Observeren met het stappenplan

Inleiding

Je observatie kan door verschillende dingen negatief beinvloed worden. Dit moet je goed onthouden omdat de observatie anders niet betrouwbaar is. Als de observatie niet betrouwbaar is heb je ook niets aan de conclussies die je getrokken hebt. Daarom is een goede voorbereiding bij een observatie van groot belang.

Het stappenplan

Stap 1. De aanleiding van de observatie

Bij deze stap omschrijf je de aanleiding, de reden dus, van de observatie. Gaat de aanleiding van jezelf uit of van iemand anders die graag wil dat je deze observatie uitvoerd voor hem. Als je van jezelf uitgaat kan je zelf de reden waarom je gaat observeren wel bedenken. Ga je van een ander uit krijg je de reden vaak wel te horen.

Stap 2. Het observatiedoel vaststellen en de vraagstelling formuleren

Als je observeert, doe je dat altijd met een doel. Je wilt graag informatie over gedrag van de ander. Beschrijf bij deze stap zo duidelijk mogelijk wat het doel is van de observatie. Aan de hand van je doel krijg je een vraagstelling. Op welke vraag wil je antwoord? Deze vraagstelling moet zo concreet mogelijk zijn. Hieruit moet blijken wie je gaat observeren, wat je gaat observeren en in welke situatie je gaat observeren. Mochten er al meerdere vraagstellingen ontstaan, richt je dan op een vraagstelling tegelijk.

Stap 3. Inventariseer het concrete gedrag

Als het goed is weet je nu wat je wilt observeren. Dat wat je gaat observeren kun je waarschijnlijk in kopjes onderverdelen. Je kunt het beste een lijst maken met alle gedragingen die te maken zouden kunnen hebben met de vraagstelling. Alles wat je te binnen schiet schrijf je op. Je maakt een lijst met concrete gedragingen en zo zorg je ervoor dat je zo objectief mogelijk blijft.

Stap 4. Bepaal de observatiecategorien

Nu ga je de lijst van gedragingen die je bij stap drie gemaakt hebt, ordenen en selecteren. Sommige gedragingen komen op hetzelfde neer en daar kun je dus een van maken. Je kunt ook gedragingen weg laten. Uiteindelijk is het bedoeling dat je vijf tot acht gedragingen over houd. Dat wat je over houd moet passen bij je observatiedoel en je vraagstelling. Nu ga je duidelijk omschrijven wat je verstaat onder elke categorie en welk gedrag er wel of juist niet bij past. De categorien moeten helder en duidelijk op papier staan, volledig zijn en uitsluitend. Een gedraging mag niet in meerdere categorien geplaatst kunnen worden.

Stap 5. Observatiemethode kiezen en werkwijze beschrijven

Je kunt observeren doormiddel van verschillende methodieken. Je kiest een methode die bij de vraagstelling past, de situatie en jezelf. Zorg ervoor dat je een methode kiest die ervoor zorgt dat je zo objectief mogelijk kan observeren. Je kunt ook observatieschema`s of bestaande lijsten gebruiken. Tegenwoordig zijn de observatieschema`s heel belangrijk in organisaties in de zorg omdat er tegenwoordig meer kwaliteit geleverd moet worden in een kortere tijd. Het nadeel ervan is wel dat het niet altijd even goed aansluit bij je vraagstelling. Als je gebruik maakt van een schema zet je van te voren op papier hoe je het schema gaat gebruiken en wanneer.

Stap 6. Bepaal de plaats, situatie(s), data en tijdstippen

Als je observeert is het handig om vaker te observeren omdat het een momentopname is. Als je vaker in bijvoorbeeld dezelfde situatie observeert kom je tot meer inzichten. Zo weet je zeker dat je genoeg informatie hebt verzameld om de vraagstelling te beantwoorden. Je zet op papier in welke ruimte je gaat observeren, de situaties, de data, tijdstippen en de personen die meewerken aan de observatie. Als er mogelijk is om meerdere personen te betrekken bij de observatie(s) is dat natuurlijk beter.

Stap 7. Beschrijf de algemene gegevens

Bij deze stap noteer je de gegevens die noodzzakelijk zijn of zouden kunnen zijn voor de ob-servatie. Hierbij kun je denken aan de volgende gegevens:

Naam, leeftijd, geslacht

Gegevens gezinssituatie of de woon/leefsituatie, samenstelling gezin of de woon/leefgroep, omgang met elkaar, de cultuur Gegevens over de gezondheidstoestand voor zover ze belangrijk zijn voor de observatie Gegevens school/ werksituatie Jouw persoonlijke indruk van de persoon die je gaat observeren.

Het observatieplan

Nadat je de zeven voorgaande stappen volledig hebt ingevuld schrijf je een observatieplan. Zo weten anderen wat je van plan bent en wanneer maar ook hoe je dit organiseert.

In het observatieplan komen de volgende dingen naar voren:

Aanleiding van de observatie Wie je observeert en wat je doel is Hoe je gaat observeren en welke hulpmiddelen je gebruikt Plaats, situaties, data, tijdstippen en wie er meewerken aan de observaties Hoe de resultaten worden verwerkt Met wie de resultaten besproken worden en wanneer[/LIST]

Het is belangrijk een observatieverslag te maken omdat je dan voor jezelf alles even duidelijk op een rijtje zet.