Paniekstoornissen: wat is het, wat voel je en hoe leef je ermee

Inleiding

De meeste mensen ervaren het gevoel van paniek. Wanneer ze verdwaald zijn met de auto of wanneer zij een deadline naderen en er nog veel werk gedaan moet worden. Paniek in dit soort situaties zijn enigszins logisch en te begrijpen. Sommige mensen raken in paniek in situaties dat voor de meeste mensen niet te plaatsen is. De paniek die zij ervaren gaan gepaard met lichamelijke verschijnselen zoals zweten en hartkloppingen. Wanneer de paniek gaat overheersen bij de mens en het functioneren gaan beinvloeden en verstoren, kan de diagnose Paniekstoornis gesteld worden.

Definitie

Er is sprake van een paniekstoornis wanneer het gepaard gaat met meerdere paniekaanvallen en de voortdurende angst over krijgen van een volgende aanval.

Verschijnselen

Volgens het diagnostische classificatiesysteem is er sprake van een paniekaanval wanneer minstens 4 van de onderstaande verschijnselen voorkomen:

  • hartkloppingen
  • zweten
  • opvliegers of koude rillingen
  • trillen of beven
  • duizeligheid
  • ademnood
  • pijn op de borst
  • misselijkheid of buikklachten
  • gevoel van onwerkelijkheid of los van zichzelf te staan
  • angst om gek te worden of de zelfbeheersing te verliezen
  • de angst om dood te gaan
  • verdoofde of tintelende gevoelens

Vaak wordt een paniekaanval zonder duidelijke reden ervaren. Minstens 1 maand na de aanval kunnen de volgende symptomen nog ervaren worden:

  • voortdurende ongerustheid over het krijgen van een volgende aanval
  • bezorgdheid over de gevolgen van een aanval
  • afwijkend gedrag, bijvoorbeeld het vermijden van bepaalde plaatsen en situaties

Door de lichamelijke verschijnselen denken mensen vaak dat ze lijden aan een lichamelijke aandoening. Ze gaan hiervoor vaak naar de dokter maar vaak kan er geen lichamelijke oorzaak gevonden worden. Wanneer lichamelijk klachten afwijken van de standaard lichamelijke verschijnselen bij een paniekaanval en iemand boven de 40 jaar voor het eerst een paniekaanval ervaart, dan wordt aangeraden de lichamelijke oorzaak te onderzoeken.

Agorafobie

Een paniekstoornis wordt verdeeld in een paniekstoornis met en zonder agorafobie Bij agorafobie gaat iemand bepaalde situaties of plaatsen uit de weg om een volgende paniekaanval te voorkomen. Situaties die vermeden worden zijn groepen mensen, of plaatsen weer ze niet snel weg kunnen zoals een trein, bus of vliegtuig. Dit werd vroeger beschreven als pleinvrees, straatvrees, ruimtevrees of engtevrees.

Geslacht en leeftijd

Vrouwen hebben vaker een paniekstoornis dan mannen en bij vrouwen gaat de paniekstoornis vaak gepaard met agorafobie. Een paniekaanval slaat bij vrouwen sneller op de ademhaling. Een paniekstoornis komt meestal aan het licht als mensen in de 20 zijn. Vrouwen zijn gemiddeld 25 en mannen 28 jaar. Tussen de 18 en de 24 jaar en na 65 jaar komt de paniekstoornis minder vaak voor.

Erfelijkheid

Bij een paniekstoornis speelt erfelijkheid een grote rol. De erfelijke factoren zijn nog onduidelijk, maar twee dingen lijken een rol te spelen bij erfelijkheid en een paniekstoornis:

  1. angst voor onbekende situaties en mensen en hoe daarmee om te gaan. Het omgaan met gevoelens als angst en verlegenheid komt hierbij kijken. Het vervolgens dingen uit de weg gaan speelt daarbij ook een rol.
  2. De verschijnselen van angst kunnen als gevaarlijk worden gezien. In dit geval speelt de angst voor de lichamelijke verschijnselen een grotere rol. Een vicieuze cirkel is dan behoorlijk dichtbij. Lichamelijke verschijnselen kunnen voorkomen bij een gevaarlijke ervaring, waarvoor me bang is. Doordat iemand bang is ontstaan de lichamelijke verschijnselen als hartkloppingen en duizeligheid.

Oorzaken

Na een belangrijke en stressvolle levensgebeurtenis komt een paniekstoornis vaak voor. Denk aan het verlies van een partner, kind en gezondheid. Gebeurtenissen in de jeugd vergroten de kans op het ontwikkelen van een paniekstoornis. Seksueel misbruik, een controlerende en kille opvoedingsstijl, angst in de kindertijd kunnen de oorzaal zijn van het ontwikkelen van een paniekstoornis.

Impact

Een paniekstoornis heeft een grote impact op het functioneren. Het beinvloed onder andere het beroepsmatig functioneren. Mensen met een paniekstoornis ervaren vaak een vermindering van de werkcapaciteit en een verminderd sociaal functioneren. Dit is mogelijk een van de redenen dat mensen met een paniekstoornis sneller een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben of krijgen in vergelijking met mensen met een andere psychische stoornis.

Relaties

Het verminderd sociaal functioneren heeft meer betrekking op het aantal sociale contacten dat een persoon aangaat. Mensen met een paniekstoornis gaan eerder sociale contacten uit de weg, maar dit wil niet zeggen dat zij niet in staat zijn sociaal te functioneren. Wel is het zo dat een relatie voor mensen met een paniekstoornis moeilijk is. Mensen met een paniekstoornis ervaren meer problemen met hun partner en hebben meer moeite om hun partner te vertrouwen.

Sterfte

Ondanks dat paniekaanvallen gepaard gaan lichamelijk verschijnselen, is een paniekstoornis een belangrijke doodsoorzaak. Mannen met een paniekstoornis hebben wel een verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen. Verder blijkt uit Amerikaans onderzoek dat 20% van de mensen met een paniekstoornis een zelfmoordpoging heeft gedaan.

Verloop en toekomst

De kans is aanwezig dat de paniekklachten verergeren. Een paniekstoornis kan gepaard gaan met andere stoornissen als angststoornissen, depressie en alcoholmisbruik. Gemiddeld herstellen 30% tot 50% van de mensen van een paniekstoornis. Dit betekent dat de diagnose niet meer voldoet aan de diagnose van het voorafgaande jaar. Het kan 6 tot 7 jaar duren voor het herstel plaats vindt en het verdwijnen van klachten kan een volledig functioneren en kwaliteit van leven niet garanderen. In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn het leven zo aan te passen dat het voor komen van paniekaanvallen vermindert wordt. Aanpassingen kunnen zijn ander werk zoeken, minder werk vinden, sporten, hobby’s en sociale contacten.