De dood van Prinses Diana

Inleiding

De dood van Prinses Diana is een gebeurtenis die de emoties van velen nog steeds weet te raken. Dit komt ook door het feit dat er nog steeds vele onduidelijkheden omtrent het overlijden bestaan. Daarnaast bestaat er een duidelijke indruk dat de Franse Overheid zich er geen raad mee weet, en daarom de schuld legt bij personen die dit niet (meer)kunnen weerleggen, omdat ze niet meer in leven zijn.

Prinses Diana

Lady Diana, zoals haar officiële benaming was, na de scheiding van Engelse Kroonprins Charles, stierf op 31 augustus 1997 in Parijs, aan de gevolgen van een auto ongeluk. Naast haar stierven ook haar nieuwe relatie en miljardairs zoon Dodi Al-Fayed en de chauffeur van de auto Henry Paul. De enige overlevende is de bodyguard Trevor Rees-Jones, maar deze houdt aan het ongeluk een blijvend geheugenverlies over.

Mohamed Al-Fayed

De eerste persoon die openlijk sprak van een complot, was de vader van Dodi Al-Fayed, de Egyptische miljardair Mohamed Al-Fayed. Als argument voerde hij aan dat het Britse Koningshuis op deze wijze wilde voorkomen dat de Al-Fayed’s invloed zouden krijgen in het Britse Establishment. Hij was toen al eigenaar van een van het bekendste Britse warenhuis Harrods, en had dit in 1985 op nogal dubieuze wijze weten te realiseren.

Onderzoek Franse Overheid

Ook het feit dat over het onderzoek door de Franse Overheid geen enkele inzage werd verstrekt leverde voldoende stof tot speculaties op. De Franse Overheid baseerde zich hierbij op een wet die nog stamde uit de tijd van Napoleon, waarbij de dood van een staatshoofd of iemand van koninklijk bloed, onder de volstrekte geheimhouding viel.

Paparazzi

Niet bevorderlijk was ook het feit om de schuld in eerste instantie te zoeken bij de paparazzi, zij zouden het paar achtervolgd hebben en hen op deze wijze tot het ongeluk gedwongen hebben. Deze werden door de politie collectief voor ondervraging opgepakt Toen dit echter niet bewezen kon worden, zocht en vond men een andere zondebok, namelijk iemand die zich niet meer kon verweren: de verongelukte chauffeur Henry Paul.

Chauffeur

Hij zou onder de invloed van alcohol en drugs veel te hard gereden hebben, en zodoende de macht over het stuur verloren hebben. Er werd aangegeven dat de desbetreffende auto van het merk Mercedes Benz met een snelheid van 192 km per uur tegen de pijler in de tunnel was gereden. De snelheidsmeter van de auto was hierop blijven hangen door de botsing. Deze bewering werd echter weer ingetrokken, nadat de autofabrikant, aangaf dat dit onmogelijk was, omdat iedere snelheidsmeter na een ongeluk automatisch naar nul terug ging.

Auto

Dat de snelheid van de auto nooit zo hoog kon zijn, kwam nadien aan het licht. Bij de ingang van de tunnel was een snelheidscamera met flitslicht gemonteerd. Deze werd geactiveerd op het moment dat de voorgeschreven snelheid van 60 km per uur zou worden overschreden. Op de vraag van de pers, waar dan de opname van de Mercedes Benz was, werd geantwoord dat de flitslichtinstallatie op dat moment defect was.

Snelheidscamera

Ook dit antwoord is twijfelachtig, want een weggebruiker die tien minuten voor het fatale ongeluk, de tunnel te hard inreed, kreeg 15 dagen later een boete voor te hard rijden in de brievenbus, met een foto van de overtreding erbij. De bewuste camera is vrijwel onmiddellijk na het ongeluk, bij de tunnelingang, verwijderd.

Conclusie

Zolang de Franse Overheid geen duidelijke antwoorden geeft en de indruk wekt deze kwestie in de doofpot te stoppen, zullen de complottheorieën ook blijven circuleren. Men zal vragen blijven stellen. Tijd speelt in dit opzicht geen enkele rol, zoals bij de moord op Marietje Kessels uit 1900, dat recentelijk weer in het nieuws verscheen.

Afbeelding

Lady Diana door Rosi

Link

Marietje Kessels