Vernauwing van de kransslagaders

Vernauwing van de kransslagaders

Kransslagaders zijn aders die als een krans om het hart liggen. Problemen ontstaan als de kransslagaders van binnen dichtslibben. Ze zijn dan nog maar een paar millimeter doorsnee. Hierdoor kunnen beschadigingen ontstaan en daar kunnen weer klontertjes van bloedplaatjes, cholesterol en kalk aan vast gaan zitten. Zo’n opeenhoping noemen we een plaque. En de vorming ervan slagaderverkalking.

Symptomen zijn

  • Pijn op de borst
  • Vermoeidheid bij inspanning
  • En het kan leiden tot een hartinfarct ( een deel van de hartspier sterft af door gebrek aan zuurstof).

Oorzaken

  • Hoge bloeddruk
  • Te hoog cholesterolgehalte in het bloed
  • Diabetes mellitus (suikerziekte)
  • Roken
  • Gebrek aan lichaamsbeweging
  • Te veel verzadigde vetten in het eten
  • Overgewicht
  • Stress

behandelingen

  • Uw leefwijze aanpassen
  • Medicijnen
  • Dotterbehandeling
  • Stentbehandeling
  • Bypassoperatie

Ik zal de behandelingen in het kort even uitleggen.

De leefwijze aanpassen

Je kon zien wat ik net vertelde dat een aantal factoren bij de oorzaken zelf veroorzaakt worden door de patiënt. Je kunt je leefwijze dus aanpassen door niet te roken, gezond te eten, veel bewegen, op het juiste gewicht blijven en stress te vermijden.

De medicijnen

Er zijn vijf soorten medicijnen die kunnen helpen.

  1. Bètablokkers. Dit zijn medicijnen die de hartslag vertragen en ervoor zorgt dat de bloeddruk daalt. Hierdoor heeft het hart minder zuurstof nodig en treedt het probleem van pijn op de borst minder op.
  2. Nitraten. Dit zijn medicijnen die de kransslagader wijder maken zodat er meer zuurstof bij de hartspier kan komen. Sommige medicijnen werken bijzonder snel. Dan voel je binnen een minuut al geen pijn meer op de borst. Wel is het zo dat je er hoofdpijn van kan krijgen.
  3. Calciumantagonisten. Deze medicijnen maken de kransslagaders ook wijder. Ook omdat er dan meer zuurstof bij de hartspier kan komen. Hiervan kan de patiënt weer opgezwollen enkels krijgen.# Element 2
  4. Antistollingsmedicijnen. Dit zijn bloedverdunners. Dit voorkomt bloedpropjes die de vernauwing zou verergeren.
  5. Cholesterolverlagende medicijnen. Deze medicijnen zijn bedoeld voor patiënten met een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Hoe minder LDL-cholesterol in het bloed, des te minder de kans op vettige afzettingen aan de wand van de kransslagaders.

Katheteronderzoek

Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de kransslagaders. Dit gebeurd via een slangetje dat de cardioloog via een andere slagader naar het hart toeschuift. Dit kan vanuit de lies, de elleboog of de pols. Er wordt eerst via het slangetje contrastvloeistof in het bloed gespoten. Daarna kan je op röntgenbeelden en door middel van röntgenopnamen kijken naar de kransslagaders en de vernauwing daarin. Op basis hiervan wordt er een oordeel welke behandeling het best is voor de patiënt.

Dotteren (PTCA)

Bij dotteren brengt de cardioloog via een katheter een ballonnetje naar de plak van de vernauwing. Het ballonnetje wordt vervolgens opgeblazen en drukt dan de plaque(s) zoveel mogelijk Polat en de vaatwangen iets naar buiten . Zodoende kan, nadat het ballonnetje is weggehaald, het bloed weer voldoende blijven doorstromen. Als er maar een vernauwing is, kiest de chirurg meestal voor dotteren. Tegenwoordig kunnen er ook meerdere vernauwingen tegelijk worden gedotterd.

Een stent

Een stent is een soort veertje zoals er ook in balpennen zit, van kunststof of een veilig soort metaal. Bij deze behandeling zet de cardioloog via een katheter zo’n veertje in de kransslagader, zodat de plaque de slagader niet kan dichtdrukken. Tegenwoordig worden er ook medicijnen met stents erin gebruikt. Dit houdt de slagader nog beter open. Dit heet drug-eluting stents.

Een bypassoperatie wordt gedaan als er meerdere vernauwingen zijn. Maar ook als de patiënt bij weinig inspanning toch al pijn op de borst heeft en/of de medicijnen helpen niet.

Dit gebeurd dus of voor de operatie of dit is de behandeling zelf al.

Risico’s en complicaties

De operatie is relatief veilig en erg succesvol. 97% van de patiënten wordt wakker en heeft een totaal nieuw leven voor zich. Helaas overleven sommige mensen de operatie niet, en bij sommige patiënten geeft het niet het effect dat het moest hebben. Het lichaam kan op een onverwachte manier reageren. Het hart kan op hol slaan, de patiënt kan een hartaanval krijgen er kan ook nog een hartinfarct optreden. Er kan ook nog een bloeding ontstaan die moeilijk stelpen is. De nieren kunnen ook weigeren, je kan dan een longontsteking krijgen of een maagdarmprobleem. Het komt voor dat de bloedsomloop of de ademhaling een tijdje geholpen moet worden. Hoesten en koorts kan ook voorkomen. Het hoesten kan komen door vocht achter de longen. Bij sommige mensen groeit het borstbeen niet goed vast, Andere patiënten houden last van de wond waar de ader is weggehaald. De kans dat en patiënt die krijgt is wel heel klein. Ook kunnen er complicaties optreden als er diabeter mellitus aanwezig is of een long- of nierziekte. Ook is het zo dat oudere patiënten meer risico lopen dan jongere patiënten. Dit heeft natuurlijk ook met de conditie van de patiënt te maken. Dit zijn natuurlijk ook gelijkertijd de symptomen.

Voor de operatie

De dag van de operatie zal de patiënt bij de lies, de binnenzijde van de been en de borstkas onthaart worden. De haartjes vergroten de kans op infecties en kunnen ook gewoon in de weg zitten. De avond voor de operatie moet de patiënt zich wassen met antibacteriële zeep. Dit moet s’ochtends na het ontharen ook nog een keer. s’Avonds krijgt de patiënt ook nog een climax. Dit soort ervoor dat de ontlasting er helemaal uit is en doorgespoeld is. Tijdens de operatie krijgt de patiënt een spierontspanner. De climax voorkomt dat de operatie tafel onder zit met ontlasting van de patiënt. Ook krijgt de patiënt de avond van te voren een zalfje voor de neus. Dit is ook een antibacterieel zalfje. Dit moet in de avond gebeuren en ook in de ochtend. De patiënt krijgt natuurlijk ook een mooi operatiehemd aan. Ook een mutsje en een zuurstof slangetje in de neus. Dit gebeurd eigenlijk vlak voordat de patiënt weggebracht wordt. Uiteraard wordt u ook opgenomen voor deze operatie. Het is eigenlijk niet uiteraard want het kan ook met spoed zijn. Maar ik ga uitleggen wat er gebeurd als het niet met spoed is maar een opname vanuit thuis of vanuit een verpleegtehuis of iets dergelijks. Er wordt een tijd met de patiënt afgesproken dat hij in het ziekenhuis is. Dat is een dag voordat de operatie plaats vindt. Dit wordt een week van te voren afgesproken. Op die dag komen een aantal mensen langs. Ik ga uitleggen wie en waarom.

  1. Een verpleegkundige. De verpleegkundige komt langs om nog wat onderzoeken te doen. Bloedprikken, bloeddruk, temperatuur, pols, gewicht en de saturatie worden dan gemeten. Ook wordt er een ECG gemaakt. Eventueel gaan we patiënten nog voor een röntgenfoto van de borstkas. Ook wordt de urine geanalyseerd.
  2. Een arts. De arts onderzoekt de patiënt lichamelijk. Aan de arts kunnen alle vragen gesteld worden als de patiënt nog iets wilt weten.
  3. Een anesthesioloog. Dit is degene die de patiënt voor de operatie onder narcose zal brengen en die de nacht voor de operatie een slaapmiddel zal geven om de volgende dag goed te kunnen ontspannen.
  4. De hartchirurg. Dit is degene die gaat opereren. Hij/zij gaat na of alle gegevens kloppen. Er wordt ook gevraagd naar de huidige status. Dus of de patiënt zich goed voelt etc.
  5. Een fysiotherapeut. Er worden alvast wat oefeningen uitgelegd voor na de operatie. Onder andere is erg belangrijk dat er wordt uitgelegd hoe de patiënt het beste slijm op kunt hoesten. Als dit namelijk niet wordt gedaan kan er een longontsteking ontstaan.

De operatie kan je lezen onder de naam bypassoperatie.