Marseille zeep

Marseille

Tussen Kerst en Oud en Nieuw zijn wij naar Marseille geweest. Een bijzonder levendige stad om een paar dagen te vertoeven, maar dit terzijde. Het leek wel of je in de gehele stad de geur van Marseille zeep tegenkwam. Dit was niet in de laatste plaats, omdat er nog overal kerstmarkten waren, maar ook door de nog actieve zeepfabrieken. Daarom ben ik op onderzoek uitgegaan om de geschiedenis van deze beroemde zeep te achterhalen.

Marseille Zeep is ongetwijfeld een van de bekendste producten ter wereld en het symbool van de industriële geschiedenis van Marseille. Aan de vooravond van de eerste Wereldoorlog waren er 90 fabrieken die samen 180.000 ton zeep per jaar produceerden. Met de opkomst van de wasmachines en het wasmiddel na de oorlog kregen de zeepfabrikanten het moeilijk. Tegenwoordig zijn er nog maar een half dozijn zeepfabrieken in Marseille en in de Salon de Provence.

Geschiedenis van Marseille Zeep

In de tijd van de Galliërs, was de zeep al gebruikt voor het wassen van kleren. De productie van met de hand gemaakte zeep begint in Marseille vlak na de kruistochten (10de eeuw). Weliswaar op een heel primitieve manier. In het begin van de zeventiende eeuw zou de productie van zeep uit Marseille net voldoen aan de vraag van de stad en het land.

Maar dankzij Colbert (minister onder Lodewijk XIV) wordt ‘savon de Marseille’ een soortnaam. In 1660 waren er zeven molens in de stad, waarvan de jaarlijkse productie ongeveer 20.000 ton bedroeg. De zeep werd toen vooral verkocht in staven van 5 of 20 kilo.

In 1786 waren er 48 fabrieken die zeep produceerden in Marseille. Goed voor een productie van 76 ton. Deze fabrieken hadden samen 600 vaste medewerkers in dienst en 1500 veroordeelden op huurbasis die op de galeien werkten.

De zeepindustrie is erg bloeiend tot de eerste wereldoorlog. De scheepvaart en dus de aanvoer van de zaden werd hierdoor erg beïnvloed. De productie liep terug van 180.000 ton in 1913 tot 53 ton in 1918.

Na de oorlog heeft de kwaliteit van Marseille zeep te lijden van de mechanisering. De productie loopt derhalve terug tot 120.000 ton in 1938. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak leverde Marseille nog steeds de helft van de Franse productie, maar de jaren die volgden verwoestten deze industrietak. Momenteel zijn er nog twee zeepfabrieken in werking. Helaas voor Marseille zeep is tegenwoordig de term zeep niet beschermd en er zijn veel vervalsingen op de markt. Tot groot verdriet van de echte Marseille zeep fans bestaan er zelfs zeepsoorten die gemaakt zijn van dierlijk vet.

In de 20ste eeuw heeft traditionele Marseille zeep ook veel concurrentie te duchten van de moderne reinigingsmiddelen. De savon de Marseille kent op dit moment een opleving dankzij een nieuwe vraag naar natuurlijke producten.

De productie van Marseille Zeep

De ambachtelijke productie van de zeep neemt drie weken in beslag. In de buitenlucht smoort het mengsel in ketels met plantaardige oliën en soda. De zeep moet 72% vet bevatten. Er is geen label aan toegekend; wel is bekend dat de echte, originele Marseille zeep lichtgeel of groen moet zijn en niet geparfumeerd is als deze op ambachtelijke wijze is gemaakt.

Bij een rondleiding door de zeepfabriek mogen de toeristen overal aanzitten, behalve aan de collectie oude kubusvormige stukken zeep. Sommige van de voor Marseille zo karakteristieke van olijfolie gemaakte groene blokken zijn wel honderd jaar oud. Ze zijn vervormd en gebarsten. Volgens de jonge zeepmaker Jérôme Monge zijn ze uitgedroogd.

Het uitdrogen van de zeep is volgens deze zeepmaker cruciaal. Vroegen kochten mensen deze blokken zeep om de was mee te doen. Ze lieten ze bewust een tijdje uitdrogen, zodat ze minder zouden schuimen. Je kon er dan harder mee boenen en bovendien gingen ze langer mee. De blokken zeep zijn 100 gram als ze net zijn geproduceerd, na een maand wegen ze ongeveer vijf gram minder. Vooral tijdens de eerste maand na het productieproces verdampt er veel.

Monge legt in grote lijnen uit hoe de zeep - in feite niets anders dan een zout van vetzuren en natrium - gemaakt wordt. Bij het zogenaamde verzepingsproces splitsen de zeepmakers oliën op in glycerol en vetzuren door de oliën te mengen met de basische vloeistof natronloog. De vetzuren vormen zouten met het natrium uit het natronloog. De glycerol wordt uit het mengsel verwijderd en de zeepemulsie wordt verder ingedikt door het te verhitten, waardoor het meeste, maar niet al het water, verdwijnt.

Verdroging is volgens Monge dus de reden dat zeep minder schuimt. Maar lang niet iedereen in Marseille is het daarmee eens. 'Die van ons schuimt altijd goed', zegt een fabrikant die zijn waar verkoopt op de markt in de oude haven. 'Natuurlijk drogen ze niet uit. Er zit nauwelijks water in deze zeep.' Aan de overkant roept een vrouw dat zij wel water in haar zeep heeft, maar dat dat er niet toe doet. 'Sommige zepen schuimen inderdaad op den duur minder, maar die zijn gewoon niet goed gefabriceerd.'

In Marseille worden we al met al niet veel wijzer. De bedrijfsleider van La Licorne, een van de twee zeepfabrieken, maakt een lang verhaal kort en zegt dat de mate waarin de zeep schuimt niets zegt over de kwaliteit.

Conclusie

Mocht je een keer naar Marseille gaan vergeet dan niet een rondleiding te maken door de fabriek van Licorne. Iedere keer als je dan de zeep gebruikt ken je een klein stukje van de geschiedenis.