Hoe komt het dat iemand stottert

Stotteren

Wanneer iemand in je omgeving stottert, zit je daar toch altijd een beetje mee verveeld: moet je de stotteraar zijn eigen gang laten gaan of moet je hem of haar helpen om het juiste woord uit te doen spreken? En hoe komt het dat je collega of kind stottert? Een andere spraakstoornis is spreekvrees. Is er een verband tussen stotteren en spreekvrees?

 

Wat is stotteren

  • Stotteren is een spraakstoornis. Men spreekt van een spraakstoornis als je moeite hebt om met een normale snelheid te spreken, te veel hapert, een onnatuurlijk ritme gebruikt als je iets vertelt, te dikwijls ‘euh’ gebruikt of zelf té vermoeid wordt van je eigen verhaal.
  • Er zijn maar weinig mensen die niet zondigen tegen deze basisbegrippen. Die werken dan ook meestal voor TV en radio. Ze hebben doorgaans een aangename stemklank en komen zeer natuurlijk over tijdens hun talkshow, interview, debat, nieuwsbericht, sportverslag, zakelijke uitleg enz…
  • Iemand die stottert, herhaalt sommige klanken of zelfs lettergrepen, maakt sommige klanken langer dan nodig of blokkeert bij sommige klanken. Meestal stottert men aan het begin van een zin (Ik…ik…ik) of bij de eerste klank van een woord (a.a.a.appelsien).

Kinderen en stotteren

  • Stotteren begint vrijwel altijd op jonge leeftijd: bijna steeds voor de leeftijd van 9 jaar. Echter: de piekleeftijd ligt rond 3 à 4 jaar. Niet elk kind krijgt ermee te maken. Waarom het ene kind wel en het andere niet, in nog niet bekend.
  • Bij ongeveer 5% van alle kinderen treden stotterverschijnselen op. Dit gebeurt zeer geleidelijk: een kind stottert niet van de ene dag op de andere! Bij 50 tot 80% van de kinderen die op peuter- en kleuterleeftijd haperen, verdwijnt dit vanzelf weer op het moment dat ze hun 'spraak' beter onder controle hebben.
  • De twee piekperioden van het beginnen stotteren liggen tussen de 5 en 7 jaar en tussen de 12 en 14 jaar.
  • Wanneer je merkt dat je kind zich zelf begint te ergeren aan het probleem, vraag dan advies.

Is stotteren erfelijk?

Uit onderzoek blijkt dat stotteren wel degelijk erfelijk is. Wanneer één van de ouders stottert, is de kans op stotteren bij elk kind 25%. Deze specifieke erfelijkheid zou vooral langs vaderszijde voorkomen. Bij 2-eiige tweelingen komt stotteren meer voor bij de voorouders, terwijl bij 1-eiige tweelingen stotteren hoofdzakelijk in dezelfde generatie plaatsvindt.

Hoe omgaan met stotteren?

De enige hulp die de omgeving kan bieden, is de wijze van reageren tegenover de stotteraar.

  1. Probeer geduldig te luisteren naar wát de stotteraar zegt en probeer je niet te laten afleiden door hóe hij iets zegt.
  2. Probeer aan te voelen of te vragen of de stotteraar het wel of niet prettig vindt dat je hem helpt, bijvoorbeeld door een zin af te maken of door een woord voor te zeggen.
  3. Houd op natuurlijke wijze oogcontact, zoals je dat ook doet bij andere sprekers.
  4. Het stotteren met hem of haar bespreken, biedt zeker een ondersteuning maar ga hierbij zeer tactisch tewerk.
  5. Vermijd ongezonde competitie. Dit kan je doen door je eigen spreektempo te verlagen.

Wat is spreekvrees?

Iemand met spreekvrees praat liever niet. Dit gedrag wordt ingegeven door:

  • angst om zich belachelijk te maken,
  • vrees om bekritiseerd te worden,
  • een minderwaardigheidsgevoel en/of
  • een negatief zelfbeeld.

Het spreekt voor zich dat spreekvrees kan leiden tot problemen in het sociale en professionele functioneren.

Spreekvrees kan ook voorkomen bij kinderen

  • De oorzaken zijn dan meestal extreme verlegenheid of angst. Het kind ‘verstijft' als het ware en kan niet spreken. Als gevolg hiervan gaat een kind communiceren door gebaren te gebruiken of met het hoofd te schudden.
  • Bijkomende signalen zijn buikpijn, misselijkheid, humeurigheid, overgeven… en vooral: als het kind ontspannen is, spreekt het vloeiend!
  • Maak het niet erger dan het is: bij ongeveer 20 à 30% van de kinderen is er sprake van subtiele spraak- en/of taalmoeilijkheden die meestal op latere leeftijd verdwijnen.

Conclusie

Als bovenvermelde kenmerken zich gedurende langer dan een maand voordoen, is het belangrijk om een specialist te raadplegen. Het is heel belangrijk om deze problemen reeds op jonge leeftijd aan te pakken. Hoe sneller therapie wordt opgestart, hoe beter de vooruitzichten. Als men het probleem gedurende jaren laat bestaan, is de kans groot dat de hinderlijke gevoelens, gedachten en gedragingen uitgroeien tot gewoonten die moeilijk af te leren zijn.

Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden