Van wetsvoorstel tot wet

Inleiding

Stelt u zich eens een maatschappij zonder enige regels voor. Hoe zou de samenleving eruit zien als iedereen zomaar en straffeloos zijn of haar eigen zin kan doen? Dat zou binnen de kortste keren een enorme chaos opleveren. Daarom zijn er regels opgesteld in de vorm van wetten die de maatschappij dienen te reguleren en in goede banen moeten leiden.

Het maken van een wet

Het hebben van wetten is voor een goedwerkende samenleving een absoluut vereiste. Die wetten komen er niet vanzelf en moeten worden gemaakt en (indien ingevoerd) nadien worden gehandhaafd. Voor het maken van wetten is een procedure opgesteld, zodat alle wetten langs dezelfde weg tot stand komen. Alle partijen in de Tweede Kamer kunnen invloed uitoefenen op de inhoud. Zo kan de inhoud van een wet in ontwikkeling worden geoptimaliseerd en blijft het proces democratisch.

Vaststellen van een probleem

Het begint allemaal bij het vaststellen van een probleem. Ergens blijkt regulering nodig, hetgeen een aanleiding kan zijn voor de wens een wettelijke regeling in het leven te roepen. Voordat het zover is, moet het probleem echter kenbaar worden bij de politiek. Dit gebeurt veelal doordat organisaties, lobbyisten, media en burgers het probleem voorleggen of onder de aandacht brengen van de politiek. Vervolgens zal een wetsvoorstel moeten worden opgesteld.

Wetsvoorstel

Voordat een wet wordt aangenomen, doorloopt het een heel traject van bureaucratische handelingen. Gedurende die handelingen is sprake van een wetsvoorstel; een wet in wording.

* Opdracht tot maken van een wetsvoorstel
Eerst zal een minister, na het vernemen van een probleem, opdracht geven aan zijn ambtenaren tot het opstellen van een wetsvoorstel. Het opstellen van een wetsvoorstel gebeurt door ambtenaren van de ministeries die gaan over het onderwerp van het betreffende wetsvoorstel.
* Ministerraad en Raad van State
Als het wetsvoorstel door de ambtenaren van de verschillende ministeries is opgesteld, gaat het voorstel naar de ministerraad. Daar wordt de inhoud kritisch bekeken en vervolgens gaan zij al dan niet akkoord met het voorstel. Bij akkoord van de ministerraad gaat het wetsvoorstel vervolgens naar de Raad van State die het voorstel toetst aan de grondwet en Europese en internationale verdragen. Indien het wetsvoorstel strijdig blijkt te zijn met een grondrecht of verdragsbepaling, zal het wetsvoorstel moeten worden aangepast. Gebeurt dat niet, dan kan er geen wet tot stand komen, omdat die wet dan in strijd zal zijn met andere (reeds geldende) wetten en bepalingen. Hiertoe voegt de Raad van State commentaren toe aan het wetsvoorstel, opdat deze in een volgend stadium kunnen worden toegepast.
* Bespreking van het wetsvoorstel in een Kamercommissie
Nadat het wetsvoorstel de Ministerraad en de Raad van State is gepasseerd, wordt deze besproken in een Kamercommissie. Dit is een selecte groep specialisten, afkomstig uit verschillende politieke partijen. Zo kan er kritisch en met kennis van zaken naar het wetsvoorstel worden gekeken. Het bestaan van Kamercommissies heeft een praktische reden, immers kunnen niet alle wetsvoorstellen met alle 150 Kamerleden worden besproken. Dat zou te veel tijd en geld kosten, daarom wordt die bespreking overgelaten aan daarvoor aangewezen commissies. Het kabinet dient schriftelijk op de opmerkingen van de Kamercommissie te reageren alvorens het wetsvoorstel door kan naar de Tweede Kamer.
* Beslissing in de Tweede Kamer
Het complete wetsvoorstel, voorzien van de opmerkingen van de Kamercommissie en de reactie van het kabinet, wordt besproken in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer. Tijdens deze vergadering wordt het voorstel verdedigd door degenen die het wetsvoorstel hebben ingediend, terwijl de overige Kamerleden vragen kunnen stellen en om uitleg of toelichting kunnen verzoeken. Tevens kunnen de Kamerleden een wetsvoorstel wijzigen. Dit kan middels een amendement; een wijzigingsvoorstel dat door een meerderheid van de Tweede Kamerleden moet worden gesteund. Als laatst wordt er over het wetsvoorstel gestemd. Deze wordt aangenomen of afgewezen. Bij aanname wordt het voorstel naar de Eerste Kamer gestuurd.
* Beslissing in de Eerste Kamer
De Eerste Kamer kijkt vooral naar de uitvoerbaarheid, kwaliteit en noodzaak van een wetsvoorstel. Het is van belang te vermelden dat de Eerste Kamer geen wijzigingen kan aanbrengen in het wetsvoorstel en alleen bevoegd is het voorstel ofwel aan te nemen ofwel af te wijzen. Indien het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer is aangenomen resten er slechts twee formaliteiten voordat de wet in werking kan treden.

Formele afhandeling

Als het wetsvoorstel is aangenomen door beide Kamers der Staten-Generaal, dan is het voorstel eigenlijk geen voorstel meer. Het is dan een wet, zonder rechtsgeldige werking.

* Ondertekening
Om het aangenomen wetsvoorstel kracht van wet te geven, moet deze worden ondertekend door de koningin en de betrokken ministers.
* Publicatie
Na ondertekening moet de wet worden gepubliceerd in het Staatsblad. Daarbij moet worden vermeld wanneer de betreffende wet in werking zal treden. Meestal zal deze datum 1 januari zijn, maar er kan ook anders beslist zijn.

Handhaving

Het hebben van wetten is natuurlijk een prachtige methode om een samenleving te reguleren en in goede banen te kunnen leiden, maar zonder handhaving zal er niet veel van de uitvoering terechtkomen. Indien er geen consequenties zijn verbonden aan het overtreden van wetten, zullen dezen massaal aan de laars worden gelapt. Daarom is het hebben van een goed werkend politie- en justitieapparaat van groot belang voor het slagen van de gemaakte wetten en hun beoogde doel in de maatschappij.

Bronnen en referenties

  1. Tweede Kamer der Staten-Generaal – Van Wetsvoorstel tot Wet
  2. Zowerkt.nl – Hoe werkt het opstellen van wetten?