Wat betekenen afkortingen in de telefoniewereld

Het is nog niet zo lang geleden dat er geen keuze was. Of je belde, of je faxte over de telefoonlijn. GSM, UMTS of ADSL, wie had er ooit over gehoord?

De betekenis van de afkortingen in de telefoniewereld

Telecomtoren

PSTN is de afkorting van Public Switched Telephone Network. Een PSTN aansluiting is een gewone telefoonaanstuiting waarop maar één dienst tegelijk kan worden afgenomen. Een gewoon telefoongesprek voeren, een fax verzenden of ontvangen of op het internet surfen. Dat laatste gaat dan wel heel langzaam. Het netwerk is nu geheel gedigitaliseerd (vroeger was het analoog.)

ISDN is de afkorting voor Intergrated Services Digital Network . Het is een telefoonaansluiting waarop heel wat meer mogelijk is dan op een PSTN aansluiting. Zo kan je bijvoorbeeld faxen en tegelijk op een ander toestel een telefoongesprek voeren. Je kunt er ook een computer op aansluiten om er mee op het internet te surfen. Bij een ISDN aansluiting kan je meer dan één telefoonnummer krijgen.

ADSL betekent Asymetric Digital Subscriber Line en is een technologie die gebruik maakt van de telefoonlijn. Asymetric slaat op het verschil in de snelheid waarmee gegevens ontvangen of verstuurd kunnen worden. Met ADSL worden gegevens sneller ontvangen (downstream) dan verzonden (upstream). DP VDSL Very-high-rate Digital Subscriber Line. Een snelle vorm van ADSL.

ATF het Autotelefoonnet ATF 1 t/m ATF 3. Het eerste net voor mobiel bellen (ATF 1) werd ongeveer 30 jaar geleden opgezet. Alle ATF netten zijn niet meer in gebruik.

GSM deze afkorting betekent Global System for Mobile Communications. Het is het meest gebruikte systeem voor mobiel bellen ter wereld.

IMEI betekent International Mobile Equipment Identity. Dit is het serienummer van de bovengenoemde GSM. Het serienummer van het toestel, niet van de SIM-kaart. Het is een 15-cijferig nummer.

UMTS is de afkorting van Universal Mobile Telecommunications System. De snelheid van UMTS is groter dan die van andere systemen voor mobiele telefonie. Door die snelheid is er meer mogelijk met de mobiele telefoon zoals bijvoorbeeld internetten of films bekijken.

HSDPA is een nieuwere uitvoering van UMTS die nog sneller is. Zelfs tot tien keer sneller. De afkorting betekent High-Speed Downlink Packet Access

LTE betekent Long Term Evolution. Het is een netwerk dat nog moet worden opgezet. KPN verwacht daar in 2011 mee te beginnen.

VoIP Met deze aansluiting kun je over het internet telefoneren. De afkorting staat voor Voice over IP, IP betekent Internet Protocol.

SIM Op een simkaart staan de gegevens van de gebruiker van de mobiele telefoon. De afkorting betekent Subscriber Identity Module

DPI betekent Deep Package Inspection. Met het gebruik van DPI kan een provider zien welke applicaties er op zijn netwerk worden gebruikt, omdat het elektronisch dataverkeer met DPI wordt geanalyseerd.

SSID staat voor Service Set Identifier. Elk draadloos netwerk heeft een naam. Die naam wordt in de telecomwereld de SSID genoemd.

WPA betekent Wi-Fi Protected Access. Het is de beveiliging van een draadloos netwerk met een wachtwoord.

Enkele belangrijke Telecomorganisaties

ITU De ITU is het centrum waar netwerkdiensten worden ontwikkeld. De organisatie bestaat bijna 145 jaar, werkt wereldwijd en is in Genève, Zwitserland gevestigd. De afkorting ITU staat voor International Telecommunication Union.

KPN is de grootste telecomprovider van Nederland. Dit voormalig staatsbedrijf heeft in de loop der tijd verschillende namen gehad. Op het ogenblik is de officiële naam Koninklijke KPN NV. Daarvoor heette het bedrijf Koninklijke PTT Nederland NV (KPN NV). En weer daarvoor was de afkorting PTT wat Staatsbedrijf der Posterijen Telegrafie en Telefonie betekent.

OPTA is de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. De OPTA werkt aan de regulering van de markt op communicatiegebied met het doel de concurrentie te bevorderen en is toezichthouder. Het werkgebied van de OPTA bestrijkt ook de posterijen.

Als een bedrijf zelf geen netwerk heeft

MVNO's Mobile Virtual Netwerk Operators zijn bedrijven die zelf geen netwerk hebben, maar toch onder hun eigen naam mobiele telefonie aanbieden. Zij maken dan gebruik van het mobiele netwerk van bijvoorbeeld KPN. Voorbeelden: Rabo Mobiel, Aldi/Medion.