Hoe is bloed opgebouwd

Inleiding

Het bloed dat door het menselijk lichaam stroomt bestaat uit een vloeibaar deel, het bloedplasma, en een vast deel, de bloedcellen. In dit artikel wordt op een gemakkelijke manier beschreven wat voor bloedcellen dit zijn en wat voor functie zij hebben. Een ideaal naslag werk voor iedereen die iets wil leren over het bloed en de cellen die zich in het bloed bevinden. 

De bestandsdelen van bloed

Cellen die in het bloed aanwezig zijn1:

  • Erythrocyten (transport van zuurstof)
  • Leukocyten (verantwoordelijk voor afweer)
  • Thrombocyten (belangrijk bij bloedstolling)

Plasma:

  • Verantwoordelijk voor het vervoer van oplosbare stoffen (vitaminen, mineralen, eiwitten, vetten en koolhydraten) en cellen
    • Functionele stoffen
      • Hormonen
      • Bouwstoffen
      • Stollingsfactoren
      • Afvalstoffen

Bloedcellen worden geproduceerd in het beenmerg. In het beenmerg zijn verschillende celtypen te vinden. Alle verschillende stadia van stamcel tot functionele eindcellen zijn in het beenmerg te vinden. Hier worden dus onder andere rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen gemaakt.  

Erytrocyten / rode bloedcellen

  • Zorgen voor het continue transport van zuurstof van de longen naar de andere weefsels.
  • Erytrocyten vormen het grootste deel van het circulerend bloed, zij nemen ongeveer 45% van het totale bloedvolume in beslag.
  • Hemoglobine bindt snel en omkeerbaar zuurstof.

Erytrocyten zitten vol hemoglobine (Hb). Hemoglobine is een ingewikkeld eiwit dat bestaat uit een aantal verschillende ketens. Elke eenheid van het hemoglobine molecuul bevat een haematoom. Dit atoom bevat in het midden een ijzerdeeltje. Dit ijzerdeeltje wordt vervolgens aan een zuurstofmoleculen gebonden zodat het transport van zuurstof kan plaatsvinden.

Erytrocyten moeten natuurlijk ook weer worden afgebroken. Dit gebeurt voor het grootste deel in de mild. Het hemoglobine wordt afgebroken en daarna in verschillende stukjes geknipt. Zo wordt bijvoorbeeld ijzer weer opnieuw gebruikt voor de aanmaak van een nieuwe erytrocyt. Wanneer je iets leest over rode bloedcellen komt je vaak het woord ‘hematocriet’ tegen. Dit hematocriet is het totale volume dat de erytrocyten in het totale bloedvolume innemen.3 

Thrombocyten / bloedplaatjes

  • Zijn zeer belangrijk voor de stolling van het bloed
  • Ook thrombocyten worden in het beenmerg geproduceerd.
  • Omdat thrombocyten geen celkern hebben, kunnen zij zich niet delen.

Thrombocyten zijn, zoals hierboven aangegeven, heel belangrijk voor de stolling van het bloed. Zo zorgen thrombocyten dat een wond wordt afgedicht en voorkomt zo overmatig bloedverlies. Thrombocyten bevinden zich in het bloed maar worden ook voor ongeveer 30% opgeslagen in de milt. Dit is erg handig, mocht het nodig zijn, kan de milt extra thrombocyten vrijlaten om zo te helpen bij de stolling.

Wanneer iemand te weinig thrombocyten in zijn lichaam heeft, noemt men dit thrombopenie. Dit kan gebeuren doordat er te weinig nieuwe thrombocyten worden aangemaakt of doordat er teveel worden afgebroken. Zoals je je kan voorstellen werkt hierdoor de bloedstolling minder goed. Hierdoor kunnen klachten als tandvleesbloedingen, blauwe plekken en hersenbloedingen ontstaan.3 

Leukocyten / witte bloedcellen

  • Zijn belangrijk voor de afweer tegen allerlei schadelijke invloeden.
  • Worden onderverdeeld in verschillende vormen, namelijk de granulocyten, lymfocyten en monocyten.
  • Sommige leukocyten kunnen zich nog delen anderen kunnen dit niet meer. 

Leukocyten worden dus onderverdeeld in verschillende groepen. Granulocyten werken als een soort soldaten van de afweerreacties. Zij werken vooral tegen bacteriën en schimmels.  Lymfocyten zijn heel belangrijk in de afweer tegen virussen en tegen tumorcellen. Er bestaan twee verschillende soorten lymfocyten, B-lymfocyten en T-lymfocyten. B-lymfocyten produceren antilichamen. Met behulp van deze antilichamen vindt de afweerreactie plaats tegen onder andere bacteriën en parasieten. Sommige van deze antilichamen worden in het lichaam bewaard. Deze antistoffen gaan dan weer werken op het moment dat eenzelfde ziekteverwekker het lichaam binnendringt. Hierdoor gaat de afweerreactie sneller en efficiënter. Dit cellen worden ook wel geheugen of memory-cellen genoemd.

T-lymfocyten zijn gespecialiseerde afweercellen die de ziekteverwekkers direct aanvallen en die de B-lymfocyten helpen in het uitvoeren van hun functie. Sommige T-lymfocyten, de killer T-cel genaamd, zijn verantwoordelijk voor het direct uitschakelen van ziekteverwekkers. Ze verplaatsen zich naar de plaats van de infectie, binden daar aan hun doel en doden het. De zogenaamde T-helpercellen zijn verantwoordelijk voor het assisteren van B-lymfocyten in het aanmaken van specifieke antistoffen. Tenslotte zijn er regulerende T-cellen. Deze regulerende T-cellen zijn betrokken bij de stimulering of afremming van de afweercellen. Deze cellen houden de afweerreactie onder controle. Ook zorgen zijn ervoor dat na het opruimen van een infectie het afweersysteem weer tot rust komt.3

Literatuur

  1. http://www.sanquin.nl/bloed-geven/over-bloed/waaruit-bestaat-mijn-bloed/
  2. www.blok.seniorennet.be
  3. Wikibooks: Human Physiology7 http://en.wikibooks.org/wiki/Human_Physiology

Conclusie

De belangrijkste cellulaire bestanddelen van bloed zijn dus de erythrocyten, de thrombocyten en de leukocyten. De bloedcellen worden vervoerd in het bloedplasma. Alle drie hebben zij een heel belangrijke functie in het menselijk lichaam. In dit artikel is op een eenvoudige en korte manier beschreven wat de functie is van de bloedcellen. Ook is extra achtergrondinformatie verstrekt.