Griekenland in de oudheid

Inleiding

Griekenland is een Balkanstaat in het zuidoosten van Europa. Het is erg bergachtig en verschillende schiereilanden steken als reusachtige vingers in zee uit. Tot Griekenland behoren het eiland Kreta en talrijke eilanden in de Egeïsche en Ionische Zee. De Griekse zomers zijn heet en droog, de winters zacht en vochtig. Het land werd lange tijd overheerst door de Turken en kwam in 1821 tegen het Ottomaanse Rijk in opstand. Het duurde nog tot 1830 voordat het zelfstandig werd, waarna het in 1832 prins Otto van Beieren tot koning koos. Van de ongeveer tien miljoen inwoners woont en werkt meer dan een kwart in de hoofdstad Athene. Griekse boeren verbouwen tabak, citrusvruchten, druiven, tarwe en olijven. Griekenland trekt iederjaar miljoenen toeristen die voor ruim eenderde van de deviezeninkomsten zorgen.

 

Griekenland in de oudheid

De eerste grote volken in Griekenland waren de Minoërs en de Mycenen. De Minoërs, genoemd naar de mythologische koning Minos, woonden op Kreta en stichtten daar de Minoïsche cultuur. Zij waren een vreedzaam volk dat mooie steden en prachtige paleizen bouwde. De Mycenen woonden op het Griekse vasteland en waren krijgslieden en zeevaarders. De helden uit de dichtwerken van Homerus waren waarschijnlijk Mycenen. Zowel de Minoïsche als de Myceense cultuur ging omstreeks 1200 v.c. ten onder. Daarna begon de Dorische volksverhuizing en trokken andere volken Griekenland binnen. Ze kwamen uit het noorden, maar spraken Grieks. In plaats van Griekenland tot één rijk te maken, bouwden zij afzonderlijke steden die tot zelfstandige stadstaatjes werden en vaak onderling oorlog voerden. Soms veren igden ze zich tegen een gezamenIijke vijand, zoals bijvoorbeeld de koning van Perzië. Twee van de sterkste steden waren Athene en Sparta. In de vijfde eeuw was Athene een door het volk geregeerde democratie. Het was erg machtig geworden.

De Grieken waren dol op theater, beeldhouw- en dichtkunst. Er leefden veel grote wijsgeren of filosofen, waaronder Aristoteles, Plato en Socrates. In de Griekse steden stonden veel mooie tempels en gebouwen die versierd waren met fraai beeldhouwwerk. In Griekenland werden ook de eerste olympische spelen gehouden. In 339 v.c. werd Griekenland veroverd door Philippus 11 van Macedonië, de vader van Alexander De Grote .

Griekse mythologie

Net als alle natuurvolken en alle volken die duizenden jaren geleden leefden, verzonnen de oude Grieken goden . en godinnen als verklaring voor de wereld om hen heen. Verhalen over zulke goden heten mythen. In de Griekse mythologie woonden de meeste goden op de berg Olympus. Daar aten ze ambrozijn en dronken nectar om onsterfelijk te worden en te blijven. De oppergod heette Zeus. Als hij boos was, liet hij het donderen. Zeus had veel kinderen. Een daarvan was Athena, de godin van de wijsheid en raadgeefster van de mannen in de strijd. De stad Athene draagt haar naam. Een ander kind, Apollo, was de zonnegod. Hij voerde iedere dag de zonnewagen langs de hemel.

Griekse goden

Apollo

Zonnegod

Artemus

Godin van de maan en van de jacht

Athena

Godin van de wijsheid

Demeter

Godin van de landbouw

Dionysos

God van de wijn

Eros

Liefdesgod

Hades (Pluto)

God van de onderwereld

Hera

Godin van het huwelijk

Hermes

Bode van de goden

Hestia

Godin van de huiselijke haard

Hephaestos

God van het vuur

Poseidon

God van de zee en de wateren

Zeus

Oppergod

Conclusie

In Griekenland kan je heel lang en mooi genieten van de natuur en de geschiedenis. Zo zijn er in Griekenland ook nog heel veel kleine leuke dorpjes en oogverblindende monumenten. Het is zeker eens de moeite waard om dit te bezichtigen. In de Griekse taal wordt het woord ja als nee beschouwd en het woord nee wordt als ja beschouwd. Wist u dit al ?