Hominiden (oermensen): De Australopithecus- Paranthropus

De Australopithecus Robustus, ook wel Paranthropus Robustus genoemd, is de laatste groep in de aftakking Australopithecus. Deze groep leefde tussen 2,0 en 1,2 Ma in Zuid – Afrika.

Fossielen (waar & ontdekker)

In 1938 ontdekte Gert Terblanche, destijds een schooljongen, in een grot bij Swartkrans in Zuid – Afrika, de eerste Paranthropus. Gert liet het fossiel aan Robert Broom zien, die een fossielenjager was. Broom had al eerder ontdekkingen gedaan van fossielen van onder andere de eerste volwassene Australopithecus Africanus en zijn doel was om te bewijzen dat de mens wel degelijk van de aap afstamde; in die tijd geloofde men dat niet. Hij zag veel overeenkomsten tussen de Africanus en De Robustus leek veel op de andere soorten in deze groep alleen had hij een nogrobuustere (robustus) schedel en had hij nog sterkere tanden. Wat verder opviel aan deze Paranthropus was dat hij een grote onderkaak, tamelijk kleine voortanden maar flinke kiezen en kleine hersenen had. En hij was tweebenig. Verder had hij een rand op zijn schedel, die diende voor de aanhechting van de zware kaakspieren. Hieruit bleek dat deze mensachtige grof en taai voedsel at, waar zorgvuldig op gekauwd moest worden: de Robustus was een volledige herbivoor. Tot men daar achter was, bleef het een groot raadsel hoe de soort kon overleven in het droge klimaat van Afrika, maar doordat deze soort planten ging eten pastten ze zich aan het klimaat aan, en bleven ze in leven: dankzij hun aangepaste darmen, zware kaken en brede kiezen, konden ze ook al was er geen eten altijd nog rietwortels eten. Met deze aanpassing vergooiden ze echter wel hun kans om zich tot mens te ontwikkelen.

Bouw

Broom (1866 – 1951) ging deze soort verder onderzoeken en bevestigde allereerst dat de vondst 1,7 m lang was, ongeveer 54 kg woog en een groot, tamelijk vlak gezicht moest hebben gehad zonder voorhoofd en wenkbrauwen. Toen er nog andere vondsten van Paranthropussen werden gedaan, werden er grote verschillen tussen mannen en vrouwen in deze soort ontdekt. Mannetjes waren bijvoorbeeld 3 maal groter en gespierder dan de vrouwtjes: mannen moesten vechten voor het leiderschap van de groep waardoor de spieren zich zover ontwikkelden. De sterkste was de leider en kreeg hierdoor makkelijker toegang tot de vrouwtjes. De vrouwtjes wisten hierdoor dat hun nakomelingen de gene van een sterke vader erfden. En de vrouwtjes hadden geen tanden, kaak en rand op de schedel om de kaakspieren te verbinden.

Wapens, gebruiksvoorwerpen

De Robustus was een van de eerste groepen die primitieve werktuigen maakte, het allereerst was de Homo Habilis. Voorbeelden van ‘werktuigen’ waren 2 stenen waarmee van de ene steen met een andere ergens een stuk van afslaat. Verder was deze soort nog niet ontwikkeld.

Doordat er nog zo weinig bekend is over de verschillende hominiden lijkt informatie uit de verschillende groepen erg op elkaar. Voor hoever we nu weten vond er niet een erg grote ontwikkeling plaatsen tussen de verschillende Paranthropussen en kan de verder wetenschap dus ook geen conclusies trekken. Het onderzoek is nog steeds in volle gang en wie weet wordt er ooit nog een schedel gevonden...