Wat wil je weten over afrika

Wat is Afrika ?

Afrika is het op een na grootste werelddeel. Met een oppervlakte van 30.319.000 km2 beslaat het eenvijfde van het landoppervlak van de wereld. Afrika strekt zich uit van de Middellandse Zee in het noorden tot Kaap de Goede Hoop in het zuiden. Grote delen van Afrika zijn dorre woestijnen. De verzengend hete Sahara bedekt vrijwel de hele noordelijke helft van het continent. Rondom de equator, die Afrika in het midden doorsnijdt, zijn dichte regenwouden waar de bomen zo dicht bij elkaar groeien dat hun kronen het zonlicht tegenhouden.

Wat weten we over Afrika ?

Meer dan eenderde van Afrika is hoogvlakte of plateau, voor een groot deel bedekt met uitgestrekte graslanden of savannen. Grote kudden grazende dieren zoals zebra's, giraffen, gnoes en antilopen zwerven rond over de savannen. Zij vormen een prooi voor andere dieren zoals leeuwen, luipaarden en hyena's. In het verleden werden veel van deze dieren door jagers gedood, maar tegenwoordig zijn grote natuurreservaten en wildparken ingericht om ze te beschermen.

De Kilimanjaro, de hoogste berg van Afrika, ligt in Tanzania en is 5895 meter hoog. Afrika's grootste meer, het Victoriameer, ligt tussen Kenia, Oeganda en Tanzania. De grootste rivieren zijn de Nijl, de Zaïre (die vroeger Kongo heette), de Niger en de Zambezi.

In Afrika leven volken van allerlei rassen. In Noord-Afrika wonen de Arabieren en Berbers, die meestal de islamitische godsdienst belijden. Het zogenaamde 'zwarte Afrika' ligt ten zuiden van de Sahara. De daar wonende negervolken maken het grootste deel van de Afrikaanse bevolking uit. De rest van de bevolking bestaat uit mensen van Europese of Aziatische afkomst.

De meeste Afrikanen zijn landbouwers die gewassen als cacao, koffie, katoen, sisal en thee telen. Afrika produceert bijna driekwart van alle palmolie en palmpitten ter wereld. Daarvan worden bijvoorbeeld zeep en margarine gemaakt. Het continent heeft ook waardevolle bodemschatten zoals goud, diamant, tin en koper.

Het onondekte continent

Eeuwenlang werd Afrika het 'donkere werelddeel' genoemd omdat de Europeanen weinig over Afrika of zijn bevolking wisten. De Feniciërs en Romeinen hadden langs de noordkust nederzettingen gesticht voor hun handel en zij waren op de hoogte van de beschaving van het oude Egypte, maar de verder zuidelijk gelegen landen bleven een mysterie. De eerste Europeanen die meer over dit enorme, onontdekte continent te weten kwamen, waren de Portugezen. Zij waren de eersten die de zeeweg naar Indië vonden door om de zuidpunt van Afrika te zeilen. Zij bleven vlak onder de kust om het land niet uit het oog te verliezen. Al vrij snel was de Afrikaanse kust in kaart gebracht. Maar het duurde nog heel lang voor men het binnenland ging verkennen. Na 1500 begonnen Europese zeevaarders slaven uit Afrika te vervoeren. Tussen 1500 en 1840 werden ongeveer 14 miljoen zwarte slaven naar Amerika overgebracht. Meestal werden deze slaven gekocht van langs de kust levende stammen en Arabische slavendrijvers. Daarom hoefden de Europeanen niet de binnenlanden in te trekken.

Omstreeks het jaar 1800 kregen de Europese staten belangstelling voor het stichten van koloniën in Afrika. Dappere ontdekkingsreizigers als David Livingstone, Mungo Park en Henry Stanley reisden naar donker Afrika en binnen enkele tientallen jaren was het continent onder de Europese landen verdeeld. De Europeanen brachten hun levenswijze over naar Afrika. Missionarissen en zendelingen verkondigden het Christendom en bouwden scholen.

In 1945 waren in Afrika alleen Egypte, Ethiopië en Liberia onafhankelijk, maar steeds meer Afrikanen wilden niet langer door vreemdelingen geregeerd worden. Tussen 1950 en 1970 werden veel vroegere koloniën onafhankelijke Afrikaanse staten. Ze waren vaak arm en soms woedden er bloedige burgeroorlogen tussen strijdende machthebbers of elkaar vijandig gezinde delen van de bevolking. Sommige van die binnenlandse oorlogen duren nog steeds voort. De meeste staten werken onderling samen om de ontwikkeling van de industrie en de natuurlijke hulpbronnen te bevorderen. De Verenigde Naties en veel van de rijkere landen helpen hierbij.