Hoe werkt schenken in Belgie

Schenken en successie

Met een geleerd woord noemt men dit successieplanning. U hoeft niet te wachten tot uw kaarsje uitgaat om uw erfenis te regelen. U kunt als gulle gever de beste bedoelingen hebben met uw erfgenamen, de fiscus kan daar anders over oordelen. Op die manier kunt u in plaats van een financieel cadeau een vergiftigd geschenk uitdelen aan uw erfgenamen. Dat is waarschijnlijk niet de bedoeling. 

Alles weg schenken

 
  • Ten eerste is dit niet verstandig: niemand weet hoeveel geld hij zelf nodig heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien.
  • Ten tweede: u kunt niet alles weggeven! De langstlevende huwelijkspartner, kinderen, ouders (afhankelijk van uw situatie) hebben immers ook rechten. Om deze opsomming compleet te maken: men noemt dit de reservataire erfgenamen en die mag u volgens de wet nooit benadelen.

Welk zijn de mogelijkheden?

Akte

A. In de regel moet ELKE schenkingsakte notarieel worden vastgelegd om geldig te zijn. Met andere woorden: een schenkingsovereenkomst tussen twee (of meer) personen gezellig onder elkaar is in de regel niet geldig!

B. Groot onderscheid moet hierbij worden gemaakt tussen het schenken van ROERENDE of ONROERENDE goederen.

1. Schenken van onroerende goederen

Onroerend goed
  • Een schenking van onroerend goed moet zowiezo vastgelegd worden in een notariële akte: daar kunt u niet omheen. Dat kost uiteraard geld: waarom?
  • Het onvermijdelijke gevolg is dat er registratierechten moeten worden betaald.
  1. De notaris moet worden betaald, elke notariële akte kost immers geld!
  2. Bovendien worden ook meteen de te betalen registratierechten (=schenkingsrechten) voor de fiscus afgehandeld. Het voordeel van deze aanpak is bijgevolg dat de successierechten voor eens en voor altijd goed geregeld zijn.
  3. En België zou België niet zijn als de tarieven niet verschillend zouden zijn van gewest tot gewest: ze schommelen tussen 3 en 7%, afhankelijk van de verwantschap tussen schenker en ontvanger. Zie in dit kader het artikel: 'Erfenis: plots hoort Vadertje Staat bij de familie'.
  4. Schenkingsrechten op onroerende goederen zijn progressief per schijf en hangen af van de graad van verwantschap tussen schenker en begunstigde en worden berekend op basis van de grootte van het ontvangen bedrag.
Schijf 1 EUR 0 - 12.500 3%
Schijf 2 EUR 12.500 - 25.000 4%
Schijf 3 EUR 25.000 - 50.000 5%
Schijf 4 EUR 50.000 - 100.000 7%
Schijf 5 EUR 100.000 - 150.000 10 %
  1. Het tarief is 3% voor schenkingen in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen wettelijk samenwonenden (of in Vlaanderen ook tussen feitelijk samenwonenden die sedert meer dan één jaar een gemeenschappelijke huishouding voeren).
  2. Het tarief bedraagt 7% voor schenkingen tussen alle andere personen. In Wallonië bestaat er ook nog een tarief van 5% voor schenkingen tussen broers en zussen en tussen ooms of tantes en neven of nichten.
  3. Dit tarief is een vlak tarief hetgeen betekent dat het niet stijgt met het bedrag van de schenking: of u nu EUR 1.000 schenkt aan uw kind of EUR 100.000: het tarief blijft 3%.

2. Schenken van roerende goederen

  • Roerende goederen moet je kort door de bocht zien als geld, effecten, juwelen, meubels(antiek) of kunst.
  • Geen registratieplicht: schenking van roerende goederen kan dus zonder registratie tenzij je ervoor kiest om te schenken via een (Belgische) notariële akte.

Zonder tussenkomst van een notaris:

A. Dit kan maar er zijn enkele regels:

  1. U moet kunnen bewijzen dat dat u de goederen bewust en moedwillig geschonken heeft! Dit is in het belang van de ontvanger: hij of zij kan anders immers problemen krijgen met de fiscus.
  2. Een mogelijkheid uit de praktijk: een volmacht geven aan één van de kinderen om geld van uw bankrekening af te halen is 'geen' schenking. De daadwerkelijke actie van de geldoverdracht ligt in dit geval immers bij het kind en niet bij u als zijnde de schenker. Eenvoudig gezegd: dit is eerder een aspect van nemen dan van geven!
  3. Het woord 'schenking' moet u zien als: de goederen krijgen een nieuwe eigenaar. Ze zijn definitief niet meer van u vanaf het ogenblik van schenking!
  4. Ter illustratie nog een voorbeeld uit de praktijk: als u geld stort op de bankrekening van één van uw kinderen maar u heeft zelf ook een volmacht op die rekening dan is dat 'geen' schenking. Waarom niet? Omdat u nog altijd over de mogelijkheid beschikt om het bedrag terug van die rekening te halen, dus verandert het geld niet definitief van eigenaar! Geen cadeau dus!
  5. Raar maar waar: de ontvanger moet de schenking aanvaarden. Dat kan uitdrukkelijk gebeuren - via een aangetekend schrijven - of stilzwijgend. In dat laatste geval neemt de ontvanger het gekregen goed in ontvangst of komt het geld op zijn of haar rekening terecht.
  6. Er moeten ‘geen’ successierechten worden betaald, ten minste op voorwaarde dat de schenker nadien nog minstens 3 jaar in leven blijft. Overlijdt hij of zij binnen de drie jaar na de schenking dan zijn er alsnog successierechten verschuldigd!

B. Er zijn 2 ‘gratis’ mogelijkheden

  1. De handgift, ook wel schenking van hand tot hand genoemd waarbij u de goederen gewoon letterlijk ‘overhandigt’. Een geschrift of enige andere formaliteit is niet nodig.
  2. De onrechtstreekse schenking: is de meest gebruikte en eenvoudigste schenkingsvorm om contant geld te schenken: gewoon een overschrijving van de ene zichtrekening naar de andere! Let er hierbij wel op dat u ‘niets’ invult in het vakje ‘Mededeling’ op uw overschrijving. Juridisch is dit van belang omdat de reden van uw overschrijving dan ‘neutraal’(zonder reden) is! Een variante hierop is de bankgift waarbij uw bank als tussenpersoon optreedt. De procedure is dan als volgt:
  • met een aangetekend schrijven nodigt u de ontvanger uit om op een bepaalde plaats en datum in de bank aanwezig te zijn.
  • Op de afgesproken plaats en tijdstip haalt u het geld af en overhandigt het aan de ontvanger.
  • Hij of zij stort het geld of effecten op zijn rekening.
  • De brief en de documenten van de bank gelden als bewijs en tonen aan op welke datum er geschonken werd.

Wel of niet registreren?

  • Als een schenking niet wordt geregistreerd en de schenker overlijdt binnen de 3 jaar na de schenking dan moeten de erfgenamen het bedrag van de schenking alsnog aangeven in de nalatenschap van de schenker en moeten er alsnog successierechten worden betaald.
  • Als één van de partijen het “risico van de 3 jaar” niet wil of kan aangaan, is het aangeraden de schenking te registreren tegen het verlaagd tarief. Die betaling is definitief ongeacht de overlijdensdatum van de schenker.
  • Achteraf registreren kan ook altijd nog.

Hoe ver mag de fiscus gaan?

  • Het probleem stelt zich met name bij de ontvanger van de schenking.
  • De fiscus onderzoekt namelijk grondig elke aangifte van een nalatenschap.
  • De fiscus mag zich baseren op het wettelijk vermoeden dat bepaalde roerende goederen, dus ook geld, in de periode van 3 jaar voor het overlijden tot het vermogen van de overledene behoorden en daar dus nog deel van uitmaken, tenzij de erfgenamen het tegendeel kunnen bewijzen! Bijvoorbeeld: een gat van EUR 15.000 kunt u bewijzen door de aankoopfactuur van een auto.
  • De fiscus mag een bankonderzoek doen van de verrichtingen in de afgelopen 3 jaar voor het overlijden... en dit zowel bij de overledene als bij de erfgenamen!
  • Overlijdt de schenker binnen de 3 jaar dan moeten de begunstigde erfgenamen ‘alle’ schenkingen, zowel de notariële als de andere ontvangsten uit schenking (niet notarieel) opgeven in de nalatenschap. Zij kunnen dan alsnog in aanmerking komen voor de berekening van de registratierechten. Bij een officiële, notariële akte staat u dan sterk!
  • Overlijdt de schenker na 3 jaar dan blijft u buiten schot!