Hoe kom je erachter of je een allergie hebt 3: Allergietesten - Bloedtesten

Allergie 3: Allergietesten - Bloedtesten

Allergietesten zijn testen waarmee aangegeven kan worden of een persoon allergisch is voor een of meerdere stoffen.

Als je denkt dat je overgevoelig bent voor een bepaalde stof kun je een afspraak voor een gesprek met een dermatoloog maken, die neemt dan een anamnese af (hij/zij vraagt naar je klachten)

Lees snel verder voor meer informatie.

Bloedtesten – Heb je een allergie?

Er zijn meerdere bloedtesten mogelijk, maar de RAST test word het meest gebruikt om te kijken of iemand misschien een allergie heeft. Deze test wordt sneller uitgevoerd dan plakproeven, maar duren langer dan de priktesten. Verder zijn er meestal geen risico’s aan de test gebonden. Wel is de bloedtest iets minder betrouwbaar dan huidtesten.

De RAST test

Bij een RAST test wordt d.m.v. het bloed onderzocht of je een allergie hebt. Het immuunsysteem van iemand die in aanraking komt met een stof waar hij/zijn allergisch voor is maakt een antistof aan. Deze antistof wordt een IgE-antistof genoemd. De IgE- antistoffen blijven nadat het allergeen uit het lichaam is nog in het bloed zitten. Bij de RAST test meet men de hoeveelheid IgE in het bloed.

Wat doet de arts: Het onderzoek

De arts neemt d.m.v. een venapunctie* een beetje bloed van je af, dat vervolgens naar een lab gestuurd wordt om daar onderzocht te worden. Het bloed wordt in het lab blootgesteld aan erg veel allergenen (meer dan 400), waardoor er allergische reacties op kunnen treden. De IgE in het bloed van de patiënt gaan zich hechten aan de allergenen.

Hierna wordt er een radioactieve stof aan het bloed toegevoegd.

Deze radioactieve stof bindt zich aan het allergeen en de IgE.

Hierdoor kan de hoeveelheid IgE voor elk allergeen in het bloed gemeten worden: Hoe meer radioactiviteit er gemeten wordt, hoe groter de hoeveelheid IgE in het bloed dat eraan gebonden is en hoe erger de allergie van de eigenaar van het bloed is.

*venapunctie: het aanprikken van een ader met een holle naald om bloed af te nemen voor onderzoek of om een geneesmiddel in de ader te spuiten. De holle naald is meestal verbonden met een vacuümbuis waar het bloed in kan loopt.

Wanneer worden bloedtesten gebruikt?

  • Wanneer een patiënt kan niet stoppen met het gebruik van medicijnen. Bijvoorbeeld antidepressiva
  • Wanneer een patiënt lijdt aan ernstige huidaandoeningen, zoals eczeem of psoriasis*
  • Wanneer de arts vermoedt dat de patiënt allergisch is voor een bepaalde stof dat zorgt voor heftige allergische reacties als de stof met de huid in contact komt.
  • Bij baby’s of jonge kinderen die getest worden op allergieën.

* psoriasis: Een chronische, erfelijke en niet besmettelijke huidziekte waarbij het verhoorningsproces is verstoord, waardoor je een droge en schilferende huid krijgt. Dit komt voor bij ongeveer 2% van de bevolking

Voordelen van een bloedtest

  • Medicijnen hebben geen invloed op de uitslag.
  • Met 1 buisje bloed van 10 ml kunnen er meer dan 100 testen gedaan worden.
  • Je heb geen kans op een anafylactische reactie

Nadelen van een bloedtest

  • Het onderzoek is duurder dan de huidonderzoeken(=plakproeven en priktesten)
  • De uitslag is afhankelijk van de kwaliteit van het onderzoek. Met name de voorwerpen die gebruikt zijn.