Weetjes over de Indische Oceaan

Inleiding

In totaal zijn er vier oceanen op de wereld. Deze vier oceanen zijn de Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de Noordelijke IJszee. In dit artikel gaan wij het hebben over de Indische oceaan.

Oppervlakte

De Indische Oceaan loopt van Afrika tot Australië en ook een stuk van Indonesië. Dat is ongeveer 10.000 kilometer breed! De oppervlakte van de Indische oceaan is 74.060.000. De gemiddelde diepte van de Indische Oceaan is 3890 meter en het diepste punt ligt bij Javatrog en dat is 7542 meter diep.

Zoutste en warmste zee

De zoutste zee van de hele wereld ligt in de Indische Oceaan en heet de Rode Zee. De warmste zee ligt ook in de Indische oceaan en heet de Perzische Golf.

Overal in de Indische Oceaan liggen eilanden zoals Andamanen, Comoren, Java, Kerguelen, Madagaskar, Maldiven, Mauritius, Nicolaren, Réunion, Seychellen en Sri-Lanka.

In 1938 ving een visser een gewone vis in de Indische oceaan dicht bij Afrika. Hij bracht de vis naar een museum waar wetenschappers tot de ontdekking kwamen dat het een Coelacanthus was een dier dat ongeveer 70 miljoen jaar leefde. 14 jaar later werd er weer een Coelacanthus gevangen, en er werden er nog veel meer gevonden. Ze kunnen twee meter lang worden.

Tsunami

Een krachtige zeebeving vond op tweede kerstdag 2004 plaats voor de kust van het Indonesische eiland Sumatra. Deze zeebeving had een verwoestende tsunami, dit is een heel grote golf en zeer veel slachtoffers tot gevolg, ongeveer 290.000.

Een zeebeving is een aardbeving waarvan het middelpunt (epicentrum) op zee ligt. Hierdoor kan een vloedgolf ontstaan die tot overstromingen kan leiden in landen rondom het epicentrum. Een zeebeving is altijd het gevolg van een aardbeving. Een zeebeving ontstaat op de zelfde wijze als een aardbeving. Ook een zeebeving ontstaat door het schuiven van platen. De aarde komt dan omhoog of zakt weg. Dat zorgt ervoor dat het water erboven gaat bewegen. Als de tsunami in diep water is, merk je er niets van. Op open zee zijn deze golven vaker niet hoger dan een paar centimeter. Daar kunnen boten zo over heen varen. Als de tsunami steeds dichter bij de kust en het ondiepe water komt, neemt de snelheid af, maar worden de golven steeds groter. Wanneer de tsunami de kust bereikt, kunnen de golven soms wel tientallen meters hoog worden.

Overigens komen tsunami’s het meest voor rondom de Grote Oceaan, omdat langs alle randen van deze oceaan door over elkaar schuivende platen veelvuldig aardbevingen veroorzaken. Daarnaast kan een tsunami ook worden veroorzaakt door een vulkaanuitbarsting of het plotseling afkalven van in zee uitlopende ijskappen. Een tsunami kan dus worden veroorzaakt wanneer plotseling een grote hoeveelheid water in korte tijd wordt verplaatst. Na deze tsunami is er gewerkt aan een alarmeringssysteem. Het ontwikkelde systeem blijkt vanaf de zomer van 2006 goed te werken. Bij een vloedgolf in december 2006 in India is er niemand meer omgekomen.

Links