Maden in het ziekenhuis

Maden en behandeling ziekten

Wonden zuiveren, verzorgen en genezen kan op verschillende manieren. Een vrij nieuwe manier is het gebruik van maden hierbij: larventherapie. Dit klinkt wellicht vies en vreemd maar voor sommige wondverzorging is het een ideale, helaas nog te weinig gebruikte oplossing.

 

Waar komt madentherapie vandaan?

  • Het oorspronkelijke idee kwam van niemand minder dan Napoleon. Deze merkte reeds in 1806 op het slagveld dat soldaten met wonden die geïnfecteerd waren door larven veel minder kans liepen op fatale infecties. De therapie kende tot voor een 15tal jaren dan ook voornamelijk succes in de militaire geneeskunde. Met de opkomst van de antibiotica raakte deze manier van wondheling op de achtergrond.
  • Het was de Britse chirurg Steve Thomas die in het begin van de jaren negentig deze behandeling van postoperatieve wonden weer onder de aandacht van de medische wereld bracht. Met behulp van steriel gekweekte maden werden necrotiserende en pussende wonden gereinigd. Dat lukte soms beter dan met de huidige moderne wondbehandelingstechnieken. Men spreekt sindsdien van 'biomedische wondheling'.

Hoe werkt het?

  1. De maden zijn afkomstig van de groene vleesvlieg. Ze voeden zich uitsluitend met dood weefsel, gezond weefsel laten ze ongemoeid. Ze gaan heel nauwkeurig te werk. Bovendien peuzelen ze de in de wond aanwezige micro-organismen op en maken deze onschadelijk.

De maden scheiden ook bepaalde chemicaliën uit en verschillende enzymen waardoor het genezingsproces nog versneld wordt.

Een ontstoken, lekkende wonde die maar niet dicht wil gaan, kan mogelijk wel genezen met de hulp van deze 'vuilvretertjes'. Het werkt heel goed en biedt een alternatief voor de toenemende resistentie ten aanzien van antibiotica.

Gele wonden zijn een indicatie voor larventherapie. Men gebruikt geen zalven (bijvoorbeeld antibioticazalf).

Indicaties

  1. Larventherapie wordt ingezet bij patiënten met een hoog risico op een voet- of beenamputatie. Meer dan de helft van de patiënten evolueert gunstig en bleef een amputatie gespaard.
  2. De diabeetvoet is een zeer specifiek neveneffect van suikerziekte die grote gevolgen kan hebben voor de diabeet. Door een slechte doorbloeding worden dergelijke wonden snel chronisch en is amputatie van de onderste ledematen soms onvermijdelijk. Ook eelt, schimmels, klauwtenen, een droge huid en infecties komen bij diabetespatiënten regelmatig voor. Internationale studies bewezen dat de helft van de amputaties mits goede preventie kunnen vermeden worden.
  3. De larven worden in de wonde geplaatst en ter plaatse gehouden met gelpads. Er wordt een dun gaasje over de maden gespannen om ze te laten ademen en observeren. Het verband moet regelmatig vochtig gehouden worden.
  4. De behandeling kan ambulant worden uitgevoerd: op die manier kan het aantal ziekenhuisopnames worden verminderd. Men moet er alleen op letten dat de patiënt niet op zijn wond loopt en alzo de maden doodt.
  5. Meestal is een cyclus van 3 tot 4 behandelingen voldoende. De maden blijven een viertal dagen in de wond waarna ze worden verwijderd en vernietigd. Ze kunnen zich in de wonde niet ontpoppen tot vlieg. Ze wriemelen rond in de wonde. Dit gefriemel kan lichtjes worden gevoeld door de patiënt maar over het algemeen hebben de patiënten geen last van de vretertjes.

Eigen keuze van de patiënt

  • De behandelende arts stelt deze genezingsmethode voor aan de patiënt. Meestal kent de patiënt deze manier van genezen (nog) niet en doorgaans reageren ze, na een uitgebreid voorlichtingsgesprek, positief (tot 90%) op het therapievoorstel.
  • Anderzijds: ze hebben ook niet veel keuze: meestal is het therapeutisch arsenaal voor hun chronische wond uitgeput en is de angst voor amputatie bijzonder groot!
  • Voorlopig wordt de behandeling nog niet vergoed.

Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden