Het strafprocesrecht

Het strafprocesrecht

Wat zijn de hoofdlijnen van een strafproces, wat zijn de bronnen van het strafprocesrecht en welke beginselen zijn leidend in het strafproces?

Iedereen vraagt zich wel eens af wat de hoofdlijnen zijn van een strafproces en welke beginselen er leidend zijn in zo een strafproces. In dit artikel zal ik wat vertellen over deze hoofdlijnen en beginselen.

Wat zijn de hoofdlijnen van een strafproces?

In het model van het strafprocesrecht wordt er gebruik gemaakt van twee begrippen. In de eerste plaats is dit het inquisitoire proces en in de tweede plaats het accussatoire proces. Wat houden deze begrippen in?

Inquisitoire strafproces

Het inquisitoire proces wordt gekenmerkt door de gedachte dat de verdachte, die een strafbaar feit heeft begaan, voorwerp van het onderzoek is. Hij is geen gelijkwaardige procespartij. In het inquisitoire proces heeft de verdachte niet dezelfde rechten als het Openbaar ministerie. De verdachte heeft geen zelfstandige rechten en bevoegdheden. In dit inquisitoire proces staat de waarheidsvinding centraal. De strafrechter is actief en ondervraagt zelf getuigen en doet zelf onderzoek.

Accussatoire strafproces

Het accussatoire proces wordt gekenmerkt door de gedachte dat de verdachte een gelijkwaardige procespartij is. Hij heeft in dit proces dezelfde rechten en bevoegdheden als het Openbaar ministerie. In dit proces is de strafrechter niet actief, hij is lijdelijk. Hij hoort de partijen aan en doet zelf geen actief onderzoek.

In Nederland hebben wij een gematigd accussatoire proces, er zijn kenmerken van beide soorten processen aanwezig.

Het openbaar ministerie

In de tweede plaats is het Openbaar ministerie in ons land dominus litis. Dit houdt in dat zij de grenzen van het geschil bepaalt. Het Openbaar ministerie heeft een vervolgingsmonopolie. Het Openbaar ministerie bepaalt of het al dan niet tot vervolging van een strafbaar feit over zal gaan. Dit wordt ook wel het opportuniteitsbeginsel genoemd (artikel 167 lid 2 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/TweedeBoek/TitelI/Vijfdeafdeeling/Artikel167/geldigheidsdatum_29-03-2011] en 242 lid 2 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/TweedeBoek/TitelIV/Artikel242/geldigheidsdatum_29-03-2011] Wetboek van Strafvordering).

Op het vervolgingsmonopolie van het Openbaar ministerie moet er ook een correctiemechanisme aanwezig zijn. Dit is het beklagprocedure van artikel 12 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/EersteBoek/TitelI/Vierdeafdeeling/Artikel12/geldigheidsdatum_29-03-2011] van het Wetboek van Strafvordering. Een correctiemechanisme is een manier op controle uit te oefenen op het vervolgingsmonopolie van het Openbaar ministerie. Door middel van het beklagprocedure kan een rechtstreeks belanghebbende schriftelijk beklag doen bij het Gerechtshof wanneer de rechtbank een bepaalde strafbare feit niet vervolgd, de vervolging niet voortzet of indien de vervolging plaatsvindt door middel van het uitvaardigen van een strafbeschikking.

Het voorbereidend onderzoek

Het voorbereidend onderzoek wordt ook wel het vooronderzoek genoemd. Artikel 132 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/EersteBoek/TitelVI/Artikel132/geldigheidsdatum_29-03-2011] Wetboek van Strafvordering definieert het voorbereidend onderzoek als het onderzoek dat aan de behandeling van het onderzoek ter terechtzitting voorafgaat. Wat gaat er aan die behandeling van het onderzoek ter terechtzitting vooraf? Dit kan een opsporingsonderzoek zijn, een gerechtelijk vooronderzoek of een strafrechtelijk financieel onderzoek.

Wat zijn de bronnen van het strafprocesrecht?

Het Wetboek van Strafvordering biedt geen exclusieve regeling van het strafprocesrecht. Er zijn ook andere bepalingen en wetten die van belang kunnen zijn. Dit worden ook wel de bronnen van het strafprocesrecht genoemd. Hierbij kun je denken aan het Europese verdragsrecht, het ongeschreven recht. bij het ongeschreven recht kun je denken aan de beginselen van een goede procesorde.

Welke ongeschreven beginselen kunnen er onderscheiden worden?

In de eerste plaats de redelijke en billijke belangenafweging. Hierbij gaat het om de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Bij de proportionaliteit gaat het om de vraag of het middel in redelijke verhouding staat met het doel. Bij de subsidiariteit gaat het om de vraag of er niet met een minder ingrijpend middel volstaan kan worden.

In de tweede plaats het gelijkheidsbeginsel. Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden en ongelijke gevallen ongelijk.

In de derde plaats is er het vertrouwensbeginsel als ongeschreven beginsel. Het vertrouwensbeginsel houdt in dat je af moet kunnen gaan op gerechtvaardigde verwachtingen van de overheid.

Tot slot is er het beginsel van zuiverheid van oogmerk. Dit beginsel houdt in dat het Openbaar ministerie niet onrechtmatig mag handelen jegens de verdachte.

Welke beginselen zijn leidend in het strafproces(recht)?

In het strafproces zijn er enkele beginsel die leidend zijn voor een dergelijk proces. In de eerste plaats kun je denken aan het onmiddelijkheidsbeginsel. Het onmiddelijkheidsbeginsel houdt in dat de rechter beraadslaagt naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting. De rechter dient zijn oordeel over een bepaalde strafzaak te vormen naar aanleiding van hetgeen hij tijdens de zitting heeft gehoord.

In de tweede plaats is er het legaliteitsbeginsel van artikel 1 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/EersteBoek/TitelI/Eersteafdeeling/Artikel1/geldigheidsdatum_29-03-2011] Wetboek van Strafvordering. Het legaliteitsbeginsel is één van de belangrijkste beginselen in het strafprocesrecht. Dit beginsel houdt in dat overheidshandelen een wettelijke basis moet hebben. Wij hebben het legaliteitsbeginsel om willekeur van de overheid te voorkomen. Om te voorkomen dat de overheid haar bevoegdheden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het bedoeld is.

In de derde plaats is er het onschuldpresumptie van de verdachte. Een verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld of onschuld is bewezen. Dit beginsel staat vermeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. .

Gekoppeld aan het beginsel van de onschuldpresumptie is het nemo tenetur beginsel. Dit beginsel houdt in dat een verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken. Tot slot speel het beginsel van hoor en wederhoor in het kader van het strafproces ook een belangrijke rol. Beide partijen moeten in de gelegenheid gesteld worden om hun zienswijzen naar voren te brengen.

Slot

Naar aanleiding van dit artikel is u nu duidelijk geworden hoe ons strafproces eruitziet. Welke beginselen gelden er in Nederland ten tijde van een strafproces, uit welke bronnen worden de regels van het strafprocesrecht geput en door wat voor soort proces wordt ons Nederlandse strafstelsel gekenmerkt.

In Nederland geldt een gematigd accussatoire strafproces. De regels kunnen uit diverse bronnen geput worden, dus niet alles staat in het Wetboek van Strafvordering. Tot slot is het legaliteitsbeginsel een van de belangrijkste beginselen van het strafprocesrecht.