De jaarrekening

Inleiding

Een jaarrekening is een onderdeel van het financiële verslag dat bepaalde bedrijven elk jaar moeten openbaar moeten maken. Dit belangrijke onderdeel van bedrijfsvoering is verankerd in de wet, in titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Welke bedrijven moeten een jaarrekening opstellen

Volgens de wet moet de jaarrekening worden opgesteld door de besloten vennootschap (BV), naamloze vennootschap (NV), coöperaties, en Onderlinge Waarborgmaatschappijen (OWM’s, dit zijn coöperatieve verzekeraars) en verenigingen en stichtingen die een onderneming voeren (deze verenigingen en stichtingen hebben dus een winstoogmerk in tegenstelling tot gewone verenigingen en stichtingen).

Het doel van de jaarrekening

Het doel van deze financiële verslaggeving omvat een drietal zaken:

  • Allereerst het bepalen van de winst van het afgelopen boekjaar
  • Daarnaast het afleggen van verantwoording door de leidinggevenden van de onderneming over de gedragslijn van het afgelopen jaar aan de aandeelhouders
  • Het geven van informatie over de richting die de onderneming in de toekomst gaat kiezen. Oftewel informatie voor oordeelsvorming van toekomstige of huidige investeerders in de onderneming.

Wat wordt er in de jaarrekening geregeld

Volgens artikel 361 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is een jaarrekening: “de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting.” Volgens het daaropvolgende artikel 362 geldt voor de jaarrekening: “De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming”.

Voor het eerste onderdeel van de jaarrekening, de balans, is van toepassing, art 2:361 lid 2 BW: “Dat de balans met de toelichting een getrouw, duidelijk en stelselmatig beeld geeft van de grootte van het vermogen en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar.”

Voor het tweede onderdeel, de winst- en verliesrekening, geldt naar analogie van de eisen voor een goede balans, art 2:361 lid 3: “geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weer.”

Een verscholen onderdeel van de jaarrekening is het kasstroomoverzicht. Omdat titel 9 van boek 2 BW uit 1970 stamt en sindsdien weinig is aangepast mist het de ontwikkeling in de financiële wereld. Tijdens het bestaan van een onderneming vinden veel transacties plaats: ontvangsten en uitgaven. Voor bepaling van de winst moeten deze stromen worden toegerekend aan een bepaalde periode. Deze ontvangsten en uitgaven zijn objectief van aard en is immers contact met leveranciers en afnemers wat te controleren is. De kosten en opbrengsten zijn echter subjectief van aard, dit is heel wat anders. Stap 1 zijn uitgaven en ontvangsten, stap 2 is het implementeren van deze stromen in de onderneming, die dat grofweg gezegd min of meer zelf kan bepalen hoe dat kan gebeuren, de kosten en opbrengsten. Een voorbeeld is de aankoop van een machine. Er is een aankoopprijs, een levensduur, een restwaarde en over de jaren dat de machine wordt gebruikt neemt het in waarde af. Dit zijn de kosten (de uitgaaf was al bij betaling van de aankoopprijs), de onderneming kan zelf bepalen hoe lang een machine meegaat en moet schatten wat een machine nog op gaat brengen bij verkoop, kosten zijn dus redelijk subjectief.

De accountantsverklaring

Na het opstellen van de jaarrekening moet het door een objectieve en onafhankelijk partij worden gecontroleerd, dit is de accountantscontrole. Dit is vooral van belang voor de aandeelhouders en overige belanghebbenden. Die moeten erop kunnen vertrouwen dat de jaarrekening echt klopt en er dus niet creatief wordt boekgehouden oftewel fraude wordt gepleegd. Het bestuur van de onderneming zal natuurlijk snel geneigd zijn haar situatie iets rooskleuriger te presenteren dan het werkelijk is.

De openbaarmaking

Het financiële verslag moet geheel openbaar worden gemaakt. Dit wordt gedaan door het indienen van de jaarrekening in het Handelsregister waarbij de rechtspersoon staat ingeschreven, dit is geregeld in art 2:394 lid 1 BW.