Het erfrecht

Het erfrecht: inleiding

Het erfrecht regelt wat er met het vermogen van iemand gebeurt in geval van overlijden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die niets regelen voor als ze komen te overlijden en personen die zelf vastleggen wat er met de nalatenschap moet gebeuren. In het eerste geval is er volgens de wet sprake van erfopvolging bij versterf, ook wel versterfrecht of wettelijk erfrecht genoemd. Als mensen een testament opstellen, kunnen ze veel regelen zoals ze dat zelf willen en is sprake van testamentair erfrecht. Er zijn wel een aantal regels waar men zich aan moet houden.

Het erfrecht: belangrijke begrippen

Ook in het erfrecht worden veel begrippen gebruikt die wij in het dagelijkse leven niet tot nauwelijks tegenkomen. Een aantal belangrijke begrippen zijn:

  • De erflater: degene die overlijdt en een vermogen (bezittingen en schulden) nalaat
  • De nalatenschap: het vermogen dat de erflater nalaat, ook wel erfenis genoemd.
  • De erfgenaam: degene die de gehele of een deel van de nalatenschap ontvangt.
  • Het erfdeel: het gedeelte dat de erfgenaam uit de nalatenschap verkrijgt.
  • Bloedverwantschap: dit is de band tussen personen die van elkaar afstammen of de band tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader of stammoeder hebben. De relatie grootvader, vader, kind en kleinkind is een voorbeeld van afstammelingen.

Het erfrecht: uitgangspunt van het erfrecht

Uitgangspunt van het erfrecht is dat de langstlevende echtgenoot in beginsel goed verzorgd achter moet blijven. Dit wordt bereikt door de zogenaamde wettelijke verdeling. Deze wettelijke verdeling houdt in dat alle goederen van rechtswege aan de langstlevende echtgenoot toekomen. De kinderen krijgen slechts een geldvordering ter grootte van hun wettelijk erfdeel.

Een voorbeeld:

Johan is in de algehele gemeenschap van goederen gehuwd met Loes en heeft met haar twee kinderen. Als Johan komt te overlijden, komen alle goederen van rechtswege aan Loes toe. De nalatenschap van Johan is de helft van het gemeenschappelijke vermogen van Johan en Loes. De kinderen krijgen een vordering op Loes ter grootte van hun erfdeel.

De positie van de geregistreerde partner is in het erfrecht gelijk aan de positie van de gehuwde. Waar is gesproken over gehuwden, worden daarmee ook de geregistreerde partners bedoeld.

Het erfrecht: groepen van erfgenamen

Het erfrecht werkt met verschillende groepen personen die kunnen erven. Alleen bloedverwanten kunnen erven. In het erfrecht geldt de groep-voor-groep-regel: pas wanneer er in een bepaalde groep geen erfgenamen zijn (er is geen in leven zijnde erfgenaam in die groep of er is geen erfgenaam die wil erven), komt een volgende groep in aanmerking. De 4 groepen erfgenamen zijn:

  • Groep 1: de (niet van tafel en bed gescheiden) echtgenoot van de erflater en diens kinderen.
  • Groep 2: de ouders van de erflater en diens broers en zussen.
  • Groep 3: de grootouders van de erflater.
  • Groep 4: de overgrootouders van de erflater.

Wanneer iemand overlijdt, moet er eerst gekeken worden of er erfgenamen in groep 1 in leven zijn en willen erven. Is dat het geval dan de erfgenamen uit de volgende groepen niets. Pas als niemand in groep 1 in leven is of in aanmerking komt, komt groep 2 aan de beurt. Groep 3 komt pas aan de beurt wanneer er in groep 1 en 2 geen erfgenamen meer in leven is. Zijn er in alle vier de groepen geen erfgenamen meer in leven, dan vervalt de erfenis aan de staat.

Het erfrecht: legitieme portie

Een kind van een erflater kan niet zomaar onterfd worden. Op grond van de wet heeft een kind een dwingend recht, een voorrang dus, op een legitieme portie. Dit geldt niet voor stiefkinderen. Ook de langstlevende echtgenoot heeft geen recht op een legitieme portie.

Wanneer een kind is onterfd, is hij geen erfgenaam. Wel kan hij een beroep doen op zijn legitieme portie. De legitieme portie geeft geen recht op goederen, maar is een geldvordering op de gezamenlijke erfgenamen.

Het erfrecht: testament

Een testament is een notarieel vastgelegd document dat wordt opgesteld om af te wijken van het versterfrecht. Iedereen van 16 jaar en ouder mag een testament laten opmaken. Een testament of uiterste wilsbeschikking is een eenzijdige rechtshandeling. Bij testament kan de erflater zelf zijn erfgenamen benoemen.

Naast erfgenamen kunnen ook legatarissen worden benoemd. Een legataris is geen erfgenaam. Een legaat is een uiterste wilsbeschikking, waarin de erflater aan een of meerdere personen een vorderingsrecht toekent. Ook bij het testament is de legitieme portie van belang