Geschiedenis van de Auto 1931 tot 1948

Inleiding

Dit is het vijfde deel in de serie over de geschiedenis van de auto. Ditmaal gaat het over de periode van 1931 tot 1948, dit wordt ook wel het Vooroorlogse- tijdperk genoemd. Dit tijdperk begint samen met de Grote Depressie in 1931 en eindigt met het herstel na de Tweede Wereldoorlog. In het vooroorlogse tijdperk komt de assemblage aan de lopende band algemeen in gebruik. De consolidatie ten gevolge van de economische wereldcrisis reduceert het aantal constructeurs, en dus het aantal uitgebrachte modellen, sterk. Verder vinden nieuwe technische ontwikkelingen steeds sneller hun weg naar alle automobielsegmenten, en zijn ze niet enkel voorbehouden voor de topklassen.

Autogeschiedenis: van 1931 tot 1948

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in deze periode op het gebied van auto's was de opkomst van de voorwielaandrijving. De voorwielaandrijving bestond al sinds 1895 maar werd pas in de jaren 30 populair gemaakt door auto's als de Citroën Traction Avant. Traction Avant is Frans voor voorwielaandrijving, eigenlijk heette de auto dus gewoon Citroën voorwielaandrijving. De auto was beschikbaar in varianten van 32 tot 77pk. De Traction Avant was bedoeld voor het brede publiek. Naast het standaard vierdeurs ('Légère') koetswerk verschenen al spoedig modelvarianten als de bredere en grotere vierdeurs 'Normale', de 'Roadster', de 'Faux Cabriolet' (coupé) en de langere 'Familiale' met zes zijruiten en klapstoeltjes ('strapontins') tussen de voorstoelen en de achterbank. Als varianten van de Familiale waren een 'Commerciale' met grote achterklep en een 'Limousine' zonder klapstoeltjes beschikbaar.

Tegenwoordig hebben bijna alle Japanse en de meeste Europese auto's voorwielaandrijving.

Voordelen van voorwielaandrijving zijn de compacte bouwwijze en een vlakke bodemplaat, nadelen zijn dat je veel gewicht vooraan hebt en vaak een grotere draaicirkel. Ook kan een auto met voorwielaandrijving minder grote krachten aan. Je ziet zelden een auto met meer dan 150pk die voorwielaandrijving heeft.

In de eerste helft van de jaren veertig stond de ontwikkeling van de auto grotendeels stil vanwege de Tweede Wereldoorlog, na de oorlog werd de productie weer opgestart met modellen van voor de oorlog.

Tot Slot

Het volgende deel in deze serie zal gaan over de auto's van 1949 tot 1979, de zogeheten naoorlogse (of klassieke) generatie. Deze periode begon na de herstart die volgde op het einde van de Tweede Wereldoorlog en eindigde in 1979. Het is ook de periode waarin de Japanse auto industrie steeds sterker werd en de Amerikaanse vanaf de jaren zeventig steeds zwaarder moest incasseren.

Hieronder links naar alle andere delen uit mijn serie:

Geschiedenis van de Auto tot 1885

Geschiedenis van de Auto 1885 tot 1904

Geschiedenis van de Auto 1905 tot 1918 Geschiedenis van de Auto 1919 tot 1930 Geschiedenis van de Auto 1949 tot 1979 Geschiedenis van de Auto 1980 tot nu