Hoe verzorgden de Oude Egyptenaren hun haar

Inleiding

De Oude Egyptische cultuur is een legendarische cultuur. Over de hele wereld interesseren mensen zich in hun polytheïstische godsdienst, hun ideeën over de dood en natuurlijk in de mummies en piramides. Deze vier aspecten omvatten natuurlijk niet de hele Oud-Egyptische cultuur. Ook de haarverzorging speelde een grote rol, zowel bij vrouwen als mannen. De Egyptenaren versierden hun haren weelderig, als ze het konden betalen tenminste. Maar hoe gebeurde dit precies?

Kappers

Net als tegenwoordig gingen de Oude Egyptenaren al naar de kapper. Haar was erg belangrijk in het oude Egypte. Hoe mooier en gedetailleerder je haar was versierd, hoe meer aanzien je had. Kappers hadden dus een bevoorrechte positie. Zij konden er immers voor zorgen dat een Egyptenaar een mooie en rijke uitstraling had. Veel kappers waren huiskappers. Een kapper liet zijn klant voor hem knielen, zodat het hoofd op de goede hoogte zat om te kunnen knippen. De kapper smeerde zijn klant in met een zalf, zodat de huis en gezichtsbeharing soepel en glad werd. Met een meestal bronzen scheermes werd de klant geschoren.

De klant kon aan het scheren een branderig gevoel overhouden. Met een lotion op basis van amandelolie masseerde hij voorzichtig de irriterende plekken. Verder werd het haar nog met tal van crèmes en lotions ingesmeerd om het steviger of glanzender te maken. Ook kenden de Oude Egyptenaren al smeerseltjes die kaalheid tegen zouden gaan en waarmee ze hun haren konden kleuren.

De kapsalon

Er waren een paar kappers die zo veel aanzien hadden dat ze het zich konden veroorloven een eigen atelier met personeel te kopen. De bekendste kapper was Timoe. Hij is vooral bekend geworden door de prachtige pruiken die hij maakte.

Timoe had een eigen atelier waar arbeiders werkten. Hun taak was om het pas geknipte haar op te ruimen en op te bergen in albasten vazen. Andere arbeiders hielden zich bezig met de klanten. Ze maakten de vlechten of toupetjes. Hierbij werd soms gebruik gemaakt van een soort ‘’extensions’’. In het atelier waren ook nog dozen gemaakt van papyrus aanwezig. Hierin werden dingen als naalden, spelden en andere accessoires bewaard. Verder stonden de flesjes met parfums en alle smeerseltjes ook in het atelier. Naast de ingang van het atelier van Timoe stonden houten hoofden die als paspoppen voor pruiken dienden. Timoe had ook nog een mand waarin hij baarden van verschillende lengtes bewaarde. In Egypte zorgde een korte baard voor meer aanzien.

Lang of kort haar

Veel Egyptenaren kozen ervoor om hun haar kort of helemaal af te scheren. Dit laatste gold zeker voor personen met rood haar. Roodharigen werden namelijk gezien als pestlijders die door de goden verlaten waren. Mensen met rood haar werden vaak verstoten uit de gemeenschap en soms zelfs vermoord. Andere Egyptenaren schoren hun haren niet, maar plakten het naar achteren. Wat ook populair was, was om het haar in verschillende laagjes te knippen waardoor het haar op een soort kap leek.

Egyptenaren lieten hun haren, baard en/of snor vrijwel nooit lang groeien. Lang haar stond namelijk symbool voor verdriet. Alleen wanneer er dus iemand was overleden of wanneer er een andere reden voor verdriet was, lieten mannen nog wel eens hun baarden groeien. Maar over het algemeen hielden Egyptenaren hun haar kort. Dit stond teken voor elegantie.

Pruiken

Egyptenaren schoren hun hoofd vaak kaal en gingen dan een pruik dragen. Vaak werden deze pruiken gemaakt van natuurlijk haar. Armere mensen verwerkten soms ook nog wol in hun pruiken.

De pruiken werden gekruld of geknipt of gerafeld en dan als een soort helm op het hoofd geplaatst. Een Egyptenaar die het zich kon veroorloven, had vaak meerdere pruiken. Langere pruiken waren geschikt om te dragen tijdens feesten en partijen. De pruik werd in twee symmetrische delen gesplitst waarvan het haar tot op de schouders viel. Aan de pruik werden soms extensions toegevoegd om het meer volume te geven. Om de pruik te fixeren, dat wil zeggen ervoor zorgen dat de pruik in de goede vorm blijft zitten, werd verhitte bijenwas of hars in de haren gesmeerd.

Versiering

De meeste Egyptenaren deden hun haar vaak in een vlechtje, staartjes of krulden het. Het haar van jonge kinderen was veel minder versierd. Zij werden kaal geschoren totdat ze nog maar één vlecht aan de zijkant van hun hoofd hadden.

Wanneer het haar in de goede vorm zat, konden er nog allerlei accessoires aan toegevoegd worden. Voorbeelden hiervan waren haarspelden gemaakt van bijvoorbeeld hout, ivoor of goud. Ivoren en gouden haarspelden konden alleen de rijken zich veroorloven. Om de eventuele slagen in het haar te behouden werden er grote kammen in geplaatst.

Conclusie

Kappers bestonden al in de tijd van de Oude Egyptenaren. Zij gingen langs de huizen van hun klanten. Een enkele kapper kon zich een atelier (met arbeiders) veroorloven.

De Oude Egyptenaren verzorgden hun haar misschien wel uitgebreider dan wij tegenwoordig. Ze schoren zichzelf vaak kaal en droegen vervolgens pruiken. In de pruiken werden vlechtjes, staartjes of krullen gezet. Tot slot werden er nog accessoires in het haar geplaatst.

Bronnen afbeeldingen: Wikimedia Commons, Guillaume Blanchard, Aoineko, Udimu