Het mensbeeld en godsbeeld van de Oude Grieken

Inleiding

In dit essay vergelijk ik het mensbeeld en het godsbeeld van de Grieken. Ook bekijk ik het verband tussen deze twee. Er zijn veel dingen die er op wijzen dat de Grieken perfect wilden zijn.

Overmoed is dan ook de grootste fout van de Grieken. Zo mocht je absoluut niet verminkt zijn om er bij te horen. Behalve als je gewond terug kwam uit een oorlog, dan had je juist veel aanzien vanwege de eervolle oorzaak. Iemand anders verminken was dan ook een van de grootste zonden die je maar kon doen. De Grieken wisten dat ze niet onsterfelijk waren, zoals de goden, maar ze deden er wel hun uiterste best voor om perfect te zijn. Maar niet alleen je lichaam moest perfect zijn, je moest ook goed kunnen denken. Als er twee prinsen of koningen de strijd aan gingen, moesten ze vechten, maar ze moesten ook iets doen waarbij ze hun hersenen moesten gebruiken. Mensen die geen Grieks spraken werden ‘barbaroi’ genoemd, dat betekent ‘barbaren’. Door goed met de goden om te gaan hoopte je op de gunst van de goden, dit betekende namelijk aanzien. Er was op de een of andere manier een bepaald verband tussen de mensen en de goden. Zo hadden de goden, net als mensen positieve eigenschappen, maar ook negatieve eigenschappen. Ze konden dus boos worden, of ruzie met elkaar maken, maar ook natuurrampen veroorzaken! De Grieken hadden erg veel goden, dit blijkt ook uit het woord ‘pantheon’, ‘pan’ betekent namelijk ‘overal’ en ‘theos’ betekent ‘goden’.

Goden

Om een beeld te krijgen bij het aantal goden wat de Grieken hadden is hier een voorbeeld. Dit waren de belangrijkste goden van de Grieken: Zeus, Ares, Artemis, Hades, Apollo, Aisklepios, Hephaistos en Hermes. Natuurlijk zijn er nog vele goden meer maar dit zijn slechts de belangrijkste. Elke polis had zijn eigen god of godin die de stad behoedde voor gevaren. Toch betekende het niet dat als bijvoorbeeld Ares, de god van de oorlog in de strijd achter jou stond, dat je dan zou winnen. Dat bepaalde Zeus, de oppergod. Net zo als wij een president hebben, daaronder de politici en daaronder de bevolking, zo hadden de Grieken eerst Zeus, de oppergod, dan de andere goden en daarna de mensen. Zo was de Griekse samenleving van die tijd opgebouwd. Het verband tussen goden en mensen werd nog meer versterkt door het bestaan van halfgoden. Bij halfgoden was een van de ouders een god of godin en de andere ouder een mens. Halfgoden waren niet onsterfelijk maar hadden wel bijzondere eigenschappen. Halfgoden waren namelijk erg sterk, muzikaal en erg slim. Dit hing wel af van hoe belangrijk de goddelijke ouder was. De Grieken hadden dus veel mythologische ideeën. Zo hadden ze een bijzondere mythe over de god Helios. Hij had een zonnewagen met erg bijzondere paarden. Alleen hij kon deze paarden besturen omdat ze zo sterk waren. De paarden moesten elke dag bereden worden anders zouden ze de volgende dag te veel energie hebben en zou zelfs Hephaistos ze niet meer kunnen houden. Daarom moest Hephaistos elke dag de wagen bestrijden, deed hij dat niet dan zou het leven op aarde vergaan.

Mythes

Daarnaast was er nog een mythe over de geboorte van Athene. Het verhaal gaat dat Zeus hoofdpijn had en hij wilde per se geopereerd worden. Niemand wilde hem opereren omdat ze hem niet wilden ‘verminken’. Uiteindelijk besloot Hephaistos om Zeus te opereren. De andere goden vonden het vreselijk dat Zeus werd verminkt, dit was het ergste wat je kon overkomen! Toch drong Zeus er op aan. Hephaistos sneed het hoofd van Zeus open en Athene werd geboren uit zijn hoofd. Ze werd geboren als volwassene en compleet met kleding en al. Dit is natuurlijk een raar verhaal, wat iemand uit onze cultuur niet snel serieus zou nemen. Maar toch hebben wij nog dingen uit de cultuur van de oude Grieken overgenomen. Een voorbeeld daar van is het symbool van Aisklepios, hij was de god van de geneeskunde en zijn symbool w as de slang. Dit symbool wordt nu nog steeds gebruikt, op ambulances bijvoorbeeld. Zoals nu dus wel duidelijk is dachten de Grieken mythologisch. Zo hebben ze ook een apart verhaal over het ontstaan van de godenwereld en over het ontstaan van de aarde. Er zijn twee opvattingen over de oud-Griekse godsdienst. De ene is bedacht door Pettazzoni de ander door Vian. Pettazzoni’s opvatting is tweeledig. Hij legt de Griekse godsdienst zo uit: er is een vorm waarin vrouwen de macht hebben en er is een vorm waarin mannen de macht hebben. Het is moeilijk omdat duidelijk te maken, waardoor veel mensen het niet met deze theorie eens zijn maar met die van Vian. Deze theorie wordt vaker aangenomen. Deze theorie bestaat uit vijf delen. De eerste groep goden waren de lokale goden. De tweede groep was het vereren van goden in grotten en op bergtoppen, dit was de Minoische inbreng. Ook waren er Oosterse invloeden, dit was de derde groep. Hier komen Apollo, Artemis en Aphrodite vandaan. Een vierde invloed is de Thraco-Phrygische, hierdoor zou de god Ares zijn ontstaan, maar ook iemand als Orpheus zou uit deze invloed komen. Als laatste is er nog de Indo-Europese invloed, hier stammen Zeus en Poseidon vanaf. Het ontstaan van de goden is weer een ander verhaal. Dit verhaal begon me Chaos, hij was er als eerste. Uit Chaos is de eerste godin ontstaan, Eurynome. Om te kunnen lopen zorgde zij ervoor dat hemel en zee gescheiden werden. Ze was erg blij dat dit gelukt was, daarom bleef ze dagen lang dansen. Hieruit ontstond de slang Ofion. Zij beminden elkaar en uit het Universele Ei ontstonden zo de zon, de aarde en de maan, sterren, bomen en dieren. Ofion blufte dat hij de schepper van het heelal was. Daarom sloeg Eurynome alle tanden uit zijn mond, dit werden allemaal mensen. Mijn conclusie is dat de Grieken dus een hele andere levensstijl hebben dan wij, in de westerse cultuur. Maar dat we toch nog wel iets van Grieken hebben overgenomen is voor mij ook wel duidelijk geworden. Natuurlijk is er in de loop van de eeuwen veel aan het mensbeeld en godsbeeld van de Grieken veranderd. Ze denken nu op een westerse manier, net als wij. Het wereldbeeld van mensen kan dus veel veranderen.

Conclusie

Mijn conclusie over het mensbeeld en het godsbeeld van de Grieken is dat er een zeker verband is tussen deze twee onderdelen van het wereldbeeld. Mensen en goden werden veel met elkaar vergeleken op verschillende manieren. Door middel van eigenschappen, maar ook op andere manieren. De Grieken dachten op een hele andere manier over deze onderdelen dan wij, wat zeker heel interessant is. Het mensbeeld was wel redelijk hetzelfde als bij ons, in onze cultuur is het lichaam ook erg belangrijk. Maar niet zo belangrijk als voor de Grieken. Tegenwoordig is er veel aandacht en zorg voor mensen met een handicap en dat is alleen maar goed. Het godsbeeld is wel heel erg veranderd, want wij hebben maar een God. Hoewel en natuurlijk nog wel culturen zijn die nog wel in meerdere goden geloven, zoals het hindoeïsme, hier zijn meerdere goden die samen één God vormen, de Almachtige. Maar er zijn geen culturen meer die hun goden vereren zoals de Grieken dat deden. Er is dus een groot verschil ontstaan in 3000 jaar.