Wat zijn Reuzenpadden of toads

Reuzenpadden (toads) hebben een talent om zich in een totaal nieuwe omgeving te kunnen vestigen waardoor ze meer berucht dan beroemd zijn geworden. In Australië, - met name in Queensland (noord-oostelijke staat) - zijn deze padden een nationale ramp. Als terrariumdieren zijn het echter dankbare en niet al te lastige kostgangers met een aantrekkelijk karakter.

Paddenvisjes

Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe klein die enorme reuzenpadden hun paddenleven beginnen. Na een kort bestaan als paddenvisje metamorfoseren ze in enkele millimeters grote padjes. Vier van die pas gemetamorfoseerde reuzenpadden passen gemakkelijk op een duimnagel. Na dit korte bestaan gaan de kleine padjes het grote talent van de reuzenpad tentoonspreiden; ze gaan eten. De kleine padjes groeien van al dat eten razendsnel en binnen een jaar zijn ze al veel groter dan onze inheemse padden ooit zullen worden. Hoewel de groei bij het volwassen worden vrijwel stopt, blijft de honger altijd aanwezig. Hun vraatzucht wordt wel eens overdreven, ze zullen eigenlijk liever vele kleine prooien eten dan een enkele grote. In de tropische gebieden, waar ze leven, is daar meestal wel wat van te zien. Na een regenachtige dag verzamelen de padden zich onder tuinlampen en straatlantaarns om daar de duizenden insecten, die op het licht afkomen, op te wachten. De insecten, die het wagen zich binnen het bereik van de padden te begeven, worden feilloos opgelikt. De aantallen reuzenpadden, die zich bij dergelijke lichtbronnen verzamelen, zijn soms enorm. Met tientallen zitten ze onder een enkele straatlantaarn en zo zijn er langs een stille tropische straat honderden, zo niet duizenden padden te vinden. Reuzenpadden leven van oorsprong als pioniers op open plaatsen in het regenwoud. Langs rivieroevers, aardverschuivingen, bij omgevallen bomen. Kortom, daar waar het gewone milieu verstoord is. Wat dat betreft hebben ze in de mens een uitstekende bondgenoot gevonden. Met allerlei graafwerktuigen, van stokken tot draglines, doet de mens niet anders dan verstoren en open plekken maken in het bos. Om het leven voor reuzenpadden nog aantrekkelijker te maken leggen mensen verder vaak om allerlei redenen poelen met stilstaand water en irrigatiegeulen aan, waarin de padden zich kunnen voortplanten. Verder gooien mensen afval op een hoop, waarmee ze ongedierte, dat de padden tot voedsel kan dienen, weten te lokken. En dan tegenwoordig ook nog elektrische straat- en tuinverlichting als insectenlokkers, er wordt goed voor reuzenpadden gezorgd...

Territorium

In gevangenschap valt dat nogal eens tegen. Reuzenpadden worden vaak in relatief kleine terraria gehouden. Maar ook reuzenpadden hebben ruimte nodig en de mogelijkheid om verschillende typen schuilplaatsen te bezoeken. In de natuur heeft een reuzenpad een territorium van ongeveer honderdvijftig vierkante meter. Dat is in een terrarium niet haalbaar, maar aan het vaak geboden alternatief van een halve vierkante meter hebben ze eigenlijk te kort. Ideaal voor reuzenpadden is als ze bijvoorbeeld op de bodem van een plantenkas kunnen rondscharrelen. Daar zullen ze zich nog nuttig maken ook, omdat allerlei voor de planten mogelijk gevaarlijk ongedierte zorgvuldig wordt opgelikt. Helaas, echt schadelijke diertjes als schild- en wolluizen ontsnappen aan hun aandacht, omdat die niet genoeg bewegen en bovendien buiten het bereik van de padden zitten. Maar pissebedden en naaktslakken vallen wel binnen het bereik en daar weten de reuzenpadden uitstekend weg mee. Op een dergelijke manier gehouden hebben de reuzenpadden nog wel degelijk hun eisen: ze willen zich graag ergens kunnen ingraven, ze willen een redelijk hoge temperatuur en altijd een natte plek om eventueel op z'n pads te drinken. Padden drinken door in het water te gaan zitten. De zachte huid van met name hun achterbenen neemt dan water op uit de omgeving. Met enige overdrijving kun je zeggen, dat padden met hun billen drinken. Wat er aan pissebedden en dergelijke de kas in mag lopen, is vast niet genoeg voor de padden. Ze zullen moeten worden bijgevoerd met meel- en regenwormen, maden en zelfs allerlei vliegen. In de natuur eten deze dieren voor het overgrote deel insecten van minder dan een centimeter lang. Dus ook buffalowormpjes komen als voedsel in aanmerking. In Florida en Australië eten de reuzenpadden zelfs af en toe niet bewegende prooien. Zo worden soms bloemblaadjes opgehapt, maar dat is misschien nog een ongelukje, waarbij padden de voorbijwapperende blaadjes voor passerende vlinders hebben aangezien. Veel verrassender is, dat ze er de voederbakken van honden en katten helpen leegeten.

Voortplanting

De voortplanting van padden is altijd een lastig gebeuren. Padden staan erom bekend, dat ze zich vaak alleen voort willen planten in het water, waarin ze zelf geboren zijn. Misschien dat het een dergelijke kieskeurigheid is, maar een feit is dat padden zich maar zelden voortplanten in gevangenschap. Ook de kweken met reuzenpadden zijn uitzonderingen. Onze hoofdstedelijke dierentuin Artis heeft enige jaren geleden een enkele keer reuzenpadden tot voortplanting weten te brengen. In de natuur planten reuzenpadden zich gedurende de hele regentijd voort, maar met een piekje in het begin en een piekje aan het einde van het natte seizoen. Ze kiezen daarvoor bij voorkeur stilstaand water uit, maar alle soorten van zacht en minder zacht stromend water worden als dat zo uitkomt ook gebruikt. In de nacht is langs de oevers van zulke wateren de roep van de padden te horen. Een typische paddenroep met een steeds snel achter elkaar herhaalde korte toon. De reuzenpad klinkt een beetje als een klein motorbootje, dat voorbijvaart. Het volume begint voorzichtig, loopt dan snel op en neemt daarna weer langzaam af. Een enkele pad is niet storend, maar een heel koor van deze padden kan de nachtrust beslist verstoren.

Mannetjes, die een vrouwtje zien passeren, proberen op haar rug te kruipen en haar daar vast te houden tot ze eieren legt. Dat kan soms uitmonden in enorme kluwens paarlustige mannetjespadden met middenin een vrouwtje. Het vrouwtje legt eieren in lange snoeren. Per legsel kan het aantal eieren oplopen tot honderdduizend al is veertigduizend een normaler aantal. De larven komen vrij snel uit en groeien in een krappe maand op tot het moment van metamorfoseren.

Giftig

Reuzenpadden hebben een reputatie op te houden van giftigheid. De oorklieren produceren in noodgevallen een wittig gif. Verder is ook de rest van de huid voorzien van gifkliertjes. De giftigheid van de padden wil nogal eens variëren van individu tot individu. Sommige blijken erg gevaarlijk, andere nauwelijks. Als padden in hun oorklieren gebeten worden, kan het gif eruit spuiten. Het veroorzaakt een erg branderige sensatie aan de slijmvliezen. Wie het gif per ongeluk in het oog krijgt, moet er snel mee naar de eerste hulp. Voor de rest bevat het gif een hallucinaties veroorzaken stof. Dat heeft de pad een zekere reputatie gegeven als leverancier van trips. Maar of het echt werkt, is twijfelachtig. Ten eerste, omdat lang niet alle padden een zelfde gif produceren en ten tweede, omdat het gif in potentie levensbedreigende vergiftigingen kan veroorzaken. Er zijn meer gevallen van dodelijke vergiftigingen door reuzenpaddengif bekend. Dat betreft het eten van padden, het eten van soep met paddeneieren en ook een enkel geval van een onvoorzichtige paddenlikker. Honden, die in een reuzenpad een speelgoedbal zien, moeten dat vaak met de dood bekopen. Toch zijn er ook wel dieren, die reuzenpadden eten. Zo worden jonge padden ook wel gegeten door kikkeretende kikkers, zoals Leptodactylus-soorten of Rana maculata. En de slang Xenodon rhabdocephalus (de valse lanspuntslang) eet ook volwassen padden.

De naam reuzenpad is niet zomaar toevallig. Hoewel Bufo marinus niet de grootste paddensoort is, is het wel een goede nummer twee. Bufo blombergi is nog groter, maar een reuzenpad kan zeker twintig centimeter worden. In doorsnee, want als ze goed gevoerd zijn, zijn ze vaak even breed als ze lang zijn. Waarom de dieren als achternaam marinus, dus 'van de zee' hebben meegekregen, is wat raadselachtiger. Waarschijnlijk heeft de naamgever, Linnaeus, gedacht, dat de padden uit zee kwamen. Dat lijkt onwaarschijnlijk, maar vrijwel alle bronnen beweren dat de padden niet tegen zout water kunnen.

Reuzenpaddenrace

De race die kort geleden in Australië werd gehouden, ging misschien wel het langzaamst van alle races van de laatste tijd. De deelnemers waren reuzenpadden, beesten zo groot als een pak vruchtensap. Ofwel: 20 centimeter lang en ruim een kilo zwaar. En zulke beesten gaan niet zo snel.Reuzenpadden (Bufo marinus) wonen nog maar 83 jaar in Australië..

Onderzoekers zagen tidjens de paddenraces dat de reuzenpadden niet van lage temperature, want de twee meter lange loopbaan stond in hun laboratorium. De padden moesten erover heen hoppen bij vijf temperaturen.

Bij 30 graden hopten de padden het snelst: hun topsnelheid was dan 2 kilometer per uur. Bij 15 graden gingen ze nog maar 300 meter per uur. Dat komt doordat het koudbloedige beesten zijn: hoe kouder het is, hoe slomer ze worden.

Door te kijken naar het weer in Australië en naar de bezigheden van de padden (slapen, eten, jagen, hoppen), konden de onderzoekers daarna ook uitrekenen hoe ver de padden in één jaar kunnen reizen. In het noorden is dat 50 kilometer. Maar in het zuiden leggen ze in één jaar amper een halve kilometer af.

Reuzenpad voor bestrijding van kevers

In de jaren dertig van de vorige eeuw is de giftige reuzenpad vanuit Engeland in Australië geïntroduceerd als middel om van een bepaalde kever af te komen, die de suikeroogst bedreigde. Zoals het vaker gaat wanneer de mens ingrijpt in de natuur, werd het evenwicht hierdoor danig verstoord. De padden vermeerderden zich bij gebrek aan een natuurlijke vijand zo snel, dat er inmiddels tweehonderd miljoen exemplaren van op het continent rondlopen. Twee keer per jaar legt het vrouwtje van de reuzenpad tussen de 8000 en 35000 eitjes. Als gevolg van de overbevolking onder de padden zijn diverse inheemse soorten ernstig in aantal afgenomen, zoals slangen, varanen en buidelmarters. Op plaatsen met veel reuzenpadden zijn bijna al die dieren uitgestorven

Wat de padden echter niet deden, was veel bijdragen aan de bestrijding van plaaginsecten. Daar lag aan ten grondslag, dat de beide plagen leven op de stengels en in de bladeren van de suikerrietplant, terwijl de padden op de grond blijven en niet klimmen. Ook houden de padden van een beetje dekking en dat vonden ze nauwelijks in de uitgestrekte suikerrietvelden. Dus trokken ze zich terug langs de randen van de rietvelden, waar ze tussen de gewone vegetatie voldoende voedsel aantroffen om op te gedijen. De voor de suikerriet aangelegde irrigatiekanalen vormden voor de padden een mooie voortplantingsplek en bovendien een manier om zich verder door het land te verspreiden. Zodoende kon de reuzenpad zich heel snel verspreiden over het noorden en oosten van Queensland. Daar hebben ze zich heden gevestigd in enorme aantallen en vormen een bedreiging voor de inheemse natuur. Ze beconcurreren andere kikkersoorten, zowel als larve als volwassen dier. Daarbij eten ze wel hoofdzakelijk kleine insecten, maar als ze de kans krijgen zullen ze ook grotere dieren als kikkers, maar ook kleine zoogdieren en vogels eten. Samen is dat een behoorlijke bedreiging. Zeker, omdat de padden in zulke ongelooflijke aantallen voorkomen.