Morfologische geslachtskenmerken van menselijk bot

Morfologische geslachtskenmerken van menselijk bot

De Fysisch antropoloog kan op basis van menselijk botmateriaal een aantal kenmerken vaststellen van het individu. Bijvoorbeeld: leefdtijd, geslacht etc. Onderstaand wordt in detail uitgelegd hoe de morfologische geslachtsbepaling in zijn werk gaat, hierbij worden veel latijnse namen van anatomische structuren gebruikt. Morfologisch betekent hier, op basis van de vorm van een bot.

Tip:

  • Voor de beste weergave van de afbeeldingen is het raadzaam de volle schermbreedte te gebruiken.

Geslachtsbepaling

Op basis van skeletmateriaal kan het geslacht worden vastgesteld van een individu. Hiervoor zijn met name:

  • de heupbotten (bekken)en
  • daarna de schedelbotten het meest geschikt en
  • tenslotte kunnen de dijbeenbotten mogelijk inzicht geven.

Als deze niet opgegraven zijn, biedt de spieraanhechting op bepaalde botten mogelijk een uitkomst al geeft dat onbetrouwbare resultaten. Andere botten kunnen dus wel informatie geven maar zijn uitsluitend goed te gebruiken om de conclusies op basis van de andere botten te ondersteunen.

Van kinderbotten wordt geen morfologische (op basis van de vorm van de botten) geslachtbepaling gedaan aangezien deze nog niet voldoende ontwikkeld zijn. Tot het einde van de adolescentie bereikt is zullen alle kinderbotten geïnterpreteerd worden als vrouwelijk. Dan pas komen kenmerken die wijzen op mannelijke ontwikkeling tot expressie.

Analyse Heupbeenderen

De bekken botten zijn de belangrijkste botten voor de bepaling van het geslacht.

De bekkenbotten bestaan uit het heiligbeen (os sacrum) en de bekkengordel (cingulum pelvicum) . De bekkengordel bestaat uit 2 heupbeenderen (coxae) die bij een levende mens verbonden zijn door de schaambeenverbinding (symphysis pubica). Een heupbeen (os coxae) bestaat uit 3 delen: het os Ilium (darmbeen), os Pubis (schaambeen) en het os Ischium.

Geslachtsverschillen van het bekken:

In tegenstelling tot het mannelijke bekken heeft het vrouwelijke bekken een meer afgeronde, ovale bekkeningang. Dit creëert een breder en ruimer geboortekanaal. De verschillen zijn te zien aan kenmerken die relatief zijn (dus ten opzichte van elkaar, er zijn geen absolute maten):

  1. De botten van het vrouwelijke bekken zijn over het algemeen lichter dunner en gladder, die van de man zijn robuuster

Daarnaast bestaan er kenmerken op basis van de vorm van de botten, die naar aanleiding van de functie van het bekken (geboortekanaal) onderscheidend zijn. Op basis van een enkel bot kan men dan, met 95 % zekerheid, aangeven of het mannelijk of vrouwelijk is. Onderstaand een opsomming van deze onderscheidende kenmerken met hun anatomische naam. Deze zijn terug te vinden op de afbeeldingen die er onderstaan.

Os coxae:

  1. De darmbeenvleugels(os ilium) van het vrouwelijke bekken steken verder uit (breder), dan die van de man deze zijn hoger en smaller.
  2. De mannelijke fossa iliaca is hoger en minder breed dan dat van de vrouw
  3. Het mannelijke foramen obturatum is ovaal te noemen, dat van de vrouw is meer driehoekig.
  4. De assen van de beide schaambeenderen vormen bij de man een echte hoek van 50-60⁰ (de angulus subpubicus) en lijkt op een ‘A’, bij de vrouw lijkt het op een boog (de arcus pubicus) van zo’n 80-90⁰.
  5. De heupgewrichtsholtes (acetabula) zitten bij een complete vrouwelijke bekkengordel verder uit elkaar , maar zijn kleiner dan die van de man.
  6. Het promontorium (bekkeningang) : bij mannen kleiner en minder rond van vorm, meer hartvormig.
  7. De bekkenuitgang (onderzijde) is bij vrouwen breder en de tuber ischiadicum zijn kleiner en zitten verder uit elkaar.

  1. De mannelijke crista illiaca is meer gebogen en lijkt op een s-vorm dan de vrouwelijke versie
  2. Aan de zijkant van het os coxae van de man is de incisura ischiadia major te zien en is smaller (scherpere hoek) dan die van de vrouw
  3. Het mannelijke os isschii is lager gelegen en het corpus ossis isschii breder en de spina ischiadica meer afgevlakt dan bij de vrouw.
  4. Daarnaast is brug gevormd door het os pubis bij de man prismatisch en die van de vrouw meer een dakvorm
  5. De mannelijke pelvis heeft een smalle en ondiepe sulcus praeauricularis en bij een vrouw is deze breed en diep en de man heeft een enkele samengestelde boog (zie arc composé op onderstaande afbeelding) in tegenstelling tot de dubbele van de vrouw.

Os Sacrum:

  1. Het vrouwelijke os sacrum is kort en breed, dat van de man langer en dunner.

Deze vormkenmerken zullen per individu verschillen. De een zal bepaalde eigenschappen sterker of juist minder hebben dan een ander. Daarom wordt er aan bepaalde echt doorslaggevende vormkenmerken meer waarde gehecht dan aan andere. De doorslag kunnen geven de vorm van de Sulcus praeauricularus en de inciscura ischiadica major. Daarnaast zijn van belang de Angulus pubus, de arc composé, het os coxae, het formamen obturaum en het corpus ossis ischii.

Berekening:

Eerst krijgt elk van de onderstaande tien anatomische geslachtskenmerken een score op basis van de expressie van vrouwelijk tot mannelijke vorm hiervan. Erg vrouwelijk is een score van -2 en erg mannelijk een score van +2. Als het minder duidelijk is of ertussen in de scores -1, 0, +1. Zie tabel 1.

De mate van vrouwelijke of mannelijke expressie wordt uitgedrukt in een gewogen sexualistatie graad door de score(x) van het anatomische kenmerk te vermenigvuldigen met het daaraan toegekende gewicht (W=1-3). Vervolgens worden deze opgeteld (ΣWx). Ook de wegingsfactoren worden opgeteld (ΣW≤20). Let op niet altijd heb je een heel bekkenbot en zijn alle kenmerken aanwezig. De gevonden waarden worden ingevuld in de volgende formule: Uiteindelijke sexualisatiegraad (bekken) M = ΣWx/ΣW.

Er zijn nog alternatieven voor het berekenen van deze sexualisatiegraad van het bekken, maar deze worden hier slechts opgesomd:

  1. Cotylo-ischiatic index
  2. Ischio-puberal index

Analyse Schedel(fragmenten)

Voor de schedel, het op 1 na beste bot om het geslacht te bepalen, bestaat een vergelijkbare berekening als voor het bekken. De betrouwbaarheid van deze methode ligt nog steeds rond de 95%.

Van de schedel worden niet 10 maar 11 anatomische geslachtskenmerken gescoord. Zie tabel 2. In Nederland kan echter de kaak niet gebruikt worden omdat uit onderzoek is gebleken, deze vrouwelijke kaak in 50% van de gevallen als mannelijk scoort.


Berekening:

De berekening is dezelfde als voor het bekken. De mate van vrouwelijke of mannelijke expressie wordt uitgedrukt in een gewogen sexualistatie graad door de score(x) van het anatomische kenmerk te vermenigvuldigen met het daaraan toegekende gewicht (W=1-3). Vervolgens worden deze opgeteld (ΣWx). Ook de wegingsfactoren worden opgeteld (ΣW≤29). Let op niet altijd heb je een hele schedelen zijn alle kenmerken aanwezig. Daarnaast wordt in Nederland gecorrigeert voor het niet gebruiken van de onderkaak.

De gevonden waarden worden ingevuld in de volgende formule: Uiteindelijke sexualisatiegraad (bekken) M = ΣWx/ΣW.


Geslachtsverschillen op basis van de schedel:

De geslachtskenmerken op de schedel zijn beschreven in termen van robuustheid, dus relatiever dan die van het bekken en individuele verschillen zijn te verwachten. De locatie van de kenmerken en de verschillen tussen man en vrouw zijn hieronder beschreven en te zien op de diverse afbeeldingen:

  1. De Glabella ligt tussen de wenkbrauwen op het Os Frontale, bij vrouwen is deze glad en bij mannen een duidelijke markering (verhoging).
  2. Arcus superciliaris, ook wel de supraorbital ridge vormt de gebolde bovenzijde van de oogkas en ligt op het Os Frontale. Bij vrouwen is het een gladde rand en bij mannen steekt deze meer naar voren.
  3. Tubera Frontalia, gelegen aan beide zijden van het voorhoofd op het Os Frontale. Deze zijn bij vrouwen duidelijk geprononceerd en bij mannen glad. (meting in combinatie met Tubera Parietalia)
  4. Os Zygomaticum ook wel jukbeen genoemd. Deze ligt bij vrouwen lager dan bij mannen en heeft een glad oppervlakte. Bij mannen is het oppervlakte onregelmatiger.
  5. Inclinatio Frontale, is een gemeten helling van het voorhoofd. Bij vrouwen is deze vrijwel verticaal en bij mannen meer gekromd.
  6. De Forma Orbitale/ Orbit form and margin of in het Nederlands de vorm van de oogkas. Deze is samengesteld door meerdere schedelbotten: Os Frontale, Os Zygomaticum en de Maxilla. Bij vrouwen is de vorm rond met een scherpe rand. Bij mannen is de vorm hoekiger (vierkant) en is de rand afgerond.

  1. De Processus Mastoidius is een onderdeel van het Os Temporale, en is bij mannen groter dan bij vrouwen.
  2. De Processus Zygomaticus is ook onderdeel van het Os Temporale en is deel van de verbindingsbrug naar het Os Zygomaticus. Bij vrouwen is het dun en laaggelegen, bij mannen dik en hoger gelegen.
  • Tubera Parietalia, gelegen aan de zijkant van het hoofd, op het Os Parietale tussen de Linea Temporalis inferior en superior. Deze zijn bij vrouwen duidelijk geprononceerd en bij mannen glad. (meting in combinatie met Tubera Frontalia).
  1. Crista supramastoidea (Supramastoid crest) is de rand of verhoging die de uitloop is van de Processus Zygomaticus die over het Os Temporale naar achter loopt. Die van mannen loopt langer door en is meer geprononceerd dan die van vrouwen.

  1. Het Relief of the Planum nuchae ligt aan de onderzijde van de schedel op het Os occipitale(achterzijde schedel) onder de hoogste Nuchale lijn. Bij vrouwen is het gladder dan bij mannen. Het reliëf ontstaat door aanhechting van spieren en zal bij mannen dus sterker zijn. Ook zullen de Nuchale lijnen sterker geprononceerd zijn. zie afbeelding:
  2. De protuberantia occipitalis externa ligtop het Os Occipitalis aan de rand van de nek in het midden van de linea nuchalis superior. Bij mannen is deze sterk geprononceerd aanwezig en bij vrouwen glad.

Verder lezen

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer lezen over archeologie. Kijk dan op één van de onderstaande sites voor meer informatie:

Archeologie Startpagina Archeologie in het Nieuws Meer Archeologie links

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer lezen over fysische antropologie. Kijk dan op één van de onderstaande sites voor meer informatie:

Terug naar Fysische antropologie

Voorbeelden van skeletformulieren nav een opgraving

Vereniging Fysisch Antropologen

Ook schrijven op leerwiki? gebruik de volgende link om je in te schrijven: Leerwiki aanmelden