Wat met kanker en haarverlies

Kanker een haarverlies

Kankerpatiënten verwachten meestal dat ze te maken gaan krijgen met haarverlies. Nochtans is dat afhankelijk van de manier waarop de kanker wordt behandeld. Niet elke kankerbehandeling veroorzaakt haaruitval. Als kankerpatiënt wil je hier wellicht meer over weten. 

Vragen over kanker en haarverlies

Wanneer wel haarverlies en wanneer niet

Of de haren uitvallen, is afhankelijk van het gebruikte geneesmiddel voor de kankerbehandeling. Niet alleen welk geneesmiddel, ook de dosis en de duur van de therapie spelen een belangrijke rol bij het haarverlies.

Een tweede factor: sommige patiënten zijn gevoeliger voor het toxische effect van de geneesmiddelen dan andere. De mate van haarverlies is dus een beetje afwachten.

Dan is er nog de bestraling zelf. Vanzelfsprekend heeft de patiënt meer kans op haarverlies als de haarwortels daadwerkelijk worden bestraald tijdens de kuur. De behandelende oncoloog (kankerarts) kan min of meer voorspellen hoe groot de kans is dat de patiënt al of niet haar gaat verliezen.

Is haarverlies pijnlijk

Het kan inderdaad zo zijn dat het haarverlies pijn veroorzaakt. Naast pijn kan het ook gaan jeuken.

Kun je zelf iets ondernemen tegen het haarverlies

Het haarverlies helemaal voorkomen is niet mogelijk. Sommige ziekenhuizen bieden ‘haarkoeling’ aan. Deze koeling bestaat uit een ijskap die op het hoofd geplaatst wordt. Het helpt tegen haaruitval maar is niet aangenaam om te ondergaan. Sommige patiënten vinden het ook pijnlijk. En miserie hebben ze al genoeg.

Hoe kan men zich voorbereiden op haarverlies?

Door de chemotherapie begint het haar uit te vallen tussen de 15de en de 20ste dag na de eerste behandeling. Het haar valt niet allemaal tegelijk uit. Dat gaat met plukken met als gevolg kale plekken. Daarom is het advies in het algemeen om het haar kort te laten knippen voor de kuur begint. Ook weer niet te kort omdat anders de hoofdhuid wordt gekwetst en er kans is op verbranding van die hoofdhuid met dan weer pijn als resultaat.

Als je als kankerpatiënt vooraf te horen krijgt dat je haren gaan uitvallen, kun je ook tijdig en rustig gaan nadenken over het dragen van een pruik. Dan is de psychologische stap niet zo plots. Maak een afspraak met een (gespecialiseerde) kapper in de buurt.

Moet je wennen aan een pruik

Zonder meer maar het valt ook wel mee! Je moet een beetje oefenen om ze juist op te zetten. Sommige kankerpatiënten klagen van jeuk en nogal tot te warm om een hele dag te dragen. Ook moet je wennen aan je nieuwe ‘ik’.

Dikwijls zijn ze ook bang dat de pruik gaat waaien door de wind. Dat is in de praktijk niet zo omdat de pruik met strips vastkleeft aan de hoofdhuid. Je kunt zonder zorgen wandelen of fietsen, zelfs op winderige dagen.

Heeft een pruik onderhoud nodig

Ja. Best was je een pruik om de paar weken. Dat kun je zelf doen of aan je kapper uitbesteden. Die gaat ze meestal stomen en opnieuw in conditie brengen met shampoo en conditioner. Zo nodig wordt de pruik aangepast aan de nieuwe wensen van de patiënt.

Wat met verdwenen wenkbrauwen

Als de haren uitvallen, riskeer je ook je wenkbrauwen kwijt te raken door de behandeling. Een oplossing daarvoor is het natekenen van de wenkbrauwen of de keuze voor permanente make-up. Permanente wenkbrauwen (kostprijs ca. 500 euro) laat je bij voorkeur aanbrengen of voor, of na de behandeling. Want permanente make-up betekent kleine wondjes. Die kunnen geïnfecteerd raken doordat het immuunsysteem, dat door de chemo toch al overhoop ligt, niet goed zijn werk doet. Daarom: als je kiest voor permanente wenkbrauwen: doe het ruim op voorhand of na de chemokuren.

Wanneer heb je je haardos terug

Dit is afhankelijk van de duur van de chemobehandelingen. In het algemeen gaat men ervan uit dat de patiënt 6 tot 8 weken na de laatste chemokuur weer een haardos heeft. Geduld is de boodschap want de haargroei begint met wat donshaar. Daarna komen pas de nieuwe echte haartjes te voorschijn. Het haar groeit 1 tot 1,5 centimeter per maand.

En soms kan de bestraling als resultaat hebben dat het haar niet of niet goed terug komt. Dan kun je kiezen voor een haarstukje of je pruik blijven dragen.

Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het haar na een chemokuur dikker of dunner kan terug groeien. Of de kleur is anders. Of er zit iets meer krul in. Uit studies blijkt dat de helft van de kankerpatiënten vindt dat hun haar anders is na de keur ten opzichte van daarvoor.

In zeldzame gevallen komt het haar na de chemokuren helemaal niet meer terug.

Conclusie

Het voornaamste doel van kankerbehandeling met chemokuren is uiteraard om de patiënt te genezen. Het betekent een aanslag op je lichaam en op je immuniteitssysteem. Heeft het allemaal geholpen? Dat is de voornaamste bekommernis voor arts en patiënt. Je kunt je dus afvragen of haarverlies in dit hele verhaal dan zo belangrijk is of slechts een detail. Mannen zullen hier minder wakker van liggen dan vrouwen. Dat is logisch. Voor een vrouw is het helemaal anders. Die wil in het algemeen niet hebben dat ze er ‘anders dan anders’ bijlopen. Trouwens: ze zijn waarschijnlijk hun leven lang al klant bij de kapper voor een permanentje, voor een kleurtje, voor krullen, voor een andere snit en noem maar op. Vrouwen besteden nu eenmaal veel meer geld, aandacht en moeite aan hun haar dan mannen. Het is dan ook heel vanzelfsprekend dat zij, eens geconfronteerd met chemobehandelingen, veel meer bezig zijn met dit onderwerp. En waarom ook niet?