Voorbeeld balans maken bij opleiding economie

Balans maken

Waarom maak je een balans?

Je maakt een balans omdat je, als bedrijf zijnde, inzicht wilt hebben in je zaken. Een balans wordt ook wel een investeringsbalans gemaakt. Op een balans staat je vermogen (en hoe kom je eraan) en waar je dat vermogen in hebt gestoken.

Debet en creditzijde balans

Een balans bestaat uit twee zijden. Een debet zijde en een credit zijde. Debet staat links, Credit staat rechts.

Aan de debet zijnde staat alles waar je je vermogen in hebt gestoken. Hierin maken we onderscheid tussen:

Vaste activa

Vaste activa zijn altijd dingen die jaren mee gaan, een echte investering dus. Denk hierbij aan:

  • Gebouwen/pand, inclusief http://www.dupo.nl/de/@@lenkrollen

Ook de grond waar deze gebouwen op staan vertegenwoordigen een bepaalde waarde.

  • Terreinen, inclusief http://www.goedkope-vlaggenmasten.nl@@goedkope vlaggenmasten
  • Inventaris
  • Machines
  • Bedrijfsauto
  • Enzovoort

Vlottende activa

Vlottende activa zijn dingen die snel veranderen, maar waar wel vermogen in is gestoken. Bijvoorbeeld:

  • Voorraad (van een winkel bijvoorbeeld)
  • Debiteuren (mensen van wie je nog geld krijgt)
  • Te vorderen geld (je weet bijvoorbeeld dat je nog geld van de belasting krijgt)

Tot slot staan er liquide middelen aan de debet zijde van een balans. Denk hierbij aan:

  • Kas (Hoeveel geld staat er op de bank
  • Bank (Hoeveel geld staat er op de bank. Als dit bedrag negatief is (je staat dus rood), dan komt bank NIET aan de debet zijde van de balans, maar aan de credit zijde)

Credit zijde balans

Aan de credit zijde van een balans kun je jezelf de vraag stellen: Waar heb ik alles van betaald? We maken hier een onderscheid in de volgende zaken: Eigen vermogen (je eigen geld, reserves en een aandelenkapitaal) Vervolgens kan het zijn dat je een langlopende en/ of een kortlopende lening afgesloten hebt. We maken hierin onderscheid tussen vreemd vermogen lang (VVL) of vreemd vermogen kort (VVK). De naam zegt het eigenlijk al: Bij het VVL staan alle zaken die je langdurig leent, zoals:

  • Hypothecaire lening (hypotheek)
  • Persoonlijke lening (bv van een familielid)
  • Overige langlopende leningen

Bij het VVK staan alle dingen die je nog te ontvangen hebt, maar die regelmatig veranderen, bijvoorbeeld:

  • Crediteuren (mensen die je nog moet betalen)
  • Te betalen geld (bijvoorbeeld als je de belastingdienst nog moet betalen)
  • Rekening courant (Dit is eigenlijk een duur woord voor rood staan bij de bank. Als je NIET rood staat, komt er ‘bank’ aan de credit zijde te staan

Een balans is altijd een momentopname en wordt meestal aan het begin van het jaar, of aan het einde van het jaar gemaakt. Een balans moet ALTIJD kloppend zijn. Dit betekent dat er aan de linkerkant van de streep, net zo veel moet staan als aan de rechterkant. Als de bedragen van elkaar afwijken, maar je het geheel kloppend door het eigen vermogen aan te passen.

Hieronder staat een voorbeeld van een balans:

Mieke begint op 1 januari 2010 met een winkel. Ze betaalt eind 2009 de volgende dingen:

€40.000,- aan huur. Dit is een vooruitbetaling voor 2 jaar huur

  • Voor de inventaris betaalt ze €10.000,-
  • Aan verlichting geeft ze €5.000,- euro uit
  • Ze heeft €3000,- in de kas
  • Ze heeft bij diverse groothandels voor €40.000,- aan kleding en accessoires ingekocht, om te gaan verkopen in haar winkel
  • Haar vader heeft haar €20.000,- geleend