ongelukjes, ze horen er helaas bij. Zeker met de basisschool in zicht kun je je kind vertellen dat de kinderen daar geen luier meer dragen. Voor sommige kinderen is dit genoeg motivatie. Je kunt in het begin je kind op gezette tijden naar het potje (of de wc brengen). Maar je kunt ook gelijk de luier uit doen. Als ritueel zou je deze kunnen begraven of aan een jonger broertje of zusje geven. Worden jullie beide te gefrustreerd laat het even rusten, maar geef het niet te snel op.

Communicatie met de juf

Is het dan zover dat je kind naar de basisschool gaat en is hij nog steeds niet goed zindelijk? Bespreek het met zijn juf. Zij kan hem er aan herinneren op tijd naar de wc te gaan. En misschien heeft ze nog een paar andere handige tips. Ook het zien van klasgenoten die allemaal naar de wc gaan kan een positief effect hebben. De zomervakantie is in ieder geval een goede periode om te oefenen. Als het warm is kan je je kind in de blote billen in de tuin laten lopen. Op deze manier worden ze zich veel bewuster van hun ontlasting.

Potjesangst

Een ander veel voorkomend probleem is de potjes of poep en plas angst. Bij deze angst komt het er op neer dat je kind wel aanvoelt wanneer hij moet plassen of poepen, maar dit niet op het potje of de wc durft te doen. Heeft hij een luier aan dan kan hij zich weer ontspannen en is de luier snel gevuld. Deze angst kan verschillende redenen hebben. Bij de wc kan een kind bang zijn om in het gat te vallen. Hij kan het geluid van doorspoelen eng vinden. Hij kan het idee hebben iets van zichzelf te verliezen. Neem zijn angst serieus, maar laat ook zien dat er niks aan de hand is. Laat je kind meegaan als jezelf naar de wc gaat. Gebruik een wc bril verkleiner en krukje, zodat je kind een goede houding heeft op de wc. Met een ouder kind kun je over de angst praten. Als je een idee hebt waar zijn angst vandaan komt kun je makkelijker tot de oplossing komen. Probeer je kind af te leiden als hij op het potje of de wc zit.

Terugval in de zindelijkheid

Ook een terugval in de zindelijkheid is een probleem wat veel voorkomt. Vaak gebeurt dit als er een verandering of spanningen in de omgeving zijn. Dit kan de geboorte van een broertje of zusje zijn, overlijden van opa of oma, voor het eerst naar de basisschool, veel ruzie in huis of de spanningen van de komende decembermaand. In de meeste gevallen is het een periode die vanzelf weer over gaat. 

Het kan ook een vorm van negatieve aandacht vragen zijn. Zeker bij een nieuw broertje of zusje kan een kind bang zijn dat papa en mama geen aandacht meer voor hem hebben. Geef positieve aandacht, ook op momenten dat je kind er niet om vraagt. Geef niet teveel aandacht aan de ongelukjes. Laat je kind helpen met de vuile kleren in de was te doen en weer schone kleren te pakken. Blijf er rustig onder. Hoe meer ophef je er over maakt, hoe groter de kans dat het lastig wordt het patroon te doorbreken. 

Soms is er een terugval in de zindelijkheid door een medische oorzaak. Bijvoorbeeld in het geval van een blaasontsteking. Als je het idee hebt dat er meer aan de hand is, raadpleeg dan je huisarts. Beter een keer teveel dan te weinig. 

Conclusie

Bij veel ouders gaat de zindelijkheidstraining niet vanzelf. Problemen als potjes angst en een terugval in de zindelijkheid komen vaker voor dan je denkt. Het is niet alleen fijn om te weten dat deze problemen er bij horen, maar ook om te weten wat je er aan kan doen.

Hoe vervelend deze problemen op het moment zelf ook zijn, op een gegeven moment gaan ze weer over. Vaak is het een kwestie van geduld.