Waardoor lijken kinderen op hun ouders
Waardoor lijken kinderen vaak op hun ouders?
Pas in deze eeuw konden wetenschappers verklaren waarom kinderen zo vaak op hun ouders lijken. Die gelijkenis wordt bewerkstelligd door minuscule stukjes levende materie, de genen, die bij de voortplanting van de mens worden doorgegeven. Genen bevatten instructies in code en bepalen voor een zeer groot deel de eigenschappen van het individu.
Het zijn onderdelen van draadvormige constructies die chromosomen worden genoemd en die zijn in de kern van elke lichaamscel aanwezig. De moderne biochemie is er ondertussen achtergekomen dat genen en chromosomen zijn opgebouwd uit deoxyribonucleïnezuur(meestal aangeduid met de Engelse afkorting DNA) .
Elke menselijke cel bevat DNA in de vorm van een uiterst dunne, langgerekte dubbele spiraal met een lengte van 180 cm.
Hoe krijgen kinderen genen van hun ouders?
Het proces van overerving, de overbrenging van genen van de ene generatie op de andere, begint in de teelballen van de man en in de eierstokken van de vrouw. Daar worden normale kiemcellen tot de geslachtscellen gevormd. Waarvan de genen aan het nageslacht worden doorgegeven. Kiemcellen tot de geslachtscellen, waarvan de genen aan het nageslacht worden doorgegeven. Zoals alle lichaamscellen, met uitzondering van de geslachtscellen, bevatten de kiemcellen bij de mens 46 chromosomen.
Worden uit die kiemcellen geslachtscellen gevormd (spermacel, eicel) dan gebeurt dat in een delingsproces, de meiose.
Hierbij wordt het aantal chromosomen teruggebracht tot 23 (de helft). Verenigt een spermacel (23 chromosomen) zich met een eicel (ook 23 chromosomen), dan zal de daardoor gevormde nieuwe cel weer 46 chromosomen bevatten, van elk ouder precies een helft. Met de chromosomen worden ook de genen overgedragen.
Chromosomen, genen en de celkern.
Talloze erfelijke eigenschappen geven ouders aan hun kinderen door middels de genen. Genen, de dragers van alle erfelijke factoren, kunnen worden aangetroffen in elke lichaamscel, en wel in de celkern(nucleus). In dit controlecentrum dat alle taken van de cel regelt, zijn de 46 staaf- of draadvormige lichaampjes aanwezig die chromosomen worden genoemd. In elke chromosoom bevinden zich vele duizenden genen. De chromosomen en de genen bestaan uit deoxyribonucleïnezuur, veelal DNA genoemd. In dit DNA liggen de erfelijke codes besloten, die van generatie op generatie worden overgedragen. Het DNA waarvan elk gen is gemaakt, bevat een genetische boodschap in de vorm van aanwijzingen voor de vervaardiging van een van de zeer vele eiwitten, die het lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren.
Zijn alle genen even krachtig?
Het is heel goed mogelijk een gen te hebben geërfd dat voor een bepaalde eigenschap zorgt, zonder dat die wel degelijk aanwezige eigenschap met het blote oog gezien kan worden of op een of andere manier tot uiting komt.Mensen met een gen voor blond haar kunnen best donker haar hebben. Dat komt doordat het (ook geërfde) gen voor donker haar een krachtiger invloed heeft dat het gen voor blond haar. Genen vormen paren: achter elke overgeërfde eigenschap staat zo'n paar van twee genen. Er zijn twee soorten genen: dominante genen en recessieve genen. Is van een paar genen een gen dominant en een recessief, dan zal het dominante gen zich doen gelden en zijn stempel op het individu drukken. De invloed van het recessieve gen wordt onderdrukt. Alleen wanneer beide genen recessief zijn, kunnen de eigenschappen (of afwijkingen) van zo'n recessief gen zich uiten.
Met andere woorden: wordt een recessief gen met een bepaalde eigenschap van beide ouders geërfd dan zal deze eigenschap zich in het individu manifesteren. Wordt van één ouder een recessief gen geërfd, dan zal de betrokken persoon gewoonlijk nooit merken dat hij het gen bezit.