Alles over vleesetende planten

Inleiding

Als je een leuk kadootje mee wil nemen voor je oma denk je niet meteen aan een vleesetend plantje. Vleesetende planten heeft ook niet iedereen regulier in zijn vensterbank staan. Toch zijn veel van deze carnivoorachtige plantjes zeer decoratief! En daarnaast nog eens zeer handig om vliegjes te elimineren. De meeste vleesetende plantjes zijn wel moerasachtigen, dus die vergen wel een specifieke verzorging! Hieronder alles wat je moet weten over vleesetende plantjes; van soorten tot verzorging.

Wat is een vleesetende plant

Een vleesetende plant is een plant die niet alleen zijn voedingsstoffen uit de bodem haalt, maar zich daarnaast ook voedt met kleine insecten zoals vliegjes of soms zelfs spinnetjes. Deze plantensoort is onder te verdelen in 5 'families', die weer onder te verdelen zijn in 630 soorten!

Vleesetende planten lokken en vangen hun prooi op verschillende manieren. Dat is per familie verschillend zoals je bij "verschillende soorten" hieronder kunt lezen.

Welke verschillende soorten vangmechanismen zijn er

De vleesetende planten zijn onder te verdelen in de manieren waarop ze hun prooi lokken en vangen. Als de prooi gevangen is wordt deze leeggezogen leeggezogen en verteerd. Alleen het buitenkantje is nog over. De plant gebruikt deze stoffen als extra voeding.

Bekerval

Uiterlijk: De plant ziet eruit als een langwerpige beker.

Vangtruc: Het insect valt in de beker en kan er niet meer uitklimmen. Dat komt door de gladde zijkanten van de beker. Ook zitten er op het dekseltje wat veel bekerplanten hebben, haartjes die tegen de richting in staan. Een aantal planten heeft onderin wat vocht/ sap staan waar de vliegjes in verdrinken

Voorbeelden van bekervallen: De Trompetbekerplant (Sarracenia), Tropische bekerplant (Nepenthes) en Zonnebekerplant (Heliamphora)

Kleefval

Uiterlijk: Lange stengels met kleverige topjes

Vangtruc: Aan de uiteinden van de stelen bevinden zich knopjes met een kleverig en heerlijk ruikende substantie. Als het insect hier op afkomt kleeft het aan de plant vast en door zich los te wurmen, komt het alleen nog maar vaster te zitten. Het blad krult zich om het insect en verteert deze.

Voorbeelden van kleefvallen: Zonnedauw (Drosera), het Vetblad, Drosophyllum en de Byblis.

Dichtklappende val

Uiterlijk: Als een schelpachtige. Het bestaat uit 2 dichtklappende bladeren.

Vangtruc: In de bladeren zitten een aantal voelhaartjes. Als deze haartjes binnen een bepaalde gestelde periode worden geraakt klappen de blaadjes direct dicht. Hierna wordt het insect verteerd.

Voorbeelden van een dichtklappende val: De Venusvliegenvanger (Dionaea muscipula) en Aldrovanda vesiculosa.

Fuikval

Uiterlijk: De fuikval ziet er een beetje uit als een klein kropje botersla(met bekerachtige blaadjes).

Vangtruc: Door zijn stevige haren die naar beneden wijzen, komen de insecten niet meer op eigen kracht uit de beker.

Voorbeelden: Genlisia

Zuigval

Uiterlijk: Een groene plant met blaasjes op de verschillende takjes.

Vangtruc: Door de positie van het blad (onderwater) wordt er door de aanwezigheid van het insect een onderdruk gecreeerd waardoor deze naar binnen wordt gezogen.

Voorbeeld van Zuigvallen: Blaasjeskruid (Utricularia).

Verzorging

De meeste vleesende planten zijn moerasplantjes en houden ervan om met hun voeten in het water te staan. Houd hiervoor ongeveer 1 tot 5 cm water aan; het liefst regenwater maar gedestilleerd water is ook goed (geen hard water in ieder geval. Houd er rekening mee dat deze planten een "winterslaap" houden; geef ze daarom in de winter niet teveel water. Hieronder wat meer do's en don'ts:

Do's

  • De planten houden van zon; zet ze lekker in de zon.
  • Als je planten buiten staan: denk om vorst en bescherm ze hiertegen.
  • Verwijder dode bladeren
  • Verwijder eventuele luizen (die eten ze niet)

Don'ts

  • Geef ze geen extra vlees of pokon of anderszins!