Hoe werkt schuldsanering bij natuurlijke personen

Inleiding

Iedereen heeft een bepaald uitgavenpatroon. Dat is onder andere afhankelijk van de bestedingsruimte die iemand heeft, maar ook van de financiële discipline. Zo zal het voor mensen met een ‘gat in de hand’ altijd weer lastig zijn om uit de schulden te blijven. Maar wat nu als de rekeningen echt niet meer betaald kunnen worden? Op dat moment is het mogelijk om een beroep te doen op schuldsanering. In dit artikel wordt kort uiteengezet hoe dit in zijn werk gaat.

Geen alternatieven meer

Stel, er heeft zich een flinke teruggang in inkomen voorgedaan. De vaste lasten blijven echter gewoon doorlopen en de mogelijkheden van (tijdelijk) geld lenen zijn al volledig uitgeput. De schulden bij de energiemaatschappij, het waterbedrijf en de hypotheekverstrekker of verhuurder lopen alsmaar op en de deurwaarders staan regelmatig voor de deur. Er is geen uitweg meer. Wat dan? Voor deze gevallen is in 1998 de Wet Schuldsanering natuurlijke personen (de Wsnp) in het leven geroepen.

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

Deze Wsnp valt onder de Faillissementswet. Door gebruik te maken van deze wet kunt u na een periode van drie jaar weer volledig schuldenvrij zijn. Wel zijn er een aantal stappen die doorlopen moeten worden voordat u in aanmerking komt.

Minnelijke traject

U moet zich als schuldenaar eerst richten tot de Gemeentelijke Kredietbank (GBK) of de Sociale Dienst van uw gemeente. Zij zullen een gecertificeerd schuldhulpverleningsbureau inschakelen die het minnelijke traject gaat opstarten. In dit traject wordt geprobeerd om overeenstemming te vinden met alle schuldeisers over een afbetalingsregeling. Er zal veelal worden voorgesteld om een deel van de schuld af te betalen en de rest kwijt te schelden. Alleen als alle schuldeisers hiermee akkoord gaan, kan de situatie op deze manier worden opgelost. Het minnelijke traject is dan geslaagd en er hoeft niet te worden overgegaan op de Wsnp.

Wsnp

Als het minnelijke traject niet gelukt is, dan zal er een verzoek worden ingediend bij rechtbank. In dit verzoek zal toelating tot de Wsnp worden gevraagd. Het verzoek gaat gepaard met een overzicht van uw financiële situatie, inclusief het zogenaamde ‘vrij te laten bedrag’. Dat is het bedrag dat uw in de saneringsperiode (zie verder) zelf mag blijven houden. Bij een positieve uitspraak van de rechtbank zal u als schuldenaar worden toegelaten tot de Wet Schuldsanering natuurlijke personen. U krijgt een bewindvoerder aangewezen.

Saneringsperiode

Vervolgens gaat de saneringsperiode in. Deze duurt drie jaar. In sommige gevallen kan besloten worden om dit te verlengen naar vijf jaar. In deze periode ontvangt u alleen het zogenaamde ‘vrij te laten bedrag’. De rest wordt automatisch overgemaakt op een zogenaamde boedelrekening. Vanuit deze rekening zal de bewindvoerder de schuldeisers gaan aflossen (voor zover mogelijk). De bewindvoerder legt periodiek verantwoording af aan de rechter-commissaris. Ook een eventuele verkoop van uw huis zal via de rechter-commissaris lopen. Dat kan een bewindvoerder niet zelfstandig beslissen.

Schone lei

Na afloop van de saneringsperiode zal de bewindvoerder een eindverslag indienen bij de rechtbank. Als hieruit blijkt dat u zich aan uw verplichtingen heeft gehouden, dan zal de rechtbank u een zogenaamde ‘schone lei’ verstrekken. De resterende schulden zullen dan niet meer invorderbaar zijn!