Hoe gezond is de Chinese keuken

Inleiding

Chinese restaurants van de meest uiteenlopende aard, schieten overal als paddenstoelen uit de grond. Hoe gezond is nu eigenlijk deze Chinese keuken? Wat staat hier centraal en verschillen de Chinese gerechten  die we hier gereserveerd krijgen, veel van de authentieke? Wat is het effect van de Chinese keuken op onze gezondheid en bestaan er eenvoudige gerechten die we zonder veel problemen in eigen keuken kunnen bereiden?

Versheid troef

De grootste troef van de hedendaagse, Chinese keuken is ongetwijfeld de versheid van de vele producten en ingrediënten. Het basispricipe bestaat erin dat, alles wat ook maar enigszins eetbaar is, ook verwerkt wordt. De Chinese keuken behoort niettemin tot de fijnste ter wereld.  Door de uitgestrektheid van dit land, kan men echter onmogelijk van dé Chinese keuken spreken. De verschillende klimatologische omstandigheden waarmee men hier wordt geconfronteerd, hebben ongetwijfeld zijn onvloed op de verschillende regionale keukens van China. Hier kan men dus enkel spreken van gemeenschappelijke kenmerken die haast in alle regionale keukens zijn terug te vinden.

Tegengestelde smaken, Yin-Yang filosofie

Typisch aan alle regionale keukens is ongetwijfeld de Yin-Yang filosofie, die zelfs hier sterk is doorgedrongen. In een Chinees gerecht worden verschillende tegengestelde smaken als zuur-zoet, tegengestelde texturen als mals en knapperig, naar hartelust gecombineerd.

Erg gezonde keuken

De basisproducten van de Chinese keuken zijn granen en rijst in het oosten en gierst in het oosten van het land. Deze worden hoofdzakelijk geserveerd als pasta, deegwaren, als pap of zelfs puur. Om de vele graansoorten meer smaak te geven, worden zowel dierlijke als plantaardige vetten gebruikt, maar dit steeds in beperkte mate. Door het veelvuldig gebruik van verse seizoensgroenten, kruiden en kip, is de Chinese keuken erg gezond. Ze is in hoofdzaak zowel vet-als chalorie-arm en bijzonder rijk aan vitaminen, mineralen, vezels en oligo-elementen. Men hanteert verschillende bereidingsvormen zoals koken, bakken, stomen en vooral frituren en roerbakken.

Frituren en roerbakken

De Chinese keuken maakt dus veelvuldig gebruik van frituren en roerbakken. Dat resulteert echter niet in vette toestanden, wel integendeel. Men zorgt er steeds voor dat er voldoende olie in de pan aanwezig is om de producten volledig onder te kunnen zetten. Bij het frituren is de temperatuur van groot belang. Deze varieert tussen de 170 en de 190 graden. Wil men geen vette toestanden, dan is het gebruik van de juiste olie eveneens erg belangrijk. Zo is olijfolie niet geschikt om te frituren, dit vanwege zijn erg uitgesproken smaak.Chinese koks gebruiken hoofdzakelijk pinda-olie. Plantaardige oliën zoals zonnebloemolie, zijn eveneens geschikt voor het frituren.

Roerbakken is dan weer een andere, en veel gebruikte Chinese kooktechniek. In tegenstelling tot frituren, maakt men hier gebruik van slechts enkele druppels olie. Roerbakken is een uiterst snelle manier van koken, zodat vooraf alle ingrediënten in fijne stukjes dienen gesneden te worden. Roerbakken erg gezond,  omdat hier haast geen vet wordt gebruikt. De hitte én de uiterst snelle bereidingswijze zorgen er voor dat zoveel mogelijk voedingsstoffen in de verschillende ingrediënten maximaal behouden blijven.

Het oog wil ook wat

Voedsel is in de Chinese keuken zoveel méér dan een zaak van uitsluitend eten. Chinezen maken van het mooi presenteren van hun gerechten een échte ere-zaak. Daarbij kent men de kunst van de haast perfecte combinatie van vormen en kleuren. Een andere basisregel is hier ongetwijfeld dat géén enkele geur of kleur in welk gerecht dan ook, mag overheersen.

Vier basiskeukens

China telt vier verschillende geografische keukens. In het noorden zijn er zowel de Jing-als de Mongoolse keuken waar schapenvlees telkens centraal staat. De Pekingkeuken of Keizerlijke keuken is ongetwijfeld de meest verfijnde van China. De hoofdingrediënten ervan zijn rijst, tarwe, maïs, sesamzaad, sorghem (grassoort), Chinese kool, selder, ui en komkommer.  De westelijke - of Chuan-keuken wordt op zijn beurt gekenmerkt door sterk gekruide gerechten  en door het veelvuldig gebruik van rundsvlees. Chilipeper is hier de pittige smaakmaker. De zuidelijke-of de Yue keuken legt hoofdzakelijk zoet-zure accenten, waardoor zowel de smaak als de sappigheid van vlees en groenten  maximaal behouden blijven.  Van de oosterse keuken is de Shangaï-keuken ongetwijfeld de meest bekende.  De basisingrediënten zijn hier rijst en tarwe, maar ook zeevruchten waaronder garnaal, scampi en krab. Deze keuken heeft een opvallend zoete toets. Andere veel gebruikte ingrediënten zijn de typisch Chinese rijstwijn, en de opvallend zoete bonenpasta. In tegenstelling met de andere regionale keukens, zijn hier heel wat buitenlandse invloeden merkbaar. In de Shangaï-keuken worden zelfs gebak en koude gerechten geserveerd, voor China erg uitzonderlijk.

Kantonese keuken zorgt voor afwisseling

De keuken met de meeste afwisseling, is ongetwijfeld de Kantonese. Hier draait alles rond kleur, samenstelling van de gerechten en de smaak. In deze Kantonese keuken spelen de vier seizoenen een nadrukkelijke hoofdrol. Net zoals de andere regionale keukens van China is ook de Kantonese keuken erg gezond, opvallend kleurrijk maar met mate gekruid.