Preventieve zorg: problemen voorkomen

Inleiding

Vooral omdat het in de jeugdzorg om jonge mensen gaat, is het belangrijk problemen te voorkomen. Op de verschillende werkplekken gebeurt dat met verschillende hulpverleningsmethodieken.

Jeugdigen en/of hun ouders kunnen vrij gebruik maken van de preventieve voorzieningen, vaak zelfs zonder vooraf een afspraak te maken. Als medewerker van een preventieve voorziening help je de jongeren door advies te geven of ze te ondersteunen. Als blijkt dat andere hulp nodig is, verwijs je door naar de daarvoor aangewezen instanties. De contacten met je cliënten zijn over het algemeen van korte duur.

Verschillende vormen

Telefonische hulpdiensten

Het bekendste voorbeeld van een telefonische hulpdienst is wel de kindertelefoon. De meeste bellers zijn tussen de 8 en 18 jaar. Het zijn niet altijd problemen waarvoor kinderen bellen, het is ook mogelijk dat ze gewoon eens met iemand willen praten of een vraag hebben. Er werken veel vrijwilligers bij de kindertelefoon, maar ook coördinerende beroepskrachten.

Sinds 1996 is er ook de opvoedtelefoon. Hier kunnen ouders met kinderen van 0-18 jaar naar bellen met alle vragen die zij hebben over de opvoeding van hun kinderen. De opvoedtelefoon wordt bemenst door medewerkers van instellingen voor opvoedingsondersteuning en jeugdhulpverlening.

De 'winkels'

Vragen over school, werk, uitkering, seksualiteit, wonen, cultuur, financiën... Medewerkers van een Jongeren Informatie Punt (JIP) proberen de vragen van jongeren te beantwoorden. Jongeren kunnen er vrij binnenlopen, meestal op vaste uren overdag. Dat geldt ook voor de kinderrechtswinkels. Daar kunnen kinderen en jongeren op spreekuren terecht met vragen over wetten en regels. Bijvoorbeeld vanwege een omgangsregeling door scheiding van de ouders, een achternaamwijziging, een arbeidscontract of uitkering, een schorsing van school of een verblijfsvergunning.

Opvoedbureaus

In maximaal zes gesprekken (meestal is drie voldoende) proberen de opvoedingsondersteuners samen met ouders tot oplossingen voor opvoedkundige problemen te komen. Ook medewerkers van andere jeugdzorgvoorzieningen kunnen bij de opvoedbureaus terecht voor deskundigheidsbevordering, advies of informatie. Opvoedbureaus zijn gevestigd op allerlei locaties, bijvoorbeeld in een consultatiebureau (zie thuiszorg), GGD, wijkcentrum of buurthuis (zie sociaal cultureel werk).

Bureau HALT

Er zijn bijna 70 HALT-bureaus in Nederland. HALT staat voor Het ALTernatief. De bureaus zijn in het leven geroepen om de jeugdcriminaliteit terug te dringen. Door een snelle reactie (lik-op-stukreactie) worden jongeren geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag en daar zelf verantwoordelijk voor gesteld. De straffen zijn een soort tegenprestatie voor de benadeelde, bijvoorbeeld in de vorm van een werkstraf of vergoeding. De meeste HALT-bureaus vallen organisatorisch onder de gemeente: als medewerker ben je in dat geval bij de gemeente in dienst. Bureau HALT kan ook bij een welzijns- of jeugdhulpverleningsorganisatie onderbracht zijn. Het aantal medewerkers per bureau ligt tussen één en vijftien.

Links

Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden